CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES
De hierna beschreven weergave informatie HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND.
A
Instrumentenpaneel A of B: gaat branden
wanneer het contact wordt ingeschakeld.
Druk zo vaak als nodig op de schakelaar 1
of trek deze zo vaak als nodig omhoog om
de intensiteit aan te passen.
Als het waarschuwingslampje
brandt, moet u meteen voorzichtig naar
een merkdealer rijden. Als u dit voor-
schrift negeert, loopt u het risico dat uw
auto beschadigd wordt.
1.138
1
In sommige gevallen wordt het verschijnen
van het waarschuwingslampje vergezeld
door een bericht op het instrumentenpaneel.
Waarschuwingslampje
dwingt u, voor uw veiligheid,
direct te stoppen zonder het
verkeer in gevaar te brengen.
©
Stop de motor en start deze niet op-
nieuw. Roep de hulp in van een merk-
dealer.
(1/4)
k
B
á
1
g
c
b
®
Controlelampje markeringslicht
Controlelampje dimlicht
Controlelampje grootlicht
Controlelampje automatisch
grootlicht ➥ 1.175
Controlelampje
mistlichten
voor
Controlelampje mistachterlicht
Controlelampje richtingaanwij-
zers links
Controlelampje richtingaanwij-
zers rechts
Als er geen visueel of geluids-
signaal terug komt, geeft het
een storing van het instrumen-
tenpaneel weer. U moet direct
stoppen zonder het overige verkeer in
gevaar te brengen. Zorg dat de auto in-
derdaad goed gestopt is en neem con-
tact op met een merkdealer.