Algemene aandachtspunten bij het maken van Live view-opnamen
Live view-beeld
Bij weinig of juist heel fel licht wordt in het Live view-beeld mogelijk niet
de helderheid van de daadwerkelijke opname weergegeven.
Ook wanneer er een lage ISO-snelheid is ingesteld, kan er ruis zichtbaar
zijn op het weergegeven Live view-beeld bij weinig licht. Maar wanneer u
de opname maakt, bevat de opgeslagen opname minimale ruis.
(De beeldkwaliteit van het Live view-beeld is anders dan die van de
opgeslagen opname.)
Als de lichtbron (de verlichting) in het beeld verandert, kan het scherm
gaan flikkeren. Als dit gebeurt, sluit u de Live view-opname af en hervat
u de Live view-opname bij de lichtbron die u daadwerkelijk wilt
gebruiken.
Wanneer u de camera in een andere richting houdt, wordt de helderheid
van de Live view-opname mogelijk even niet juist weergegeven. Wacht
met het maken van opnamen totdat het helderheidsniveau is
gestabiliseerd.
Als er zich een zeer felle lichtbron in beeld bevindt, kan het heldere
gedeelte op het LCD-scherm zwart lijken. Op de opname zelf wordt het
heldere gedeelte wél goed weergegeven.
Wanneer u bij weinig licht [52 LCD-helderheid] op een heldere
instelling zet, kan er (kleur)ruis in het Live view-beeld optreden. De ruis
of onregelmatige kleuren wordt echter niet in de opname vastgelegd.
Wanneer u het beeld vergroot, lijkt dit mogelijk scherper dan het
daadwerkelijke beeld.
Persoonlijke voorkeuze
Tijdens het maken van Live view-opnamen werken sommige
persoonlijke voorkeuzen niet (instellingen worden ongeldig). Zie
pagina 432-433 voor meer informatie.
Objectief en flitser
De voorinstelling voor scherpstellen is voor het maken van Live view-
opnamen alleen beschikbaar bij gebruik van een (super)telelens met een
voorinstellingsmodus voor scherpstellen. Dergelijke lenzen zijn sinds de
tweede helft van 2011 verkrijgbaar.
Flitsbelichtingsvergrendeling is niet mogelijk wanneer de ingebouwde
flitser wordt gebruikt. FE-vergrendeling en Instellicht werken niet als er
een externe Speedlite wordt gebruikt.
311