Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

NEDERLANDS
INSTRUCTIEHANDLEIDING

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Canon EOS 450D

  • Pagina 1 NEDERLANDS INSTRUCTIEHANDLEIDING...
  • Pagina 2: Maak Een Aantal Testopnamen Om Vertrouwd Te Raken Met De Camera

    Bedankt voor het kopen van een Canon-product. De EOS 450D is een hoogwaardige digitale spiegelreflexcamera met één lens en een beeldsensor van 12,20 megapixels. De camera biedt vele functies, zoals Picture Styles, waarmee u uw mogelijkheden voor fotografische expressie kunt vergroten, snelle en uiterst nauwkeurige 9-punts automatische scherpstelling voor bewegende onderwerpen en diverse opnamemodi voor zowel beginners als meer ervaren gebruikers.
  • Pagina 3: Controlelijst Onderdelen

    Controlelijst onderdelen Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt. Batterij LP-E5 Batterijoplader Camera (met beschermdeksel) LC-E5/LC-E5E* (met oogschelp en cameradop) Brede draagriem Interfacekabel Videokabel EW-100DB III IFC-200U VC-100...
  • Pagina 4: Symbolen En Afspraken Die In Deze Handleiding Worden Gebruikt

    Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt Pictogrammen in deze handleiding <6> : Staat voor het instelwiel. <V> <U> : Staan voor de pijltjestoetsen <S>. <0> : Staat voor de instelknop. 0, 9, 8 : Geeft aan dat de desbetreffende functie respectievelijk 4, 6 of 16 seconden actief blijft nadat u de knop loslaat.
  • Pagina 5: Hoofdstukken

    Hoofdstukken Voor nieuwe gebruikers worden in hoofdstuk 1 en 2 de basisbediening en opnameprocedures voor de camera uitgelegd. Inleiding Algemene informatie over de camera Aan de slag Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen Volautomatisch opnamen maken van verschillende onderwerpen Geavanceerde opnametechnieken Basisfuncties voor opname van bepaalde soorten onderwerpen Meer geavanceerde technieken...
  • Pagina 6: Inhoudsopgave

    Inhoud Inleiding Controlelijst onderdelen..................3 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt ....4 Hoofdstukken ....................5 Inhoudsoverzicht ..................... 10 Tips en waarschuwingen voor het gebruik ............12 Verkorte handleiding ..................14 Namen van onderdelen ................... 16 Aan de slag De batterij opladen ..................
  • Pagina 7 Inhoud Geavanceerde opnametechnieken AE-programma....................56 De ISO-waarde wijzigen...................57 De ingebouwde flitser gebruiken..............58 De AF-modus wijzigen ..................60 Het AF-punt selecteren ..................61 Continu-opnamen.....................63 De opnamekwaliteit instellen................64 Een Picture Style selecteren ................67 Meer geavanceerde technieken Actiefoto's......................70 De scherptediepte wijzigen ................72 Handmatige belichting..................75 Automatische scherptediepte AE ..............76 De lichtmeetmethode wijzigen .................77 Belichtingscompensatie instellen ..............78 Reeksopnamen met automatische belichting ..........80...
  • Pagina 8 Inhoud Handige functies Handige functies.................... 108 De pieptoon uitzetten ................. 108 Kaartwaarschuwing ..................108 De kijktijd instellen..................108 De tijd voor automatisch uitschakelen instellen.......... 109 De helderheid van het LCD-scherm instellen..........109 Methoden voor bestandsnummering............110 Opnamen automatisch roteren..............112 Instellingen van camerafuncties controleren ..........113 De standaardinstellingen van de camera herstellen ........114 Voorkomen dat het LCD-scherm automatisch wordt uitgeschakeld....115 De kleur van het scherm met opname-instellingen wijzigen .......115...
  • Pagina 9 Inhoud De camera aanpassen aan uw voorkeuren Persoonlijke voorkeuzen instellen..............152 Persoonlijke voorkeuze-instellingen...............154 My Menu vastleggen ..................160 Referentie Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld ........162 Een gewoon stopcontact gebruiken ...............163 Opnamen maken met de afstandsbediening ..........164 Externe Speedlites ..................166 Menu-instellingen ...................168 Tabel met beschikbare functies ..............170 Problemen oplossen ..................172 Foutcodes ......................175...
  • Pagina 10: Inhoudsoverzicht

    Inhoudsoverzicht Opnamen maken Automatisch opnamen maken pag. 43 - 52 (Basisgebruik-modi) Continu-opnamen maken pag. 47, 50 en 63 Continu-opnamen) Een foto van uzelf maken in een groep pag. 53 Zelfontspanner) De actie bevriezen Een onscherpe actieopname maken pag. 70 AE-sluiterprioriteit) De achtergrond onscherp maken De achtergrond scherp houden pag.
  • Pagina 11: Afdrukken

    Scherpstellen Het scherpstelpunt wijzigen pag. 61 AF-puntselectie) Opnamen maken van een bewegend onderwerp pag. 50 en 60 (AI Servo AF) Weergave De opnamen bekijken op de camera pag. 54 Weergave) Snel opnamen zoeken pag. 124 Indexweergave) Voorkomen dat belangrijke opnamen per ongeluk worden gewist pag.
  • Pagina 12: Tips En Waarschuwingen Voor Het Gebruik

    De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera per ongeluk in water laat vallen. Droog de camera af met een droge doek als er waterspatten op de camera zijn gekomen.
  • Pagina 13: Elektrische Contactpunten Van Het Objectief

    Tips en waarschuwingen voor het gebruik LCD-scherm Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en meer dan 99,99% effectieve pixels heeft, kunnen er onder de 0,01% resterende pixels enkele dode pixels voorkomen. Dode pixels hebben altijd dezelfde kleur, bijvoorbeeld zwart of rood. Dit is geen defect. De dode pixels zijn ook niet van invloed op de opgeslagen opnamen.
  • Pagina 14: Verkorte Handleiding

    Verkorte handleiding Plaats de batterij. (pag. 26). Ga voor meer informatie over het opladen van de batterij naar pagina 24. Plaats het objectief. (pag. 33). EF-S-objectief EF-objectief Als u een EF-S-objectief gebruikt, plaatst u dit zo dat de markering op het objectief op gelijke hoogte is met de witte markering op de camera.
  • Pagina 15 Verkorte handleiding Stel het programmakeuzewiel in op <1> (Automatisch). (pag. 44). Alle camera-instellingen worden automatisch ingesteld. Stel scherp op het onderwerp. (pag. 37). Kijk door de zoeker en richt het midden van de zoeker op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in;...
  • Pagina 16: Namen Van Onderdelen

    Namen van onderdelen De vetgedrukte onderdelen worden uitgelegd tot het gedeelte "Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen". Programmakeuzewiel (pag. 20) Ingebouwde flitser/AF-hulplicht (pag. 58/116) Aan-uitschakelaar (pag. 27) EF-objectiefbevestigingsmarkering (pag. 33) EF-S-objectiefbevestigingsmarkering (pag. 33) <Z> Instellingsknop ISO-waarde (pag. 57) Contactpunten voor flitssynchronisatie <6>...
  • Pagina 17 Namen van onderdelen Oogschelp (pag. 165) Knop voor dioptrische aanpassing (pag. 36) <O> Knop voor diafragma/ Zoekeroculair flitsbelichtingscompensatie (pag. 75/78) <A/I> Knop voor AE- Sensor voor schermuitschakeling vergrendeling/ (pag. 115) flitsbelichtingsvergrendeling/ index/verkleinen <B> Knop voor (pag. 88/89/124/126 en 141) weergave van opname- instellingen/bijsnijdrichting <S/u>...
  • Pagina 18: Weergave Van Opname-Instellingen

    Namen van onderdelen Weergave van opname-instellingen Sluitertijd Instelwielwijzer (pag. 69) Diafragma Indicator belichtingsniveau ISO-waarde (pag. 57) Waarde belichtingscompensatie (pag. 78) Witbalans (pag. 90) AEB-bereik (pag. 80) Auto W Daglicht Flitsbelichtings- E Schaduw compensatie (pag. 79) R Bewolkt Y Kunstlicht Opnamemodus U Wit TL licht Transportmodus I Flitser...
  • Pagina 19: Zoekerinformatie

