BINNENVERLICHTING
4
Binnenlicht achter
(afhankelijk van de auto)
Druk op de schakelaar 4 om het volgende
te activeren:
– een constant brandende verlichting;
– een verlichting die gaat branden als een
van de voorportieren of, afhankelijk van
de auto, een van de vier portieren wordt
geopend; de binnenverlichting gaat
alleen uit als de portieren, waarop de ver-
lichting reageert, goed gesloten zijn;
– een niet brandende verlichting.
(2/3)
Kaartleeslampjes achter
(afhankelijk van de auto)
Druk op de schakelaar 5 om het volgende
te activeren:
– een constant brandende verlichting;
– een verlichting die gaat branden als een
van de voorportieren of, afhankelijk van
de auto, een van de vier portieren wordt
geopend; de binnenverlichting gaat
alleen uit als de portieren, waarop de ver-
lichting reageert, goed gesloten zijn;
– een niet brandende verlichting.
5
Verlichting dashboardkastje 6
Het lampje 6 gaat branden bij het openen
van de klep.
6
3.25