Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruik het apparaat niet in of in de nabijheid van stilstaand water. De elektrische veiligheid
kan in gevaar worden gebracht als de defibrillator nat is.
U mag het apparaat nooit ontladen met kortgesloten defibrillatie-elektroden of paddles of in de
open lucht.
Ontlaad de defibrillator uitsluitend zoals in de instructies is aangegeven. De defibrillator mag
alleen worden ontladen als de defibrillatie-elektroden of paddles correct op de patiënt
aangebracht zijn.
Raak het van gel voorziene gedeelte van de elektroden voor handsfree-behandeling tijdens de
pacing of defibrillatie niet aan, om het risico van een elektrische schok te voorkomen.
Zorg ervoor dat zich geen elektrolytengel verzamelt op de handen of de handgrepen van de
paddles om het risico van een elektrische schok te voorkomen.
Om het risico van een elektrische schok te voorkomen, mogen de patiëntenaansluitingen geen
contact maken met andere geleidende onderdelen, waaronder de aarde.
Gebruik bij defibrillatie met behulp van paddles uitsluitend in hoge mate geleidende
elektrolytengel die volgens de specifieke opgave van de fabrikant voor dergelijke toepassingen
geschikt is.
Bij gebruik van paddles voor defibrillatie moeten de knoppen SCHOK met de duim worden
bediend. Hierdoor wordt een onbedoelde schok voor de gebruiker en het onbedoeld indrukken
van de knop ENERGIESELECTIE, waardoor de defibrillator ontlaadt, voorkomen. Houd uw
handen en vingers weg van de paddleplaten.
Het gebruik van accessoires die niet voldoen aan de veiligheidsvoorschriften voor de
R Series-defibrillator, kan de veiligheid van het totale systeem nadelig beïnvloeden. Besteed bij
het kiezen van accessoires aandacht aan de volgende punten:
•
gebruik van de accessoires in de omgeving van de patiënt
•
bewijs dat de veiligheid van de accessoires is gecertificeerd overeenkomstig de juiste
geharmoniseerde nationale normen IEC (EN) 60601-1 en/of IEC (EN) 60601-1-1.
Controleer vóór gebruik altijd of de apparatuur naar behoren werkt en in goede staat verkeert.
Koppel vóór defibrillatie alle elektrische medische apparatuur die niet tegen defibrillatie
bestand is, los van de patiënt.
Voordat u de defibrillator ontlaadt, dient u iedereen te instrueren om AFSTAND TE BEWAREN
van de patiënt.
Raak het bed, de patiënt of op de patiënt aangesloten apparatuur niet aan tijdens defibrillatie.
Dit kan resulteren in een ernstige schok. Zorg dat blootgelegde delen van het lichaam van de
patiënt niet in aanraking komen met metalen voorwerpen, zoals het frame van het bed. Dit is
gevaarlijk, omdat zo een baan voor de defibrillatiestroom kan ontstaan.
Als de R Series een test Codegereedheid uitvoert, aangeduid op het scherm, mogen de
aangesloten paddles, elektroden of OneStep-kabelaansluiting niet worden aangeraakt.
Veiligheid voor patiënt
Deze apparatuur mag op slechts één patiënt per sessie worden aangesloten.
Gebruik uitsluitend OneStep-elektroden voor kinderen voor het defibrilleren van patiënten
jonger dan 8 jaar in de AED-modus of adviesmodus. Het gebruik van elektroden voor
9650-0904-16 Rev. N
Bedieningshandleiding voor de R Series van ZOLL
Waarschuwingen
1–19
Advertenties
Inhoudsopgave
