A Opnamen maken met het LCD-scherm
Het weergaveoppervlak van het beeld is circa 100% (wanneer de
opnamekwaliteit is ingesteld op JPEG 73).
In de opnamemodus <d/s/f/a/F> kunt u de scherptediepte
controleren door op de knop voor scherptedieptecontrole te drukken.
Tijdens continue opname wordt de belichting die voor de eerste opname
is ingesteld ook toegepast op alle volgende opnamen.
U kunt ook een afstandsbediening (afzonderlijk verkrijgbaar, pag. 248) gebruiken
voor Live view-opnamen.
286
Zet de schakelaar voor Live view-/
1
movie-opnamen op <A>.
Geef het Live view-beeld weer.
2
Druk op de knop <0>.
Het Live view-beeld wordt op het
LCD-scherm weergegeven.
In het Live view-beeld wordt het
helderheidsniveau van de daadwerkelijk
gemaakte opname nauwkeurig benaderd.
Stel scherp op het onderwerp.
3
Wanneer u de ontspanknop half
indrukt, stelt de camera scherp met
de actuele AF-methode (pag. 299).
Maak de opname.
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
De foto wordt gemaakt en de gemaakte opname
wordt op het LCD-scherm weergegeven.
Als de kijktijd is beëindigd, keert de
camera automatisch terug naar de
Live view-opnamen.
Druk op de knop <0> om Live
view-opnamen te verlaten.