ZITPLAATSEN ACHTER
A
B
6
Toegang tot de bagageruimte
In sommige situaties (bijvoorbeeld om toe-
gang te krijgen tot de bagageruimte) kunt u
de stoel A of B kantelen:
– zet de stoel zo nodig naar voren;
– til de hendel op 6 en geleid de stoel naar
voren totdat deze vastklikt.
Na gebruik moet de stoel in de oorspronke-
lijke positie worden teruggebracht. Pak de
rugleuning vast en klap deze neer.
Controleer de vergrendeling.
3.42
: versie met standaardchassis
Beperking voor het gebruik
Het is absoluut verboden om te
rijden met een achterbank in de
"gekantelde" stand.
Voer deze aanpassingen uit-
sluitend uit als de auto stilstaat.
Zorg voordat u een achterstoel naar voren verplaatst dat de stoel niet tegen de vloer neer-
geklapt is.
(2/3)
en goed werken.
Controleer steeds nadat de
achterstoelen zijn gebruikt of
de veiligheidsgordels achterin
nog goed op hun plaats zitten