    Namen van onderdelen Zoekerinformatie Cirkel voor spotmeting Indicator voor weergave AF-punt < > Matglas AF-punten <Z> ISO-waarde <A> AE-vergrendeling/ <o> Focus- AEB actief bevestigings- lampje Maximale <D> Flitser gereed opnamereeks Waarschuwing voor Witbalanscorrectie onjuiste flitsbelichtings- vergrendeling ISO-waarde <e> High-speed flitssynchronisatie (FP-flits) <0>...
  • Pagina 20: Basisgebruik

    Namen van onderdelen Programmakeuzewiel Het programmakeuzewiel bevat de Basisgebruik-modi en Creatief gebruik-modi. Creatief gebruik Deze modi geven u controle over het resultaat. : AE-programma (pag. 56) : AE-sluiterprioriteit (pag. 70) : AE-diafragmaprioriteit (pag. 72) : Handmatige belichting (pag. 75) 8 : Automatische scherptediepte AE (pag.
  • Pagina 21 Namen van onderdelen Batterijoplader LC-E5 Stekker Oplaadlampje Batterijcompartiment Batterijoplader LC-E5E Batterijcompartiment Netsnoer Oplaadlampje Netsnoeraansluiting...
  • Pagina 22: De Riem Bevestigen

    Namen van onderdelen De riem bevestigen Haal het einde van de riem van onderaf door de draagriemring. Haal deze daarna door de gesp van de riem zoals afgebeeld in de illustratie. Trek de riem strak en zorg ervoor dat hij goed vastzit in de gesp. De oculairdop is ook aan de riem bevestigd.
  • Pagina 23: Aan De Slag

    Aan de slag In dit hoofdstuk worden de voorafgaande stappen en de basisbediening van de camera uitgelegd.
  • Pagina 24: De Batterij Opladen

    De batterij opladen Verwijder het beschermdeksel. Plaats de batterij. Duw de batterij goed vast, zoals in de afbeelding wordt weergegeven. Om de batterij te verwijderen, herhaalt u de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde. LC-E5 Laad de batterij op. Voor LC-E5 Klap de contactpunten van de batterijoplader naar buiten, in de richting van de pijl en steek ze in...
  • Pagina 25: Tips Voor Het Gebruik Van De Batterij En Batterijoplader

    Koop een nieuwe batterij Laad geen andere batterij op dan batterij LP-E5. Batterij LP-E5 is uitsluitend geschikt voor producten van Canon. Wanneer u deze oplaadt met een batterijoplader of een ander product dat niet compatibel is, kunnen zich defecten of ongelukken voordoen...
  • Pagina 26: De Batterij Plaatsen En Verwijderen

    De batterij plaatsen en verwijderen De batterij plaatsen Plaats een volledig opgeladen LP-E5-batterij in de camera. Open het klepje van het batterijcompartiment. Schuif het schuifje in de richting van de pijl en open het klepje. Plaats de batterij. Steek het uiteinde met de batterijcontacten in de camera.
  • Pagina 27: De Camera Inschakelen

    De camera inschakelen Als u de camera inschakelt en het scherm met datum/tijd-instelling wordt weergegeven, raadpleeg dan pagina 29 om de datum en tijd in te stellen. <1> : De camera is ingeschakeld. <2> : De camera is uitgeschakeld en werkt niet.
  • Pagina 28: Het Batterijniveau Controleren

    De camera inschakelen Het batterijniveau controleren Wanneer de aan-uitschakelaar op <1> staat, heeft het batterijniveau een van de volgende vier niveaus: z : Batterij is vol. x : Batterijniveau is iets gezakt, maar er is nog genoeg stroom over. c : Batterij is bijna leeg. n : Batterij moet worden opgeladen.
  • Pagina 29: De Datum En Tijd Instellen

    De datum en tijd instellen Als u de camera voor de eerste keer inschakelt of als de datum- en tijdsinstellingen zijn teruggezet, wordt het scherm met datum/tijd-instelling weergegeven. Volg stap 3 en 4 om de datum en tijd in te stellen. Houd er rekening mee dat de datum en tijd die aan opnamen zijn toegevoegd, worden gebaseerd op deze datum/tijd- instelling.
  • Pagina 30: De Interfacetaal Selecteren

    De interfacetaal selecteren Geef het menu weer. Druk op de knop <M> om het menu weer te geven. Selecteer op het tabblad [6] de optie [Taal]. Druk op de toets <U> om het tabblad [6] te selecteren. Druk op de toets <V> om [Taal] te selecteren (het derde item van boven) en druk op <0>.
  • Pagina 31: De Kaart Plaatsen En Verwijderen

    De kaart plaatsen en verwijderen De opname wordt opgeslagen op de kaart (afzonderlijk verkrijgbaar). Zorg ervoor dat de schakelaar voor schrijfbeveiliging van de kaart omhoog staat om schrijven/wissen toe te staan. De kaart plaatsen Open het klepje. Schuif het klepje in de richting van de pijl om het te openen.
  • Pagina 32: De Kaart Verwijderen

    De kaart plaatsen en verwijderen De kaart verwijderen Open het klepje. Zet de aan-uitschakelaar op <2>. Controleer of "Opslaan..." niet wordt weergegeven op het LCD-scherm. Controleer of de lees-/ schrijfindicator uit is en open Lees-/schrijfindicator vervolgens het klepje. Verwijder de kaart. Duw de kaart voorzichtig in de camera en laat de kaart vervolgens los.
  • Pagina 33: Een Objectief Bevestigen En Verwijderen

    Een objectief bevestigen en verwijderen Een objectief bevestigen Verwijder de doppen. Verwijder de achterste lensdop en de cameradop door ze los te draaien in de richting die door de pijl wordt aangegeven. Plaats het objectief. EF-S-objectiefbevestigingsmarkering Plaats het EF-S-objectief op de camera precies boven de objectiefbevestigingsmarkering en draai het objectief in de richting van de pijl...
  • Pagina 34: Het Objectief Verwijderen

    Een objectief bevestigen en verwijderen In- en uitzoomen Om in of uit te zoomen draait u de zoomring op het objectief met uw vingers. Als u wilt in- of uitzoomen, doe dit dan voordat u scherpstelt. Wanneer u na het scherpstellen aan de zoomring draait, kan de scherpstelling enigszins verloren gaan.
  • Pagina 35: Objectieven Met Image Stabilizer (Beeldstabilisatie)

    Objectieven met Image Stabilizer (beeldstabilisatie) Bij de hier uitgelegde procedure wordt het EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 IS- objectief als voorbeeld gebruikt. * IS betekent Image Stabilizer (beeldstabilisatie). Zet de IS-schakelaar op <1>. Zet de aan-uitschakelaar van de camera op <1>. Druk de ontspanknop half in. Image Stabilizer (beeldstabilisatie) werkt nu.
  • Pagina 36: Basisbewerkingen

    Basisbewerkingen De scherpte van de zoeker aanpassen Draai aan de knop voor dioptrische aanpassing. Draai de knop naar links of rechts zodat de negen AF-punten in de zoeker scherp zijn. Als het beeld in de zoeker na de dioptrische aanpassing van de camera nog niet scherp is, wordt aanbevolen om de dioptrische aanpassingslens E te gebruiken (10 typen, afzonderlijk verkrijgbaar).
  • Pagina 37: Ontspanknop

    Basisbewerkingen Ontspanknop De ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken. Half indrukken Hiermee activeert u de automatische scherpstelling en de automatische lichtmeting die de sluitertijd en het diafragma instelt. De belichtingsinstelling (sluitertijd en diafragma) wordt in de zoeker weergegeven.
  • Pagina 38: Menugebruik En -Instellingen

    Menugebruik en -instellingen Met behulp van diverse optionele instellingen in de menu's kunt u de opnamekwaliteit, datum en tijd, etc. instellen. Gebruik de knop <M>, de pijltjestoetsen <S> en de knop < > aan de achterkant van de camera terwijl u op het LCD-scherm kijkt. Knop <M>...
  • Pagina 39 Menugebruik en -instellingen Procedure voor menu-instellingen Geef het menu weer. Druk op de knop <M> om het menu weer te geven. Selecteer een tabblad. Druk op de toets <U> om een menutabblad te selecteren. U kunt ook aan het instelwiel <6> draaien om een tabblad te selecteren.
  • Pagina 40: De Kaart Formatteren

    De kaart formatteren Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd met een andere camera of computer, moet u de kaart met de camera formatteren. Door het formatteren van de kaart worden alle gegevens op de kaart gewist. Zelfs beveiligde opnamen worden verwijderd dus controleer of er geen opnamen op de kaart staan die u wilt bewaren.
  • Pagina 41: Low-Level-Formattering

