Advertenties
Basisbediening
Programmakeuzewiel
Hoofdinstelwiel
6
De handelingen in (1) zijn ook mogelijk wanneer de schakelaar <R>
naar rechts is gezet (Multifunctievergrendeling, pag. 59).
56
Draai aan het programmakeuzewiel
terwijl u de ver-/ontgrendelknop
van het programmakeuzewiel in
het midden ingedrukt houdt.
Gebruik dit om de opnamemodus in te stellen.
Druk op een knop en draai het
(1)
instelwiel <6>.
Wanneer u op een knop zoals <n>
<o> <m> drukt, blijft de
desbetreffende functie gedurende zes
seconden geselecteerd. (9). Tijdens
deze zes seconden kunt u het instelwiel
<6> draaien om de instelling te wijzigen.
Wanneer de functie niet meer actief is of
als u de ontspanknop half indrukt, is de
camera klaar om een opname te maken.
Gebruik dit instelwiel om de
meetmethode, het AF-gebruik, de
ISO-snelheid, het AF-punt enzovoort
te selecteren of in te stellen.
Draai uitsluitend het instelwiel <6>.
(2)
Draai, terwijl u in de zoeker of op het
LCD-paneel kijkt, het instelwiel <6>
om de instelling te wijzigen.
Gebruik dit instelwiel om de sluitertijd,
het diafragma, enzovoort in te stellen.
Advertenties
