SNELWEG- EN FILEHULP
11
Functie "Rijstrookcentrering"
inschakelen
Als de Stop and Go adaptieve snelheidsre-
gelaar is ingeschakeld, ➥ 2.91, drukt u op de
knop 11 om de functie "Rijstrookcentrering"
in te schakelen. Het bericht "Lane keep
assist actief", het controlelampje 15
en het pictogram verschijnen om te
bevestigen dat de functie is ingeschakeld.
Opmerking: u moet uw handen op het
stuurwiel houden wanneer u de functie
"Rijstrookcentrering" gebruikt. Het picto-
gram verschijnt om te bevestigen dat
de functie is ingeschakeld.
(7/16)
17
Het waarschuwingslampje 15 wordt
groen en de indicatoren voor de linker- en
rechterstreep 17 verschijnen om te bevesti-
gen dat de functie actief is en uw auto in het
midden van de rijstrook houdt.
Opmerking: als u op knop 11 drukt wan-
neer de adaptieve snelheidsregelaar Stop
and Go niet is geactiveerd, verschijnt het
bericht Activeer eerst Adapt. regelaar op het
instrumentenpaneel.
15
17
2.111