Overzicht
Nadat een opgelegd hartritme is ingesteld, kunt u door de recorder kort in te schakelen het
opgelegde ritme laten vastleggen voor latere overzichten. Als asynchrone pacing geactiveerd is,
wordt ook de annotatie ASYNC PACE opgeslagen en afgedrukt. De datum en tijd die bovenaan
op de strook worden afgedrukt, komen overeen met het tijdstip waarop de recorder werd
geactiveerd, 6 seconden na start van de ECG-strook.
Afbeelding 11-5. Indeling bij geselecteerde pacermodus (asynchrone pacing)
Indeling bij geactiveerd hartfrequentiealarm
Er worden 6 seconden aan ECG-gegevens vóór het alarm geregistreerd. Ook worden de
ECG-afleiding, ECG-grootte, hartfrequentie patiënt en feitelijke tijd en datum van gebeurtenis
geregistreerd. De datum en tijd die bovenaan op de strook worden afgedrukt, komen overeen
met het tijdstip waarop het alarm optrad, 6 seconden na start van de ECG-strook. Indien de
pacemaker tijdens deze gebeurtenis ingeschakeld is, worden tevens de pacingfrequentie en
pacingstroom geregistreerd.
Afbeelding 11-6. Indeling bij geactiveerd hartfrequentiealarm
9650-0904-16 Rev. N
Bedieningshandleiding voor de R Series van ZOLL
11–5