GEAVANCEERDE VEILIGHEID
De noodrijstrookassistent
(vervolg)
Detectie van een tegenligger
Als het voertuig een snelheid heeft van on-
geveer 70 tot 110 km/u en er botsingsgevaar
is met een voertuig dat uit de tegenoverge-
stelde richting komt in een aangrenzende
rijstrook en binnen de detectiezone B is,
zonder dat de richtingaanwijzer is geacti-
veerd, gebeurt het volgende:
– u wordt gewaarschuwd voor het risico
op een botsing:
Het rode waarschuwingslampje
of, afhankelijk van het voertuig, het dis-
play 11 verschijnt, en er klinkt een piep-
signaal.
en
– Er wordt een corrigerende actie uitge-
voerd op het stuursysteem.
2.72
(14/17)
11
U kunt de correctie van de verplaat-
singsrichting op elk moment onderbre-
ken door het stuurwiel te bewegen.
Deze functie is een extra hulp
tijdens het rijden.
Deze functie kan in geen geval
de waakzaamheid en verant-
woordelijkheid van de bestuurder ver-
vangen; deze moet altijd de controle
over zijn auto behouden.
B
B