H
1 A
OOFDSTUK
LGEMENE INFORMATIE
volwassenen of van andere elektroden voor kinderen dan de OneStep-elektroden voor kinderen
kan resulteren in de afgifte van een te hoge dosis energie.
Het defibrillatie-energieniveau voor pasgeborenen en kinderen dient te worden ingesteld met
als uitgangspunt de ter plaatse geldende klinische protocollen.
Om de veiligheid voor de patiënt te waarborgen, mag de R Series uitsluitend worden
aangesloten op apparatuur met galvanisch geïsoleerde circuits.
Gebruik uitsluitend ECG-elektroden van hoge kwaliteit. ECG-elektroden zijn uitsluitend
bestemd voor het registereren van ritmes en kunnen niet worden gebruikt voor defibrillatie of
pacing.
Gebruik behandelings- of ECG-elektroden niet als de gel is opgedroogd of van het folie zijn
gescheiden, gescheurd of losgeraakt; het gebruik van dergelijke elektroden kan brandwonden
bij de patiënt veroorzaken. Een slechte hechting van en/of luchtruimtes onder de elektroden kan
boogvorming en brandwonden veroorzaken.
Controleer de uiterste gebruiksdatum op de elektrodenverpakking. Gebruik de elektroden niet
na de uiterste gebruiksdatum.
Overmatige lichaamsbeharing of een natte, diaforetische huid kunnen verhinderen dat de
elektrode zich goed aan de huid hecht (contact maakt). Knip overtollig haar af en droog de huid
waarop een elektrode dient te worden bevestigd.
Elektroden die worden gebruikt voor continu pacing moeten periodiek worden vervangen.
Raadpleeg de aanwijzingen voor het gebruik van de elektroden voor instructies over de juiste
plaatsing.
Langdurige pacing (langer dan 30 minuten) kan - met name bij pasgeborenen en volwassenen
met een ernstig belemmerde bloedtoevoer - brandwonden veroorzaken. Controleer de huid
onder de elektroden regelmatig.
Wees zorgvuldig bij het plaatsen van patiëntenkabels om de kans dat de patiënt erin verstrikt
raakt of erdoor verstikt zo klein mogelijk te maken.
Om op bewakingsplaatsen brandwonden als gevolg van elektrochirurgie te voorkomen, dient u
ervoor te zorgen dat het elektrochirurgische retourcircuit goed aangesloten is, zodat de
retourroutes niet via bewakingselektroden of sondes kunnen lopen.
Om interferentie door elektrochirurgie zo veel mogelijk te beperken en ten behoeve van een zo
groot mogelijke veiligheid voor gebruiker en patiënt dient u tijdens elektrochirurgie de
volgende richtlijnen te volgen:
•
Zorg dat de patiëntbewakingskabels niet in aanraking komen met de aarde,
elektrochirurgische snijapparatuur en elektrochirurgische retourdraden.
•
Gebruik elektrochirurgische aardingselektroden met een zo groot mogelijk praktisch
contactoppervlak.
Zorg altijd dat de elektrochirurgische retourelektrode correct op de patiënt wordt aangebracht.
Controleer vóór gebruik op elektrische lekstroom. De lekstroom kan bovenmatig zijn indien er
meer dan één monitor of andersoortig apparaat op de patiënt wordt aangesloten.
Gebruik de ZOLL OneStep-pacingkabel (REF 1009-0913-01) en de ZOLL multifunctionele
kabel (REF 1009-0913-03) niet op 220/240 VAC 60 Hz. De stroomlekkage naar de patiënt kan
groot zijn.
Zorg dat het apparaat niet rechtstreeks contact maakt met de patiënt. Dit kan leiden tot
brandwonden.
1–20
www.zoll.com
9650-0904-16 Rev. N