    3 De kaart formatteren Low-level-formattering Voer een low-level-formattering uit als de opname- of leessnelheid van de kaart laag is. Aangezien bij het low-level-formatteringsproces alle sectoren op de kaart die opname-informatie kunnen bevatten, worden gewist, duurt het formatteren wat langer dan het normale formatteringsproces. U kunt de low-level-formattering stoppen door [Annuleer] te selecteren.
  • Pagina 42: Wisselen Van Scherm

    Wisselen van scherm Op het LCD-scherm kunnen schermen worden weergeven voor opname-instellingen, het menu, opnamen, etc. Opname-instellingen Dit scherm wordt weergegeven als de camera is ingeschakeld. Als u met uw oog in de buurt komt van het zoekeroculair, schakelt de sensor voor schermuitschakeling het LCD-scherm automatisch uit.
  • Pagina 43: Basisfuncties Voor Het Maken En Weergeven Van Opnamen

    Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de Basisgebruik- modi op het programmakeuzewiel kunt gebruiken voor de beste resultaten en hoe u opnamen kunt weergeven. In de Basisgebruik-modi hoeft u de camera alleen maar op het onderwerp te richten en de opname te maken;...
  • Pagina 44: Volautomatisch Opnamen Maken

    1 Volautomatisch opnamen maken Stel het programmakeuzewiel in op <1>. Richt een AF-punt op het onderwerp. AF-punt Alle AF-punten zijn actief en er wordt scherpgesteld aan de hand van het AF-punt op het dichtstbijzijnde onderwerp. Het scherpstellen kan worden vereenvoudigd door het middelste AF-punt op het onderwerp te richten.
  • Pagina 45: Veelgestelde Vragen

    1 Volautomatisch opnamen maken Veelgestelde vragen Het focusbevestigingslampje <o> knippert en het onderwerp is niet scherpgesteld. Richt het AF-punt op een gedeelte met goed contrast tussen licht en donker en druk de ontspanknop vervolgens half in. (pag. 162). Ga iets achteruit als u te dicht bij het onderwerp bent en probeer het opnieuw.
  • Pagina 46: Volautomatische Technieken

    1 Volautomatische technieken De compositie opnieuw bepalen Positioneer het onderwerp links of rechts, afhankelijk van de gehele opname, om te zorgen voor een gebalanceerde achtergrond en een goed perspectief. In de modus <1> (Automatisch) drukt u de ontspanknop half in om scherp te stellen op een niet-bewegend onderwerp.
  • Pagina 47: Portretfoto's Maken

    2 Portretfoto's maken De modus <2> (Portret) maakt de achtergrond onscherp, zodat personen duidelijker naar voren komt. Ook worden de huidtinten en het haar zachter gemaakt dan in modus <1> (Automatisch). Opnametips Hoe groter de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond, hoe beter.
  • Pagina 48: Landschapsfoto's Maken

    3 Landschapsfoto's maken Gebruik de modus <3> (Landschap) voor panoramafoto's en opnamen in de avond of om alles van dichtbij tot veraf scherp te stellen. Groene en blauwe kleuren zijn levendiger en scherper dan bij <1> (Automatisch). Opnametips Gebruik de groothoekzijde wanneer u een zoomobjectief gebruikt.
  • Pagina 49: Close-Ups Maken

    4 Close-ups maken Wanneer u bloemen of kleine onderwerpen van dichtbij wilt fotograferen, gebruikt u hiervoor de modus <4> (Close-up). Gebruik een macro-objectief (afzonderlijk verkrijgbaar) om kleine onderwerpen veel groter te laten uitkomen. Opnametips Gebruik een eenvoudige achtergrond. Bloemen en dergelijke steken beter af tegen een eenvoudige achtergrond. Nader het onder onderwerp zo dicht mogelijk.
  • Pagina 50: Foto's Maken Van Bewegende Onderwerpen

    5 Foto's maken van bewegende onderwerpen Gebruik de modus <5> (Sport) voor het fotograferen van een bewegend onderwerp, bijvoorbeeld een rennend kind of een rijdende auto. Opnametips Gebruik een teleobjectief. Het gebruik van een teleobjectief wordt aanbevolen omdat u hiermee op grote afstand kunt fotograferen. Gebruik het middelste AF-punt om scherp te stellen.
  • Pagina 51: Avonds Portretfoto's Maken

    6 's Avonds portretfoto's maken Gebruik de modus <6> (Nacht portret) als u 's avonds iemand wilt fotograferen en een natuurlijk uitziende belichting in de achtergrond wilt hebben. Opnametips Gebruik een groothoekobjectief en een statief. Als u een zoomobjectief gebruikt, gebruik dan de groothoekzijde om in het donker een panorama-effect te verkrijgen.
  • Pagina 52: De Flitser Uitschakelen

    7 De flitser uitschakelen Op plaatsen waar het gebruik van een flitser niet is toegestaan, gebruikt u de modus <7> (Flitser uit). Deze modus is ook geschikt wanneer u opnamen maakt bij kaarslicht en u het effect van de kaarsen wilt vastleggen.
  • Pagina 53: De Zelfontspanner Gebruiken

    j De zelfontspanner gebruiken Druk op de knop <Yi >. Selecteer de juiste instelling voor de zelfontspanner. Druk op de toets <U> om de gewenste instelling voor de zelfontspanner te selecteren en druk vervolgens op <0>. Q: Zelfontspanner: 10 seconden U kunt ook de afstandsbediening gebruiken.
  • Pagina 54: Opnamen Weergeven

    x Opnamen weergeven Hieronder wordt beschreven hoe u opnamen het eenvoudigst kunt weergeven. Zie pagina 123 voor meer informatie over weergavemethoden. Geef de opname weer. Als u op de knop <x> drukt, wordt de opname weergegeven die het laatst is gemaakt. Selecteer de opname.
  • Pagina 55: Geavanceerde Opnametechnieken

    Geavanceerde opnametechnieken Om mislukte opnames te voorkomen worden in de Basisgebruik-modi de meeste functies automatisch ingesteld. Deze kunnen niet worden gewijzigd. In de <d> modus (AE-programma) kunt u diverse functies instellen en creatievere opnamen maken. In de <d> modus (AE-programma) stelt de camera de sluitertijd en het diafragma automatisch in om de standaardbelichting te verkrijgen.
  • Pagina 56: Ae-Programma

    d: AE-programma Om een goede belichting te verkrijgen, stelt de camera de belichting (sluitertijd en diafragma) automatisch in. Dit heet AE-programma. Stel het programmakeuzewiel in op < >. Maak de opname. Druk de ontspanknop half in; de camera stelt vervolgens scherp. De automatisch ingestelde belichtingsinstelling (sluitertijd en diafragma) wordt in de zoeker...
  • Pagina 57: De Iso-Waarde Wijzigen

    Z: De ISO-waarde wijzigenN Stel de ISO-waarde (lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op de waarde die voor het omgevingslicht gewenst is. In de Basisgebruik- modi wordt de ISO-waarde automatisch ingesteld. Druk op de knop <Z>. [ISO snelheid] wordt weergegeven. Selecteer de ISO-waarde. Draai aan het instelwiel <6>...
  • Pagina 58: De Ingebouwde Flitser Gebruiken

    De ingebouwde flitser gebruiken Als u binnen bent of te maken hebt met slecht licht of tegenlicht, kunt u de ingebouwde flitser omhoog klappen en op de ontspanknop drukken om opnamen met de flitser te maken. In de modus <d> wordt de sluitertijd (1/60 sec.
  • Pagina 59: Roge-Ogenreductie Gebruiken

    De ingebouwde flitser gebruiken Opnametips Verhoog de ISO-waarde als het onderwerp ver weg is. Hierdoor wordt het flitsbereik vergroot. Verlaag de ISO-waarde bij fel licht. Verlaag de ISO-waarde als de belichtingsinstelling in de zoeker knippert. Verwijder de lenskap en bewaar een afstand van minstens 1 meter van het onderwerp.
  • Pagina 60: De Af-Modus Wijzigen

    E: De AF-modus wijzigenN U kunt de AF-modus aanpassen aan verschillende onderwerpen zoals groepsfoto's, dieren en sport. Druk op de knop <ZE>. [AF Mode] wordt weergegeven. Selecteer de AF-modus. Druk op de toets <U> om de AF-modus te selecteren, en vervolgens op <0>. Stel scherp op het onderwerp.
  • Pagina 61: Het Af-Punt Selecteren

