Advertenties
ZITPLAATSEN ACHTER
A
B
2
1
Naar voren of achteren zetten
van de stoelen
Trek de hendel 1 omhoog om te ontgrende-
len. In de gewenste stand laat u de hendel
los en controleert u de vergrendeling van de
stoel.
Zorg dat de ankerpunten niet
zijn geblokkeerd (arm of been,
dier, steentjes, kleding, speel-
goed, enz.) terwijl de achter-
stoelen worden verplaatst.
: versie met standaardchassis
3
4
De rugleuning neerklappen
(stand vlakke vloer)
Rugleuning A of B kan op de stoelbasis
worden neergeklapt om een vlakke vloerpo-
sitie te creëren:
– controleer voor het hanteren eerst of
de voorstoelen ver genoeg naar voren
staan;
– zorg ervoor dat er geen apparaten zijn
aangesloten op de accessoire-aanslui-
ting 5;
– bevestig de veiligheidsgordel aan de
haak 3 om schade te voorkomen;
– verwijder de achterste hoofdsteunen 4;
– beweeg de stoel naar achteren om deze
te vergrendelen;
(1/3)
– trek aan de hendel 2 van de rugleuning
die u wilt neerklappen en laat deze zo ver
mogelijk neer.
controleer of de stoel goed vergrendeld is.
Rugleuning weer omhoog zetten
Let op de juiste stand van de autogordel. U
moet aan de hendel 2 trekken, dan de rug-
leuning beetpakken en deze omhoog zetten.
Controleer de vergrendeling.
5
Voer deze verstellingen uitslui-
tend uit als de auto stilstaat.
3.41
Advertenties
Hoofdstukken
