DAKDRAGERS
(2/3)
2
Verschuiven van de stang
De dakdrager 2 kan worden verschoven
naar een kleinere of grotere afstand van de
andere balk (afb. D).
Er zijn twee standen: midden of achter.
Trek de ontgrendelde balk naar de voorkant
of achterkant van het voertuig om deze in de
rail te schuiven 3.
3.76
D
3
Zoek de juiste stand en vergrendel de stang
in de dwarspositie (afb. E).
Controleer of de twee dakdragers goed ver-
grendeld zijn.
2
E
Wanneer u de dragers niet in dwarsge-
plaatst gebruikt, plaatst u de dragers in
de lengterichting om het brandstofver-
bruik te optimaliseren en rijwind te voor-
komen.
plaatst, gelijkmatig zijn verdeeld en ge-
borgd zijn.
Controleer of de objecten en/
of accessoires (fietsenrek,
dakkoffer, enz.) correct op de
modulaire dakdragers zijn ge-