Bijlage A Specificaties
Uitgestraalde RF
10 V/m
IEC 61000-4-3
80 MHz tot 2,7 GHz
(ECG-monitoring van
afleidingen en
ELEKTR.)
Radiated RF
3 V/m
IEC 61000-4-3
80 MHz tot 2,7 GHz
(EtCO
, SpO
,
2
2
NIBP en alle andere
functies)
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en 800 MHz is het hogere frequentiebereik van toepassing.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen gelden mogelijk niet in alle situaties. Elektromagnetische voortplanting wordt beïnvloed door
absorptie en reflectie van structuren, objecten en personen.
a. Tot de levensondersteunende functies van de R Series behoren alle functies die betrekking hebben op ECG-bewaking, pacing, defibrillatie
en schokanalyse. Deze functies omvatten met name, maar niet uitsluitend, de functies voor bewaking van de ECG-golfvorm via afleidingen
of elektroden, voor pacing-uitgangspuls, QRS-detectie, defibrillatie-energieafgifte en schokadvies.
b. De ISM (industriële, wetenschappelijke en medische)-banden tussen 150 KHz en 80 MHz zijn 6,765 MHz tot 6,795 MHz, 13,553 MHz tot
13,567 MHz, 26,957 MHz tot 27,283 MHz en 40,66 MHz tot 40,70 MHz.
c. De conformiteitsniveaus in de ISM-frequentiebanden tussen 150 kHz en 80 MHz, en in het frequentiebereik van 80 MHz tot 2,5 GHz zijn
bedoeld om interferentie te beperken door mobiele/draagbare communicatieapparatuur die onopzettelijk in behandelruimten wordt gebracht.
Om deze reden wordt een aanvullende factor van 10/3 toegepast bij de berekening van de aanbevolen scheidingsafstand voor zenders in
deze frequentiebereiken.
d. De veldsterkte van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefonie (mobiel/Wi-Fi) en landmobiele radio, amateurradio, AM- en
FM-radio, en televisie kan niet nauwkeurig worden voorspeld. Voor het bepalen van de elektromagnetische omgeving die door vaste
RF-zenders wordt gecreëerd, kan een elektromagnetische meting ter plaatse worden overwogen. Als de gemeten veldsterkte op de locatie
waarop de R Series wordt gebruikt het bovengenoemde RF-conformiteitsniveau overschrijdt, moet worden gecontroleerd of de R Series naar
behoren functioneert. Wanneer de R Series afwijkend presteert, zijn aanvullende maatregelen nodig, zoals het opnieuw instellen of
verplaatsen van het apparaat.
e. Boven het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte kleiner zijn dan 10 V/m.
A–10
d
10 V/m
d = 1,2
d = 2,3
d
3 V/m
waarbij P het nominale maximale
uitgangsvermogen van de zender in watt is
volgens de specificaties van de fabrikant en d de
aanbevolen scheidingsafstand in meter is.
De veldsterkte van vaste RF-zenders (bepaald
door elektromagnetische meting ter plaatse)
moet kleiner zijn dan het conformiteitsniveau in elk
frequentiebereik.
Interferentie kan voorkomen in de nabijheid van
apparatuur die met het volgende symbool wordt
aangeduid:
www.zoll.com
P
80 MHz tot 800 MHz
P
800 MHz tot 2,7 GHz
e
9650-0904-16 Rev. N
c
d