    S Het AF-punt selecterenN In de Basisgebruik-modi zijn alle AF-punten actief. In principe wordt scherpgesteld op het AF-punt in het dichtstbijzijnde onderwerp. Daarom stelt de camera niet altijd op het gewenste onderwerp scherp. In de modi <d> (AE-programma), <s>, <f> en <a> kunt u een AF-punt selecteren waarop u wilt scherpstellen.
  • Pagina 62: Handmatig Scherpstellen

    S Het AF-punt selecterenN Opnametips Als u van dichtbij een portret wilt maken, gebruikt u 1-beeld AF en stelt u scherp op de ogen. Als u eerst op de ogen scherpstelt, kunt u de compositie vervolgens opnieuw bepalen terwijl het gezicht scherp blijft. Als het moeilijk is om scherp te stellen, selecteert en gebruikt u het middelste AF-punt.
  • Pagina 63: Continu-Opnamen

    i Continu-opnamenN U kunt maximaal 3,5 opnamen per seconde maken. Deze functie kunt u gebruiken als uw kind naar u toe rent en u de verschillende gezichtsuitdrukkingen wilt vastleggen. Druk op de knop < iQ>. Selecteer <i>. Druk op de toets <U> om <i> te selecteren en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 64: De Opnamekwaliteit Instellen

    (12 M) 15,3 + 4,3 1+73 * Gebaseerd op de testnormen van Canon met een kaart van 2 GB, ISO 100 en Picture Style Standaard. * De bestandsgrootte, het maximumaantal opnamen en de maximale opnamereeks variëren afhankelijk van het onderwerp, het merk van de geheugenkaart,...
  • Pagina 65 3 De opnamekwaliteit instellen Veelgestelde vragen Ik wil de kwaliteit selecteren die bij het papierformaat past waarop ik wil afdrukken. Raadpleeg het diagram links bij het Papierformaat kiezen van de opnamekwaliteit. Als u de A3 (42,0 x 29,7 cm) opname wilt bijsnijden, wordt het aanbevolen een hogere kwaliteit A4 (29,7 x 21,0 cm) (meer pixels) te selecteren, zoals 73,...
  • Pagina 66: Informatie Over

    3 De opnamekwaliteit instellen Informatie over 1 1-opnamen zijn onbewerkte opnamegegevens die nog moeten worden omgezet in 73 of andere afbeeldingen. Hoewel voor het weergeven van 1-opnamen op de computer software als Digital Photo Professional (meegeleverd) nodig is, kunnen op 1-opnamen erg eenvoudig bewerkingen worden toegepast die bij andere soorten opnamen niet mogelijk zijn.
  • Pagina 67: Een Picture Style Selecteren

    A Een Picture Style selecterenN Door een Picture Style te selecteren, kunt u de gewenste opname-effecten verkrijgen die passen bij uw fotografische expressie of bij het onderwerp. Druk op de knop <XA>. [Beeldstijl] wordt weergegeven. Selecteer een Picture Style. Druk op de toets <V> om de Picture Style te selecteren en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 68 A Een Picture Style selecterenN S Neutraal Deze instelling is geschikt voor gebruikers die er de voorkeur aan geven om opnamen te bewerken met de computer. Voor natuurlijke kleuren en ingetogen beelden. U Natuurlijk Deze instelling is geschikt voor gebruikers die er de voorkeur aan geven om opnamen te bewerken met de computer.
  • Pagina 69: Meer Geavanceerde Technieken

    Meer geavanceerde technieken In dit hoofdstuk wordt verder geborduurd op het vorige hoofdstuk en leest u op welke manieren u nog meer creatief kunt fotograferen. In het eerste gedeelte van dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de modi <s> <f> <a> <8> op het programmakeuzewiel kunt gebruiken.
  • Pagina 70: Actiefoto's

    s: Actiefoto's Met de modus <s> (automatische belichting met sluiterprioriteit) op het programmakeuzewiel kunt u de actie óf bevriezen óf onscherp maken. * <s> staat voor tijdwaarde (Time value). Bevroren actie Onscherpe actie Stel het programmakeuzewiel in op <s>. Stel de gewenste sluitertijd in. Zie "Opnametips"...
  • Pagina 71: De Ingebouwde Flitser Gebruiken

    s: Actiefoto's Opnametips Een actie of bewegend onderwerp bevriezen. Gebruik een korte sluitertijd, bijvoorbeeld tussen 1/500 en 1/4000 seconde. Een rennend kind of dier onscherp maken, zodat de indruk wordt gewekt dat het onderwerp snel beweegt. Gebruik een gemiddelde sluitertijd, bijvoorbeeld tussen 1/30 en 1/250 seconde. Volg het bewegende onderwerp met de zoeker en druk de ontspanknop in om de opname te maken.
  • Pagina 72: De Scherptediepte Wijzigen

    f: De scherptediepte wijzigen Om een onscherpe achtergrond te verkrijgen of om onderwerpen die dichtbij of ver weg zijn scherp te krijgen, stelt u het programmakeuzewiel in op <f> (automatische belichting met diafragmaprioriteit). Zo kunt u de scherptediepte (bereik van een acceptabele scherpstelling) aanpassen.
  • Pagina 73 f: De scherptediepte wijzigen Opnametips Houd er rekening mee dat wanneer u een kleiner diafragma gebruikt er bij slechte lichtomstandigheden bewegingsonscherpte kan voorkomen. Bij een kleiner diafragma is de sluitertijd langer. Bij slechte lichtomstandigheden kan de sluitertijd wel 30 seconden bedragen. Verhoog in zo'n geval de ISO-waarde en houd de camera stil of gebruik een statief.
  • Pagina 74: Controle Van De Scherptediepten

    f: De scherptediepte wijzigen De ingebouwde flitser gebruiken Om de juiste flitsbelichting te verkrijgen, wordt het flitsvermogen zo ingesteld dat dit overeenkomt met het ingestelde diafragma (automatische flitsbelichting). De sluitertijd wordt automatisch ingesteld op een waarde tussen 30 en 1/200 seconde, zodat die bij de helderheid van de omgeving past.
  • Pagina 75: Handmatige Belichting

    a: Handmatige belichting U kunt zowel de sluitertijd als het diafragma naar wens instellen. Bij gebruik van de flitser wordt de flitsbelichting automatisch zodanig ingesteld, dat deze overeenkomt met het ingestelde diafragma. De flitssynchronisatietijd kan worden ingesteld op bulb of van 30 tot 1/200 seconde. * <a>...
  • Pagina 76: Automatische Scherptediepte Ae

    8: Automatische scherptediepte AE Er wordt automatisch scherpgesteld op objecten op de voorgrond en op de achtergrond. Alle AF-punten functioneren om het onderwerp waar te nemen en het diafragma dat vereist is voor de benodigde scherptediepte, wordt automatisch ingesteld. * <8> betekent automatische scherptediepte. In deze modus wordt de scherptediepte automatisch ingesteld.
  • Pagina 77: De Lichtmeetmethode Wijzigen

    q De lichtmeetmethode wijzigenN De lichtmeetmethode is de manier waarop de helderheid van het onderwerp wordt gemeten. Meestal wordt meervlaksmeting aanbevolen. Druk op de knop <WQ>. [Lichtmeting] wordt weergegeven. Selecteer de lichtmeetmethode. Druk op de toets <V> om de lichtmeetmethode te selecteren en vervolgens op <0>.
  • Pagina 78: Belichtingscompensatie Instellenn

    Belichtingscompensatie instellenN Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichting die door de camera is ingesteld, te wijzigen. U kunt het beeld lichter (langere belichting) of donkerder (kortere belichting) maken. Deze functie kan worden gebruikt in de Creatief gebruik-modi (met uitzondering van <a>). De belichtingscompensatie- instelling wordt niet automatisch geannuleerd wanneer u de camera uitschakelt.
  • Pagina 79 Belichtingscompensatie instellenN y FlitsbelichtingscompensatieN Stel de flitsbelichtingscompensatie in wanneer de belichting van het onderwerp anders uitvalt dan gewenst. Deze functie werkt ook met externe Speedlites uit de EX-serie. Selecteer [Flitsbel. comp]. Selecteer [Flitsbel. comp] op tabblad [2] en druk vervolgens op <0>. Stel de waarde voor de belichtingscompensatie in.
  • Pagina 80: Reeksopnamen Met Automatische Belichting

