3 Persoonlijke voorkeuzen instellenN
Wielrichting bij Tv/Av
: Normaal
: Omgekeerde richting
U kunt de richting omkeren waarin u het instelwiel moet draaien
om de sluitertijd en het diafragma in te stellen.
In de opnamemodus <a> is de draairichting van de instelwielen
<6> en <5> omgekeerd. In andere opnamemodi is alleen de
draairichting van het instelwiel <6> omgekeerd. De draairichting
van het instelwiel <5> in de modus <a> en de draairichting om
de belichtingscompensatie in te stellen in de modi <d>, <s> en
<f> blijven gelijk.
Multifunctievergrendeling
Wanneer de schakelaar <R> naar rechts staat, is het niet mogelijk
om een instelling per ongeluk te wijzigen met <6>, <5> of <9>.
Selecteer de camerafunctie die u wilt vergrendelen en druk op <0>
om er een <X> bij te zetten. Selecteer [OK] om de instelling te
registreren.
6 Hoofdinstelwiel
5 Snelinstelwiel
9 Multifunctionele knop
p AF-gebiedsselectiehendel
Wanneer de schakelaar <R> is ingesteld en u een vergrendelde
camerafunctie probeert te gebruiken, wordt <L> in de zoeker en op het
LCD-paneel weergegeven. Ook wordt [LOCK] weergegeven in de
weergave met opname-instellingen (pag. 60).
Bij vergrendeling wordt het instelwiel <5> standaard vergrendeld.
Ook als er een <X> bij het instelwiel <5> staat, kunt u <h> gebruiken.
Aangepaste bediening
U kunt veelgebruikte functies naar wens toewijzen aan
cameraknoppen of instelwielen. Zie pagina 445 voor meer informatie.
442