SLEPEN: pech
(1/2)
Voordat u gaat slepen, ook op een diepla-
der, zet u de versnellingshendel in stand N.
Ontgrendel de stuurkolom en zet de par-
keerrem los.
Houd u altijd aan de wettelijke bepalingen
inzake het slepen.
Als u de sleepauto bestuurt, let dan op het
toegestane sleepgewicht voor uw auto.
➥ 6.7.
Bij transport op een dieplader of slepen van
het voertuig met behulp van een sleeppunt
(zie volgende pagina), gelden de volgende
instructies:
– Afhankelijk van de auto steekt u de sleu-
tel in het contact en zet deze in de stand
Aan, ON 2, of drukt u, met de kaart in het
interieur, op de startknop.
– Zet de versnellingshendel in stand N.
– De stuurkolom wordt ontgrendeld. De ac-
cessoirefuncties worden meegeleverd: u
kunt de voertuigverlichtingsfuncties ge-
bruiken (waarschuwingslichten, remlich-
ten, enz.). In het donker moet de auto
verlicht zijn.
5.40
– Afhankelijk van de auto, houdt u na ont-
grendeling van de stuurkolom de start-
knop van de motor ongeveer twee secon-
den ingedrukt.
– Als u klaar bent met slepen, houdt u af-
hankelijk van de auto de startknop van de
motor twee keer twee seconden lang in-
gedrukt (risico op ontladen van de accu).
Laat nooit gereedschap in de auto rondslingeren. Dit is gevaarlijk als u plotseling
moet remmen. Zorg dat alle gereedschap na gebruik correct in de steun en de
houder wordt geplaatst, bevestig de riem en zorg dat de toegangsklep van de ge-
reedschapsset goed is vergrendeld.
Verwondingsgevaar
Sleepmogelijkheden
Het is strikt verboden het voertuig te slepen
met de voorwielen op de grond.