    Reeksopnamen met automatische belichtingN Met deze functie gaat belichtingscompensatie een stap verder, doordat de belichting automatisch wordt gewijzigd voor drie opnamen, zoals hieronder is weergegeven. U kunt vervolgens de beste belichting kiezen. Dit heet AEB (Reeksopnamen met automatische belichting). Standaardbelichting Donkerdere belichting Fellere belichting (lagere belichting)
  • Pagina 81: Aeb Annuleren

    3 Reeksopnamen met automatische belichtingN AEB annuleren Volg stap 1 en 2 om de AEB-waarde in te stellen op < >. De AEB-instelling wordt automatisch geannuleerd als de aan-uitschakelaar is ingesteld op <2> of als de flitser gereed is, etc. Opnametips Gebruik AEB bij het maken van continu-opnamen.
  • Pagina 82: De Picture Style Aanpassen

    A De Picture Style aanpassenN U kunt de Picture Style naar wens aanpassen door individuele parameters te wijzigen, bijvoorbeeld [Scherpte] en [Contrast]. Maak proefopnamen om het resultaat te bekijken. Zie pagina 84 voor het aanpassen van [Monochroom]. Selecteer [Beeldstijl]. Selecteer [Beeldstijl] op het tabblad [2] en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 83 A De Picture Style aanpassenN Parameterinstellingen en -effecten Scherpte Hiermee kunt u de scherpte van de opname aanpassen. Als u de opname minder scherp wilt maken, stelt u de scherpte in naar de kant met E. Hoe dichter de markering zich bij E bevindt, hoe zachter de opname.
  • Pagina 84: Monochroom Aanpassen

    A De Picture Style aanpassenN Monochroom aanpassen Voor Monochroom kunt u, zoals op de vorige pagina is beschreven, naast [Scherpte] en [Contrast] ook [Filtereffect] en [Toningeffect] instellen. Filtereffect U kunt op een zwart-witfoto witte wolken of groene bomen meer laten afsteken door een filtereffect toe te passen.
  • Pagina 85: De Picture Style Vastleggen

    A De Picture Style vastleggenN U kunt een basis-Picture Style selecteren, zoals [Portret] of [Landschap], de parameters daarvan naar wens aanpassen en de stijl vervolgens vastleggen onder [Gebruiker 1], [Gebruiker 2] of [Gebruiker 3]. U kunt Picture Styles maken met andere parameterinstellingen voor bijvoorbeeld scherpte en contrast.
  • Pagina 86 A De Picture Style vastleggenN Selecteer een parameter. Selecteer een parameter zoals [Scherpte] en druk vervolgens op <0>. Stel de parameter in. Druk op de knop <U> om de parameter naar wens aan te passen en druk vervolgens op <0>. Zie "De Picture Style aanpassen"...
  • Pagina 87: De Kleurruimte Instellen

    De kleurruimte instellenN De kleurruimte verwijst naar het bereik van reproduceerbare kleuren. Met deze camera kunt u de kleurruimte voor opnamen instellen op sRGB of Adobe RGB. Voor normale afbeeldingen wordt sRGB aanbevolen. Bij de Basisgebruik-modi wordt sRGB automatisch ingesteld. Selecteer [Kleurruimte].
  • Pagina 88: Ae-Vergrendelingseffecten

    A AE-vergrendelingN Gebruik AE-vergrendeling wanneer het gebied waarop u wilt scherpstellen afwijkt van het lichtmetingsgebied of wanneer u meerdere foto's wilt nemen met dezelfde belichtingsinstelling. Druk op de knop <A> om de belichting te vergrendelen, maak een nieuwe compositie en maak de opname. Dit heet AE- vergrendeling.
  • Pagina 89: Fe-Vergrendeling

    A FE-vergrendelingN Met de FE-vergrendeling wordt de instelling voor flitsbelichting vergrendeld in het gewenste gebied van het onderwerp. Deze functie werkt ook met externe Speedlites uit de EX-serie. * FE staat voor flitsbelichting (Flash Exposure). Druk op de knop <D> om de ingebouwde flitser te voorschijn te laten komen.
  • Pagina 90: De Witbalans Instellen

    B: De witbalans instellenN Witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte gebieden er wit uitzien. Bij de instelling <Q> (Auto) zal doorgaans automatisch de juiste witbalans worden ingesteld. Als u met de instelling <Q> geen natuurlijke kleuren krijgt, kunt u de witbalans handmatig aanpassen aan de lichtomstandigheden van dat moment.
  • Pagina 91 B: De witbalans instellenN Selecteer [Handmatige witbalans]. Op het tabblad [2] selecteert u [Handmatige witbalans] en drukt u vervolgens op <0>. Het scherm SET (Instellen) verschijnt. Importeer de witbalansgegevens. Selecteer de opname die u bij stap 1 hebt gemaakt en druk op <0>. In het dialoogvenster dat wordt weergegeven selecteert u [OK] en de gegevens worden geïmporteerd.
  • Pagina 92: Witbalanscorrectie

    WitbalanscorrectieN U kunt de ingestelde witbalans corrigeren. Deze correctie heeft hetzelfde effect als het gebruik van een in de handel verkrijgbaar kleurtemperatuurconversiefilter of kleurcompensatiefilter. Elke kleur kan in negen niveaus worden gecorrigeerd. Deze functie is voor geavanceerde gebruikers die bekend zijn met het gebruik van kleurtemperatuurconversie- of kleurcompensatiefilters.
  • Pagina 93: Automatische Reeksopnamen Met Automatische Witbalans

    3 WitbalanscorrectieN Automatische reeksopnamen met automatische witbalans Het is mogelijk om met één opname tegelijkertijd drie beelden met een verschillende kleurtoon op te slaan. De opname wordt niet alleen opgeslagen met de kleurtemperatuur van de huidige witbalansinstelling, maar ook met meer blauw/amber of magenta/groen. Dit worden reeksopnamen met automatische witbalans genoemd (WB-BKT).
  • Pagina 94: Bewegingsonscherpte Voorkomen

    Bewegingsonscherpte voorkomenN De camerabeweging die wordt veroorzaakt door de reflexspiegelactie, kan van invloed zijn op foto's die zijn genomen met een superteleobjectief of een macro- objectief (close-up). In dit geval kan het nuttig zijn de spiegel op te klappen. U kunt Spiegel opklappen inschakelen door [7 Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)] te selecteren en [Spiegel opklappen] (pag.
  • Pagina 95: Live View-Opnamen Maken

    Live View-opnamen U kunt opnamen maken terwijl u een 'real-time' beeld bekijkt op het LCD-scherm van de camera of op het beeldscherm van een pc. Dit wordt het maken van "Live View-opnamen" genoemd. Dit is bijvoorbeeld handig wanneer de camera op een statief wordt geplaatst om een stilleven vast te leggen.
  • Pagina 96: Live View-Opnamen - Voorbereiding

    Live View-opnamen - voorbereidingN Stel de camera in voor Live View-opnamen maken. Stel de opnamemodus in. Stel de opnamemodus in op een Creatief gebruik-modus. U kunt geen Live View-opnamen maken in de Basisgebruik-modi. Selecteer [Live view functie inst.]. Selecteer op het tabblad [6] de optie [Live view functie inst.] en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 97 Live View-opnamen - voorbereidingN Richt de camera tijdens het maken van Live View-opnamen niet direct op de zon. De warmte van de zon kan de interne onderdelen van de camera beschadigen. Wanneer u Live View-opnamen maakt, zijn enkele Persoonlijke voorkeuze-instellingen niet beschikbaar. (pag. 153). Bij weinig of juist heel fel licht is het mogelijk dat in het Live View- opname niet de helderheid van de feitelijk gemaakte opname wordt weergegeven.
  • Pagina 98: Handmatig Scherpstellen

    Handmatig scherpstellenN Hoewel u de functie voor automatisch scherpstellen kunt gebruiken (pag. 102 en 104), wordt voor nauwkeurig scherpstellen aanbevolen om de opname te vergroten en handmatig scherp te stellen. De opname vergroten voor handmatige scherpstelling Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op <MF>. Draai de focusring van het objectief om ruw scherp te stellen.
  • Pagina 99: Opnamen Maken

    Opnamen makenN Controleer de belichting. Druk de ontspanknop half in. De sluitertijd en het diafragma worden weergegeven. Wanneer u de belichtingscompensatie instelt, wordt de helderheid van de opname dienovereenkomstig aangepast. Maak de opname. Druk de ontspanknop helemaal in. De foto wordt gemaakt en het vastgelegde beeld wordt op het LCD- scherm weergegeven.
  • Pagina 100 Opnamen makenN Levensduur batterij bij Live View-opnamen [Geschat aantal opnamen] Opnameomstandigheden Temperatuur Geen flits 50% flits Bij 23 °C Bij 0 °C De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een volledig opgeladen LP-E5-batterij en de testcriteria van de CIPA (Camera & Imaging Products Association). Als u automatisch scherpstelt, is het maximumaantal opnamen kleiner.
  • Pagina 101: Het Informatiedisplay

