Inhoudsopgave
Advertenties
Plaatsing behandelingselektroden
WAARSCHUWING! Als de elektroden niet goed blijven zitten en/of er zich lucht onder de elektroden
bevindt, kunnen zich vonkontlading en brandwonden voordoen.
1. Breng één rand van de elektrode zorgvuldig aan bij de patiënt.
2.
Rol de elektrode gelijkmatig van deze rand naar de tegenoverliggende rand af, waarbij u
ervoor zorgt dat er tussen de gel en de huid geen luchtzakken achterblijven.
Elektrode
Controleer of de elektroden goed contact maken met de huid van de patiënt en zich niet op
3.
de ECG-elektroden bevinden.
Als u OneStep Pacing-elektroden of OneStep Complete-elektroden gebruikt, selecteert u
4.
ECG-afleiding P1, P2 of P3. U kunt ook een andere, geschikte ECG-afleiding selecteren. Pas
de grootte van het ECG aan zodat een helder en duidelijk ECG-signaal wordt verkregen.
5.
Controleer of de R-golfvorm goed wordt waargenomen. Bij een goede waarneming knippert
het hartvormige symbool bij elke gedetecteerde R-golfvorm. Pas de grootte van het ECG aan
zodat een helder en duidelijk ECG-signaal wordt verkregen.
Opmerking: Als de OneStep Pacing-elektrodeconfiguratie wordt gebruikt en het apparaat
De ECG-signalen die worden verkregen van P1, P2 of P3 zijn geschikt voor ritmebeoordeling en
het bepalen van de elektrische capture tijdens het pacen, maar mogen niet worden gebruikt voor
diagnostische doeleinden. Voor dat doel moeten conventionele ECG-elektroden en een -kabel
worden gebruikt.
9650-0904-16 Rev. N
Huid
Pad
Skin
wordt in de PACER-modus gezet, wordt P3 automatisch geselecteerd als de
ECG-bron. Als er afzonderlijke ECG-elektroden en elektroden voor
handsfree-behandeling worden gebruikt, wordt afleiding II automatisch
geselecteerd als de ECG-bron.
Bedieningshandleiding voor de R Series van ZOLL
Niet-invasieve tijdelijke pacing
9–3
Advertenties
Inhoudsopgave
