DODEHOEKWAARSCHUWING
1
Afhankelijk van het voertuig zijn er twee sys-
temen voor dodehoekwaarschuwing:
– SysteemA: gebruikt informatie van ul-
trasone sensoren in de bumpers van het
voertuig. Indien geactiveerd, is systee-
mAherkenbaar aan het indicatielampje
1 dat knippert elke keer dat de motor
start.
– SysteemB: gebruikt informatie van de
radars aan weerszijden van de achter-
bumper. Indien geactiveerd, is sys-
teemBherkenbaar aan het indica-
tielampje 1 dat niet knippert als de
motor start.
(1/10)
C
C
A-systeem
Op basis van de informatie van de ultrasoon-
sensoren aan elke kant van de achterbum-
per, aangeduid door de pijlen 2, geeft het
systeem een waarschuwing als een ander
voertuig in de detectiezone C komt.
Dit systeem schakelt in als de auto rijdt
met een snelheid tussen ongeveer 30 en
130 km/u.
2
Deze functie is een extra hulp
tijdens het rijden. Deze func-
tie kan in geen geval de waak-
zaamheid en verantwoordelijk-
heid van de bestuurder vervangen; deze
moet altijd de controle over zijn auto be-
houden.
2.45