Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 10 ECG-bewaking
zonder 'X'). De alarmparameter wordt normaal weergegeven (zonder markering).
Als nadat u een alarmfunctie hebt gedeactiveerd, een tweede, ander alarm in werking treedt,
kunt u de alarmfunctie voor deze tweede parameter deactiveren door nogmaals kortstondig op
de knop ALARM STIL te drukken. Er gebeurt hetzelfde als hierboven is beschreven voor het
eerste alarm. Een tweede alarm deactiveren verandert niets aan de timing of verwerking van het
eerder gedeactiveerde alarm.
Geluid van de alarmtoon uitschakelen
De alarmtoon klinkt niet zolang de waarde van de fysiologische parameter buiten het bereik valt.
zonder 'X'). De waarde van de alarmparameter wordt normaal weergegeven (zonder markering).
Mocht, nadat een alarm is gereset, de waarde van de fysiologische parameter weer buiten het
bereik vallen, dan gaat het alarm af.
De alarmverwerking activeren en deactiveren
Om de alarmeringen opnieuw te activeren, drukt u de knop ALARM STIL korter dan 1 seconde in.
Smart Alarms
In de handmatige modus worden de ECG-/hartfrequentie-alarmfuncties uitgebreid met de
defibrillatieadviesfunctie, genaamd Smart Alarms. Als alarmeringen ingeschakeld zijn, zorgt
deze functie ervoor dat er een alarm klinkt en een bericht PAT. CONTROLEREN wordt
weergegeven wanneer ventrikelfibrilleren of ventriculaire tachycardie met brede complexen
wordt gedetecteerd. Dit bericht verschijnt op het scherm en op de uitdraai van de
stroken-recorder.
Als er alarmeringen actief zijn in de PACER-modus, geeft het apparaat het bericht VF-ALARM
UIT om aan te geven dat de functie Smart Alarms is uitgeschakeld.
Gedurende de bewaking is de functie Smart Alarms altijd uitgeschakeld wanneer de uitgebreide
afleidingen (aVR, aVF, aVL), V--afleidingen of EXT PDS geselecteerd zijn. De berichten
VF-ALARM UIT en PERIF. ELEKTR. SEL. worden afwisselend weergegeven op het moment
10–12
Als na het deactiveren van de alarmfunctie de alarmsituatie opgeheven is (de
fysiologische parameter weer een waarde binnen het bereik aanneemt), wordt het
alarm gereset en wordt het alarmbelpictogram weergegeven (zonder knipperen en
Om het geluid van de alarmtoon uit te schakelen, houdt u de knop ALARM STIL
gedurende 1-3 seconden ingedrukt. De alarmtoon wordt beëindigd, het
alarmbelpictogram verschijnt in omgekeerde weergave met een 'X' erdoor en de
waarde van de alarmparameter blijft gemarkeerd. (Als u nogmaals op de knop
ALARM STIL drukt, wordt de alarmfunctie weer geactiveerd.)
Als na het uitschakelen van het geluid van de alarmtoon de alarmsituatie opgeheven is (de
fysiologische parameter weer een waarde binnen het bereik aanneemt), wordt het alarm
gereset en wordt het alarmbelpictogram weergegeven (zonder omgekeerde weergave en
Om alle alarmeringen op het R Series-apparaat te deactiveren, moet u de ALARM
STIL-knop gedurende minimaal 3 seconden ingedrukt houden. Door het
alarmbelpictogram van alle alarmeringen wordt een 'X' weergegeven om aan te
geven dat de alarmeringen zijn gedeactiveerd. De waarden van de alarmparameters
worden normaal weergegeven (zonder markering).
www.zoll.com
9650-0904-16 Rev. N
Advertenties
Inhoudsopgave
