KAART:
algemeen (2/4)
Met de kaart kunt u:
– vergrendelen/ontgrendelen van de ope-
ningselementen (deuren, bagageruimte)
en de laadaansluiting;
Advies
Stel de kaart niet bloot aan warmte,
koude of vocht.
Houd de kaart bij u.
Bewaar de kaart niet op een plek waar
deze verbogen of beschadigd kan raken,
bijvoorbeeld als u op de kaart gaat zitten
als deze in uw achterzak zit.
1.30
Bereik van de card
Het bereik van de afstandsbediening wordt
beïnvloed door de omgeving. Let er op dat
de portieren niet per ongeluk worden ver-
grendeld of ontgrendeld doordat u onopzet-
telijk op een knop op de kaart drukt.
Opmerking: als een portier of de kofferbak
open is of niet goed is gesloten, wordt de
vergrendeling niet uitgevoerd. Er klinkt een
geluidssignaal en de alarm- en zijknipper-
lichten knipperen niet.
Radiostoringen
De werking van de kaart kan gestoord
worden in de omgeving van een zendinstal-
latie of bij gebruik van apparatuur die werkt
op dezelfde frequentie als de kaart.
Actieradius
Controleer of de batterij goed en van het
juiste model is, en plaats het correct. De
levensduur is ongeveer twee jaar: moet
worden vervangen als het bericht "Batterij
kaart bijna leeg" op het instrumentenpaneel
wordt weergegeven ➥ 5.31.
Bij lege batterij, kunt u de auto altijd
vergrendelen/ontgrendelen en starten.
➥ 1.55 ➥ 2.3.