Hoofdstuk 5 Adviesdefibrillatie
CONTROLEER ELEKTR./SLECHT CONTACT ELEK
De behandelingselektroden zitten niet meer goed aangesloten op de patiënt of de
kabelaansluitingen zijn losgeraakt.
Controleer of de elektroden contact maken met de huid van de patiënt en of alle kabels goed
aangesloten zijn. Deze gesproken prompt klinkt alleen als de behandelingselektroden reeds op
de patiënt aangesloten waren.
5–8
www.zoll.com
9650-0904-16 Rev. N