    Opnamen makenN Het informatiedisplay Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. Transportmodus Histogram Witbalans (Helderheid/RGB) Picture Style Scherpstelkader Opnamekwaliteit Live View- Batterijcontrole belichtingssimulatie ISO-waarde AE-vergrendeling Sluitertijd Resterende opnamen Flitser gereed Flitsbelichtingscompensatie Diafragma Belichtingsniveau Als < >...
  • Pagina 102: Automatisch Scherpstellen

    Automatisch scherpstellenN Wanneer in het menu [7 Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)] [AF tijdens Live view opname] (pag. 157) is ingesteld op [1: Quick mode] of [2: Live mode] kunt u automatisch scherpstellen. Quick mode en Live mode maken gebruik van een andere AF-methode. Wanneer u nauwkeurig wilt scherpstellen, dient u de opname te vergoten en handmatig scherp te stellen.
  • Pagina 103 Automatisch scherpstellenN Stel scherp op het onderwerp. Richt het geselecteerde AF-punt op het onderwerp en houd de knop <A> ingedrukt. Het Live View-beeld wordt uitgeschakeld, de reflexspiegel wordt neergeklapt en er wordt automatisch scherpgesteld. Als de scherpstelling is bereikt, hoort u een pieptoon. Keer terug naar het Live View- beeld en maak de opname.
  • Pagina 104 Automatisch scherpstellenN C.Fn-8-2: Live mode De beeldsensor wordt gebruikt om scherp te stellen. Hoewel automatisch scherpstellen mogelijk is als het Live View-beeld wordt weergegeven, duurt het in deze modus langer dan in de Quick mode. Scherpstellen is in deze modus ook lastiger dan in de Quick mode. Schakel Live mode in en stel de focusinstellingsknop in op <f>.
  • Pagina 105 Automatisch scherpstellenN Het AF-punt in Live mode Druk op de toetsen <S> als u het AF-punt wilt verplaatsen naar de positie waarop u wilt scherpstellen (het AF-punt kan niet worden verplaatst naar de randen van het beeld). Druk op de knop <L> om naar het middelste AF-punt te gaan.
  • Pagina 106 Automatisch scherpstellenN In de Live mode kan het automatisch scherpstellen in de volgende gevallen mislukken: Bij onderwerpen met weinig contrast, zoals een blauwe lucht en effen oppervlakten. Bij onderwerpen in slecht licht; Bij strepen en andere patronen met alleen een horizontaal contrast. Bij een lichtbron waarvan de helderheid, de kleur en het patroon steeds verandert.
  • Pagina 107: Handige Functies

    Handige functies De pieptoon uitzetten (pag. 108) Kaartwaarschuwing (pag. 108) De kijktijd instellen (pag. 108) De tijd voor automatisch uitschakelen instellen (pag. 109) De helderheid van het LCD-scherm instellen (pag. 109) Methoden voor bestandsnummering (pag. 110) Opnamen automatisch roteren (pag. 112) Instellingen van camerafuncties controleren (pag.
  • Pagina 108: Handige Functies

    Handige functies 3 De pieptoon uitzetten U kunt voorkomen dat er een pieptoon afgaat zodra is scherpgesteld of bij het gebruik van de zelfontspanner. Selecteer op het tabblad [1] de optie [Pieptoon] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Uit] en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 109: De Tijd Voor Automatisch Uitschakelen Instellen

    Handige functies 3 De tijd voor automatisch uitschakelen instellen Om de batterij te sparen wordt de camera automatisch uitgeschakeld nadat de camera gedurende een bepaalde ingestelde tijd niet is gebruikt. U kunt de tijdsduur voor automatisch uitschakelen instellen. Als de camera is uitgeschakeld als gevolg van een automatisch uitschakeling, kunt u de camera weer activeren door de ontspanknop half in te drukken of door op een van de volgende knoppen te drukken: <M>...
  • Pagina 110: Methoden Voor Bestandsnummering

    Handige functies 3 Methoden voor bestandsnummering Het bestandsnummer is te vergelijken met het beeldnummer op een fotorolletje. De opnamen krijgen opeenvolgende bestandsnummers van 0001 tot 9999 en worden opgeslagen in één map. U kunt instellen hoe het bestandsnummer wordt toegewezen. Het bestandsnummer wordt op de pc in de volgende notatie weergegeven: IMG_0001.JPG.
  • Pagina 111 Handige functies [Auto reset]: De bestandsnummering begint weer bij 0001 wanneer de kaart wordt vervangen. Telkens wanneer u de kaart vervangt, begint de bestandsnummering weer bij 0001. Dit is handig als u de opnamen wilt archiveren per kaart. Als de vervangende kaart echter opnamen bevat die eerder zijn gemaakt, kan de bestandsnummering van de nieuwe opnamen worden voortgezet vanaf de bestandsnummers van de bestaande opnamen op de kaart.
  • Pagina 112: Opnamen Automatisch Roteren

    Handige functies 3 Opnamen automatisch roteren Verticale opnamen worden automatisch gedraaid, zodat ze verticaal in plaats van horizontaal op het LCD-scherm van de camera of op de pc worden weergegeven. De instelling van deze functie kan worden veranderd. Selecteer op het tabblad [5] de optie [Beeld omkeren] en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 113: B Instellingen Van Camerafuncties Controleren

    Handige functies B Instellingen van camerafuncties controleren Druk terwijl het menu wordt weergegeven op de knop <B> om de huidige camera-instellingen weer te geven. Druk terwijl het menu wordt weergegeven op de knop <B> om de instellingen weer te geven. Druk nogmaals op de knop <B>...
  • Pagina 114: De Standaardinstellingen Van De Camera Herstellen

    Handige functies 3 De standaardinstellingen van de camera herstellenN De opname-instellingen van de camera en de persoonlijke voorkeuzen worden teruggezet op de standaardwaarden. Dit werkt in de modus <d> en in andere Creatief gebruik-modi. Selecteer [Wis instellingen]. Selecteer op het tabblad <7> de optie [Wis instellingen] en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 115: Voorkomen Dat Het Lcd-Scherm Automatisch Wordt Uitgeschakeld

    Handige functies 3 Voorkomen dat het LCD-scherm automatisch wordt uitgeschakeld Hiermee kunt u voorkomen dat de sensor voor het uitschakelen van het scherm automatisch de weergave met opname-instellingen uitschakelt wanneer u met uw oog in de buurt van het zoekeroculair komt. Selecteer [LCD auto uit].
  • Pagina 116: Bediening Van De Flitser

    Bediening van de flitserN De ingebouwde flitser en de externe Speedlite kunnen ook via het menu worden ingesteld. Het menu voor de externe Speedlite is alleen van toepassing op Speedlites uit de EX-serie waarvan de functies op de camera kunnen worden ingesteld. Selecteer [Flitsbesturing].
  • Pagina 117: De Externe Speedlites Instellen

    3 Bediening van de flitserN E-TTL II Voor normale flitsbelichtingen stelt u deze optie in op [Evaluatief]. Als [Gemiddeld] is ingesteld, wordt het gemiddelde van de gehele gemeten scène berekend voor de flitsbelichting, net als met een externe functie voor flitslichtmeting. Flitsbelichtingscompensatie kan afhankelijk van de scène noodzakelijk zijn en is bedoeld voor geavanceerde gebruikers.
  • Pagina 118: Automatische Sensorreiniging

    Automatische sensorreiniging Als u de aan-uitschakelaar op <1> of <2> zet, verwijdert de zelfreinigende sensor automatisch het stof van de voorzijde van de sensor. Normaal gesproken is de reinigingseenheid actief zonder dat u daar iets van merkt. U kunt de sensorreiniging echter op ieder gewenst moment activeren of uitschakelen.
  • Pagina 119: Stofwisdata Toevoegen

