Scherpstellen met AF (AF-methode)
FlexiZone - Single: d
De camera stelt met één AF-punt scherp. Dit is nuttig als u op een
specifiek onderwerp wilt scherpstellen.
AF-punt
304
Geef het Live view-beeld weer.
1
Druk op de knop <0>.
Het Live view-beeld wordt op het
LCD-scherm weergegeven.
Het AF-punt < > wordt weergegeven.
Bij movie-opnamen wordt het AF-punt
groter weergegeven als [Servo AF voor
film] is ingesteld op [Inschakelen].
Verplaats het AF-punt.
2
Gebruik <9> om het AF-punt te
verplaatsen naar de plek waarop u wilt
scherpstellen. (Het kan niet naar de
randen van de foto worden verplaatst.)
Door op <9> of <0> te drukken
wordt het AF-punt weer naar het
midden van het scherm verplaatst.
Stel scherp op het onderwerp.
3
Richt het AF-punt op het onderwerp
en druk de ontspanknop half in.
Als de scherpstelling is bereikt, wordt het
AF-punt groen en klinkt er een pieptoon.
Als de scherpstelling niet wordt
bereikt, wordt het AF-punt oranje.
Maak de opname.
4
Controleer de scherpstelling en
belichting en druk de ontspanknop
helemaal in om de opname te maken
(pag. 286).