i: de ISO-snelheid instellenN
Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op de
waarde die voor het omgevingslicht gewenst is. Wanneer de <A>-
modus is geselecteerd, wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld
(pag. 156).
Raadpleeg pagina 317 en 321 voor meer informatie over de ISO-
snelheid tijdens movie-opnamen.
Richtlijnen voor de ISO-snelheid
ISO-snelheid
ISO 100 - ISO 400
ISO 400 - ISO 1600
ISO 1600 - ISO 16000, H1, H2
* Bij hoge ISO-snelheden worden opnamen korreliger.
154
Druk op de knop <m>.
1
Stel de ISO-snelheid in.
2
Terwijl u op het LCD-paneel aan de
bovenzijde of door de zoeker kijkt,
draait u het instelwiel <6>.
De ISO-snelheid kan worden
ingesteld op een waarde van ISO 100
t/m ISO 16000, met tussenstappen
van 1/3 stop.
'A' staat voor Auto ISO. De ISO-
snelheid wordt automatisch ingesteld
(pag. 156).
Opnamesituatie
(Geen flits)
Zonnig, buiten
Bewolkt of 's avonds
Donker, binnen of 's
avonds
(9)
Flitsbereik
Hoe hoger de ISO-
snelheid, des te groter
het flitsbereik.