Hoofdstuk 10 ECG-bewaking
U stelt de alarmparameters als volgt in:
1. Druk op de softkey Alarms om het scherm en de softkeys voor het instellen van de
alarmeringen te zien.
SpO2%
99
NIBD
CO2
RR
Druk op de softkey Volg. Param. of Vorige param.
2.
Zo kunt u het gemarkeerde gedeelte naar de gewenste vitale functie bewegen.
Als u de status van de gemarkeerde vitale functie wilt wijzigen:
a. Druk op de softkey Wijzig waarde.
b. Druk op de softkey Omh.> of Oml.< om de statuswaarde te wijzigen.
c. Druk op de softkey Enter.
Het veld Status kan op drie manieren worden ingesteld: Activ., Desac. of Auto.
•
Desac. schakelt het alarm voor de geselecteerde fysiologische parameter permanent uit.
•
Activ. zorg ervoor dat de alarmeringen werken zodra deze worden geactiveerd via de
toets ALARM STIL op het voorpaneel.
•
De optie AUTO stelt de onder- en bovengrens voor alarmeringen in op 80% en 120% van
de op dat moment gemeten hartfrequentie, mits er geldige meetwaarden zijn voor de
vitale functies op het moment dat de softkey Enter wordt ingedrukt. (zie voor andere
percentages behorend bij parameters de betreffende bijlage(n) bij de
bedieningshandleiding).
Druk op de softkey Volg. veld om naar het Laag- of Hoog-veld voor de gemarkeerde vitale
3.
functie te gaan; herhaal stappen 2a tot en met 2c om de waarde Laag of Hoog te wijzigen.
Opmerking: Om de grenswaarden Laag en Hoog voor een parameter opnieuw te berekenen
Druk op de softkey Terug om alle waarden in te stellen en weer op de normale
4.
bedieningsmodus over te gaan.
10–10
CPR
INAC
0:00
Diepte
Snelh
PPI
mmHg
---
ALARM INSTELLEN
---
Parameter
---
ECG HF
ACTIV.
SpO2
DESAC.
EtCO2
ACTIV.
mmHg
ADEMH.
ACTIV.
---
NIBD SYS
ACTIV.
---
NIBD DIA
ACTIV.
NIBP GEM.
ACTIV.
Volg.
Volg.
Vorige
Param.
Param.
veld
als deze eerder zijn ingesteld met behulp van de status AUTO, volgt u de
hiervoor genoemde procedure om nogmaals AUTO te selecteren en vervolgens
op de softkey Enter te drukken. De onder- en bovengrens worden automatisch
gereset, waarbij als uitgangspunt de op dat moment gemeten waarde van de
geselecteerde fysiologische parameter geldt.
www.zoll.com
ECG
72
x1
ELEKTR.
Status
Laag
Hoog
30
150
85
100
55
25
5
120
90
160
50
110
60
130
Wijzig
Terug
Waarde
Elke instelling omvat de alarmstatus
(ACTIV., DESAC. of AUTO) alsmede
de boven- en ondergrens van het
acceptabele bereik.
9650-0904-16 Rev. N