A Een beeldstijl aanpassenN
U kunt de beeldstijl naar wens aanpassen door afzonderlijke
parameters te wijzigen, bijvoorbeeld [Scherpte] en [Contrast]. Maak
proefopnamen om het resultaat te bekijken. Zie pagina 165 voor het
aanpassen van [Monochroom].
Druk op de knop <b>.
1
Selecteer [A].
2
Het keuzescherm voor beeldstijlen
wordt weergegeven.
Selecteer een beeldstijl.
3
Selecteer een beeldstijl en druk
vervolgens op de knop <B>.
Selecteer een parameter.
4
Selecteer een parameter,
bijvoorbeeld [Scherpte], en druk
vervolgens op <0>.
163