Inhoudsopgave
Advertenties
Klacht
6. Stoorsignalen op ECG, artefacten
of wisselende basislijn
7. Slechte amplitude ECG-signaal,
kalibratiepuls normaal
8. Niet-consistente QRS-pieptoon of
hartfrequentie
9. De synchronisatiemarkering is
afwezig of niet in
overeenstemming met de QRS-
curve op het scherm en de
recorder.
10. Geen ECG-signaal of een
stippellijn op het scherm
11. Reanimatie-afteltimer staat aan,
maar telt niet af.
12. Er is een alarmtoon wanneer het
apparaat wordt aangezet, maar de
alarmfunctie is niet ingeschakeld.
9650-0904-16 Rev. N
Bedieningshandleiding voor de R Series van ZOLL
Aanbevolen actie
• Overweeg een bandbreedte van 1 – 21Hz voor de filter
(zie de R Series Configuration Manual).
• Bereid de huid van de patiënt voor voordat u de
elektroden aanbrengt.
• Controleer of de elektroden goed op de patiënt blijven
zitten.
• Voorkom of verminder ECG-artefacten die worden
veroorzaakt door het bewegen van de elektroden of de
patiëntenkabel. Plaats de kabels zodanig dat op geen
van de elektroden trekkracht wordt uitgeoefend en
overmatig heen en weer zwaaien wordt voorkomen.
• Zorg dat de patiënt zich niet beweegt.
• Controleer of er overmatige interferentie van elektrische
apparatuur aanwezig is.
• Selecteer een andere afleiding.
• Breng nieuwe elektroden op een andere plaats aan.
• Selecteer een andere afleiding.
• Wijzig de plaatsing van de ECG-elektroden.
• Zorg dat het apparaat zich in de modus Sync bevindt.
• Overtuig u ervan dat het apparaat zich NIET in de
modus Externe Sync. bevindt.
• Wijzig de afleidingsselectie van het ECG.
• Wijzig de plaatsing van de ECG-elektroden.
• Het papier is te smal. Het moet 90 mm breed zijn.
• Het apparaat bevindt zich in de modus Externe Sync.
Druk op de softkey Sync. aan/uit om de modus Externe
Sync. te verlaten.
• Zet het apparaat 10 seconden uit en zet het vervolgens
weer aan.
• Druk op de knop ALARM STIL.
Monitor
14–3
Advertenties
Inhoudsopgave