    Stofwisdata toevoegenN De zelfreinigende sensor zal er gewoonlijk voor zorgen dat er nauwelijks stof zichtbaar is op opnamen. Als er echter zichtbaar stof achterblijft, kunt u stofwisdata aan de afbeelding toevoegen om naderhand stofvlekken te verwijderen. Digital Photo Professional (meegeleverde software) gebruikt de stofwisdata om stofvlekken automatisch te verwijderen.
  • Pagina 120 3 Stofwisdata toevoegenN Fotografeer een effen wit object. Richt de zoeker vanaf een afstand van 20 - 30 cm op een volledig wit voorwerp zonder patroon en maak een foto. De foto wordt in de modus AE- diafragmaprioriteit gemaakt met een diafragma van f/22.
  • Pagina 121: Handmatige Sensorreiniging

    Het oppervlak van de beeldsensor is zeer kwetsbaar. Wij raden u aan om fysieke reiniging van de sensor bij een Canon Service Center te laten uitvoeren. Haal het objectief van de camera voordat u de sensor gaat reinigen.
  • Pagina 122 3 Handmatige sensorreinigingN Tijdens het reinigen van de sensor moet u geen van de onderstaande handelingen verrichten. Als de stroomvoorziening wordt onderbroken, gaat de sluiter dicht en kunnen de sluitergordijnen en de beeldsensor beschadigd raken. • De aan-uitschakelaar op <2> zetten. •...
  • Pagina 123: Opnamen Weergeven

    Opnamen weergeven In dit hoofdstuk worden de functies uitgelegd die betrekking hebben op het weergeven van opnamen. Lees hoe u opnamen kunt weergeven, zoals besproken in hoofdstuk 2 "Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen", en hoe u opnamen kunt bekijken op een televisie.
  • Pagina 124: Snel Opnamen Zoeken

    x Snel opnamen zoeken H Meerdere opnamen weergeven op één scherm (indexweergave) Zoek snel naar opnamen met de indexweergave waarbij vier of negen opnamen op één scherm worden weergegeven. Schakel de indexweergave in. Druk tijdens het weergeven van opnamen op de knop <I>. Er verschijnt een index van vier opnamen.
  • Pagina 125: Door De Opnamen Navigeren (Opnamesprong)

    x Snel opnamen zoeken Door de opnamen navigeren (opnamesprong) Als de kaart veel opnamen bevat, kunt u deze doorzoeken met 10 of 100 foto's per keer. Ook kunt u opnamen die op verschillende datums zijn gemaakt op datum zoeken. Deze zoektechniek noemen we "springen".
  • Pagina 126: Vergrote Weergave

    u/y Vergrote weergave Vergroot de opname. Druk tijdens de opnameweergave op de knop <u> om de opname te vergroten. U kunt de opname tot 10x vergroten door de knop <u> ingedrukt te houden. Gebruik de toetsen <S> om door de Vergroot gebied vergrote weergave te bladeren.
  • Pagina 127: Automatisch Opnamen Weergeven

    Automatisch opnamen weergeven U kunt de opnamen op de kaart weergeven als een automatische diapresentatie. Elke opname wordt ongeveer 4 seconden weergegeven. Selecteer [Autom. afspelen]. Selecteer [Autom. afspelen] op het tabblad [3] en druk vervolgens op <0>. Het scherm voor automatisch afspelen wordt weergegeven.
  • Pagina 128: Opnamen Op De Tv Bekijken

    Opnamen op de tv bekijken U kunt de camera met de meegeleverde videokabel aansluiten op een tv en vervolgens hierop opnamen bekijken. Schakel de camera en de televisie uit voordat u de camera aansluit. Sluit de camera aan op de tv. Open het aansluitingenklepje van de camera.
  • Pagina 129: Opnamen Beveiligen

    Opnamen beveiligen Door opnamen te beveiligen voorkomt u dat deze per ongeluk worden verwijderd. Selecteer [Beveilig beelden]. Selecteer [Beveilig beelden] op het tabblad [3] en druk vervolgens op <0>. Het scherm met beveiligingsinstellingen wordt weergegeven. Beveilig de afbeelding. Wisbeveiligingspictogram Draai aan het instelwiel <U> om de gewenste opname te selecteren en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 130: Opnamen Wissen

    L Opnamen wissen U kunt opnamen één voor één selecteren en wissen, of in een batch. Beveiligde opnamen (pag. 129) worden niet gewist. Als een opname eenmaal is gewist, kan deze niet meer worden teruggehaald. Wis een opname pas als u zeker weet dat u deze niet meer nodig hebt.
  • Pagina 131: Weergave Met Opname-Informatie

    Weergave met opname-informatie Wanneer u tijdens de weergave van één opname op de knop <B> drukt, kunt u overschakelen naar de weergave met opname-informatie. De meest gedetailleerde opname-informatie vindt u hieronder. Beveiligd Waarde belichtingscompensatie Waarde Mapnummer - flitsbelichtingscompensatie bestandsnummer Diafragma Histogram Sluitertijd (Helderheid/RGB)
  • Pagina 132: Het Histogram

    Weergave met opname-informatie Het histogram Het helderheidshistogram toont de verdeling van het belichtingsniveau, de algehele helderheid en de gradatie. Het RGB-histogram is geschikt voor controle van de kleurverzadiging en de kleurgradatie. De histogram- weergave kan worden gewisseld via het menu [3 Histogram]. Weergave van de [Helderheid] Voorbeeldhistogrammen Dit histogram toont in grafiekvorm de verdeling van...
  • Pagina 133: Opnamen Afdrukken En Overbrengen Naar Een Computer

    De camera is compatibel met "wPictBridge", de standaard voor rechtstreeks afdrukken. De onderstaande website verschaft meer informatie over het gebruik van uw Canon-camera met verschillende printers. Hier kunt u bijvoorbeeld lezen welk type papier u het beste kunt gebruiken. http://canon.com/pictbridge/ Digital Print Order Format (DPOF) (pag.
  • Pagina 134: Het Afdrukken Voorbereiden

    Het afdrukken voorbereiden U kunt de procedure voor rechtstreeks afdrukken helemaal uitvoeren via het LCD-scherm van uw camera. De camera op een printer aansluiten Zet de aan-uitschakelaar van de camera op <2>. Installeer de printer. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de printer voor meer informatie. Sluit de camera op de printer aan.
  • Pagina 135 Het afdrukken voorbereiden Geef de opname weer. PictBridge Druk op de knop < >. De opname wordt weergegeven en het pictogram <w> dat in de linkerbovenhoek van het scherm verschijnt, geeft aan dat de camera op een printer is aangesloten. Het lampje van de knop <l>...
  • Pagina 136: Afdrukken

    wAfdrukken De schermweergave en instellingsopties kunnen per printer verschillen. Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de printer voor meer informatie. Pictogram aangesloten printer Selecteer de opname die u wilt afdrukken. Controleer of linksboven in het LCD- scherm het pictogram <w>...
  • Pagina 137: Ude Pagina-Indeling Instellen

    YDe papiersoort instellen Selecteer het type papier dat in de printer is geplaatst en druk vervolgens op <0>. Als u een printer en papier van Canon gebruikt, raadpleegt u de instructiehandleiding bij de printer voor geschikte papiersoorten. Het scherm voor de pagina-indeling wordt weergegeven.
  • Pagina 138 wAfdrukken Stel de afdrukeffecten in. Stel deze naar wens in. Ga naar stap 5 als u geen afdrukeffecten wilt instellen. Selecteer de optie in de rechterbovenhoek en druk vervolgens op <0>. Selecteer het gewenste afdrukeffect en druk vervolgens op <0>. Als het pictogram <e>...
  • Pagina 139 wAfdrukken Stel het afdrukken van de datum en het bestandsnummer in. Stel deze naar wens in. Selecteer < > en druk vervolgens op <0>. Kies de gewenste instelling en druk vervolgens op <0>. Stel het aantal exemplaren in. Stel deze naar wens in. Selecteer [ ] en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 140: Afdrukeffecten Aanpassen

    wAfdrukken e Afdrukeffecten aanpassen Selecteer het afdrukeffect als is beschreven bij stap 4 op pagina 138. Druk op de knop <B> als naast <z> het pictogram <e> wordt weergegeven. Vervolgens kunt u het afdrukeffect aanpassen. De selectie die u bij stap 4 hebt gemaakt, bepaalt wat u kunt aanpassen en wat er wordt weergegeven.
  • Pagina 141: De Opname Bijsnijden

    wAfdrukken De opname bijsnijden U kunt de opname bijsnijden en alleen Kanteling corrigeren het bijgesneden gedeelte afdrukken, net alsof de compositie opnieuw is bepaald. Snijd de opname bij vlak voordat u deze afdrukt. Als u bijsnijdt en vervolgens de afdrukinstellingen instelt, is het mogelijk dat u opnieuw moet bijsnijden.
  • Pagina 142: Printerfouten

    wAfdrukken Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat het bijgesneden gedeelte van de opname niet wordt afgedrukt zoals u hebt opgegeven. De afgedrukte foto wordt korreliger naarmate u het bijsnijdkader verkleint. Controleer de opname tijdens het bijsnijden op het LCD-scherm van de camera.
  • Pagina 143: Digital Print Order Format (Dpof)

