2 De defibrillator opladen
Druk op de knop LADEN op de handgreep van de apexpaddle of op het voorpaneel.
ANALYSE
Als u na het indrukken van de knop LADEN het opladen wilt stoppen of het geselecteerde
energieniveau wilt verhogen of verlagen, gebruikt u de defibrillatorknoppen
ENERGIESELECTIE op de sternumpaddle of het voorpaneel van de defibrillator. Druk
nogmaals op de knop LADEN om het apparaat op te laden tot het nieuwe energieniveau.
Na het opladen van het apparaat tot het gewenste energieniveau zal de SCHOK-knop of het
indicatorlampje Oplaadstatus apexpaddle branden. Er klinkt een specifieke toon en het bericht
EXTERNE SYNC XXXJ KLAAR verschijnt.
De defibrillator is nu klaar om de behandeling toe te dienen.
3 SCHOK toedienen
WAARSCHUWING! Instrueer iedereen die zich met de patiënt bezighoudt om AFSTAND TE
BEWAREN voordat de defibrillator wordt ontladen.
Controleer of niemand de patiënt, de controlekabel of de afleidingen, het
bedframe of een andere mogelijke baan voor elektrische stroom aanraakt.
Controleer of de ECG-curve stabiel is en of er bij elke R-golfvorm een markering verschijnt.
Houd de knop SCHOK op het voorpaneel ingedrukt (of houd beide SCHOK-knoppen op de
paddles ingedrukt) tot de energie aan de patiënt wordt toegediend. De defibrillator wordt bij de
volgende gedetecteerde R-golfvorm ontladen.
Opmerking: Als de defibrillator niet binnen 60 of 120 seconden (door de gebruiker in te
Zodra de energie is toegediend, verschijnen op het scherm tegelijkertijd de volgende berichten:
XXXJ GELEVERD en DEFIB XXXJ SEL. Na circa 5 seconden verdwijnt het bericht XXXJ
GELEVERD. Het bericht DEFIB XXXJ SEL. blijft in beeld om het geselecteerde energieniveau
aan te geven.
9650-0904-16 Rev. N
LADEN
of
ENERGIE-
SELECTIE
stellen) na het bereiken van het geselecteerde energieniveau wordt ontladen,
ontlaadt het apparaat zichzelf automatisch. Tijdens de tien seconden die
voorafgaan aan dit interne alarm, klinkt de pieptoon die aangeeft dat het laden
voltooid is, met tussenpozen. De pieptoon die aangeeft dat het laden voltooid is,
stopt en de defibrillator blijft in de modus Sync.
Bedieningshandleiding voor de R Series van ZOLL
Gesynchroniseerde-cardioversieprocedure
6–5