RUITENWISSER, -SPROEIER VOOR
storingen
Bij een storing van het automatisch wissen,
schakelt de ruitenwisser over op wissen met
intervallen. Roep de hulp in van een merk-
dealer.
De werking van de regensensor kan worden
verstoord bij:
– beschadigde ruitenwisserbladen;
wanneer de ruitenwissers een waters-
luier of watersporen achterlaten op de
detectiezone van de sensor, kan dit
de reactiesnelheid van het automa-
tisch wissen vergroten of de frequen-
tie van het wissen verhogen;
– barsten of scheuren in de voorruit
ter hoogte van de sensor, stof, vuil,
insecten of rijm op de voorruit of het
gebruik van reinigingswas of wateraf-
stotende producten; het automatisch
wissen is in dat geval minder gevoelig
en reageert mogelijk zelfs niet.
1.184
(2/4)
1
D langzaam continu wissen
E snel continu wissen
Bijzonderheid
Tijdens het rijden gaat de wisser lang-
zamer werken als de auto stopt. Van snel
continu wissen naar langzaam continu
A
wissen. Zodra de auto weer gaat rijden, be-
ginnen de wissers weer met de oorspronke-
lijk ingestelde snelheid te werken.
B
Als u de schakelaar 1 in een andere stand
zet, schakelt u hiermee bovengenoemd au-
C
tomatisme uit.
D
Voorzorgsmaatregelen
E
– Controleer bij vorst voordat u de rui-
tenwisser inschakelt of de ruitenwisser-
bladen niet zijn vastgevroren. Als u de
ruitenwisser inschakelt terwijl de bladen
zijn vastgevroren, kunt u zowel de bladen
als de motor van de ruitenwisser bescha-
digen.
– Activeer de ruitenwissers niet op een
droge ruit. Dit kan leiden tot vroegtijdige
slijtage of beschadiging van de wisser-
bladen.