    W Digital Print Order Format (DPOF) U kunt het afdruktype instellen en instellen of de datum en het bestandsnummer moeten worden afgedrukt. De afdrukinstellingen worden toegepast op alle opnamen die zijn geselecteerd om te worden afgedrukt. (Ze kunnen niet voor elke opname afzonderlijk worden ingesteld.) De afdrukopties instellen Selecteer [Print opties].
  • Pagina 144 W Digital Print Order Format (DPOF) Standaard Er wordt één afbeelding afgedrukt per vel. Er worden meerdere miniatuurafbeeldingen Index afgedrukt per vel. Afdruktype Er worden zowel standaard- als Beide indexafdrukken worden gemaakt. Datum Bij [Aan] wordt de datum van de opname afgedrukt. Bij [Aan] wordt het bestandsnummer van de opname File No.
  • Pagina 145 W Digital Print Order Format (DPOF) Een afdruktaak opgeven Sel.Beeld Selecteer een voor een opnamen en voeg ze aan de overdrachtsopdracht toe. Druk op de knop <I> voor een weergave van drie opnamen. Als u wilt terugkeren naar de weergave van een enkele opname, drukt u op de knop <u>.
  • Pagina 146: Rechtstreeks Afdrukken Met Dpof

    W Rechtstreeks afdrukken met DPOF Met een PictBridge-printer kunt u opnamen eenvoudig met DPOF afdrukken. Bereid het afdrukken voor. Zie pagina 134. Volg stap 1 - 5 bij "De camera op een printer aansluiten". Selecteer [Print opties] op het tabblad [ Selecteer [Print].
  • Pagina 147: Opnamen Overbrengen Naar Een Computer

    d Opnamen overbrengen naar een computer Als u uw camera aansluit op een computer, kunt u met de camera opnamen van de kaart in de camera overbrengen. Dit wordt een rechtstreekse opnameoverdracht genoemd. Voordat u de camera op de computer aansluit, dient u te controleren of de meegeleverde software (cd-rom EOS DIGITAL Solution Disk) op de computer is geïnstalleerd.
  • Pagina 148 d Opnamen overbrengen naar een computer U kunt geen opnamen maken als het scherm voor rechtstreekse overdracht wordt weergegeven. Raadpleeg de Software-instructies op de cd-rom als het scherm [EOS Utility] niet verschijnt. Voordat u de kabel verwijdert, dient u de camera uit te schakelen. Verwijder de kabel door de stekker vast te houden (en niet de kabel zelf).
  • Pagina 149 d Opnamen overbrengen naar een computer Select & verplaats Druk op de toets <U> om de opnamen een voor een over te brengen naar de computer. Druk op de knop <M> om af te sluiten. Wallpaper De door u geselecteerde en overgebrachte opname wordt weergegeven als persoonlijke achtergrond op de computer.
  • Pagina 150: Druk Tweemaal Op De Knop

    d Opnamen overbrengen naar een computer Selecteer de opname die u wilt overbrengen. Druk op de toets <U> om een opname te selecteren en druk vervolgens op de toets <V> om in de linkerbovenhoek een vinkje <X> te plaatsen. Herhaal deze stap voor alle opnamen die u wilt overbrengen.
  • Pagina 151 De camera aanpassen aan uw voorkeuren U kunt verschillende camerafuncties aanpassen aan uw opnamevoorkeuren. U doet dit met het menu Persoonlijke voorkeuze. Persoonlijke voorkeuzen kunnen alleen worden ingesteld en gebruikt in Creatief gebruik-modi.
  • Pagina 152: Persoonlijke Voorkeuzen Instellen

    Persoonlijke voorkeuzen instellenN Selecteer [Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)]. Selecteer op het tabblad [7] de optie [Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)] en druk vervolgens op <0>. Selecteer het nummer van de Nummer van persoonlijke voorkeuze persoonlijke voorkeuze. Druk op de toets <U> om het nummer te selecteren van de persoonlijke voorkeuze die u wilt instellen.
  • Pagina 153: Persoonlijke Voorkeuzen

    3 Persoonlijke voorkeuzen instellenN Persoonlijke voorkeuzen C.Fn I: Belichting Belichtingsniveauverhoging pag. 154 Flitssynchronisatie snelheid in AV-modus C.Fn II: Beeld Ruisreductie lange sluitertijd pag. 155 Hoge ISO-ruisreductie Lichte tonen prioriteit pag. 156 Auto Helderheid Optimalisatie C.Fn III: Auto focus/Drive AF-hulplicht AF tijdens Live view opname pag.
  • Pagina 154: Persoonlijke Voorkeuze-Instellingen

    Persoonlijke voorkeuze-instellingenN De persoonlijke voorkeuzen zijn ondergebracht in vier groepen op basis van functietype: C.Fn I: Belichting, C.Fn II: Beeld, C.Fn III: Auto focus/ Drive, C.Fn IV: Bediening/Overig C.Fn I: Belichting C.Fn-1 Belichtingsniveauverhoging 0: 1/3-stop 1: 1/2-stop Hier stelt u verhogingen in stappen van 1/2 stop in voor de sluitertijd, het diafragma, de belichtingscompensatie, AEB, enzovoort.
  • Pagina 155: Ruisreductie Lange Sluitertijd

    3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn II: Beeld C.Fn-3 Ruisreductie lange sluitertijd 0: Uit 1: Automatisch Bij een belichtingstijd van 1 seconde of langer wordt ruisreductie automatisch uitgevoerd wanneer ruis veroorzaakt door lange belichting wordt gedetecteerd. De instelling [Automatisch] is in de meeste gevallen effectief.
  • Pagina 156: Lichte Tonen Prioriteit

    3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn-5 Lichte tonen prioriteit 0: Uitschakelen 1: Inschakelen Verbetert de details in lichte tinten. Het dynamische bereik wordt uitgebreid van het standaard 18% grijs naar heldere lichte tinten. De overgang tussen grijstinten en lichte tinten wordt geleidelijker. Bij instelling 1 kan iets meer ruis dan normaal optreden in schaduwrijke partijen.
  • Pagina 157: Af-Hulplicht

    3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn III: Auto focus/Drive C.Fn-7 AF-hulplicht Het AF-hulplicht kan door de ingebouwde flitser van de camera of door de externe, speciale EOS-Speedlite worden geactiveerd. 0: Inschakelen 1: Uitschakelen AF-hulplicht wordt niet geactiveerd. 2: Alleen ext. flits zenden Als er een externe, speciale EOS-Speedlite is bevestigd, activeert deze zo nodig het AF-hulplicht.
  • Pagina 158: Set-Knopfunctie Bij Opname

    3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn IV: Bediening/Overig C.Fn-10 Sluiter/AE-vergrendelknop 0: AF/AE vergrendel 1: AE vergrendel/AF Handig wanneer u afzonderlijk wilt scherpstellen en meten. Druk op de knop <A> om automatisch scherp te stellen en druk de ontspanknop half in om de automatische belichting te vergrendelen. 2: AF/AF vergrendel, geen AE In de modus AI Servo AF kunt u op de knop <A>...
  • Pagina 159: Lcd-Display Bij Inschakelen

    3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN Als het menu [Live view opname.] is ingesteld op [Inschakelen], hebben de instellingen voor Live View-opnamen voorrang op de instellingen 1 tot en met 4. Als u op <0> drukt wanneer de camera gereed is voor de opname, wordt de Live View-opname weergegeven.
  • Pagina 160: My Menu Vastleggen

    My Menu vastleggenN Voor snellere toegang kunt u maximaal zes menu's en persoonlijke voorkeuzen vastleggen waarvan u de instellingen regelmatig wijzigt. Selecteer [My Menu instellingen]. Selecteer [My Menu instellingen] op het tabblad [9] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Registreer]. Selecteer [Registreer] en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 161: Referentie

    Referentie Dit hoofdstuk bevat naslaginformatie over de functies van de camera, systeemaccessoires en andere zaken. Het hoofdstuk bevat achterin een index om het opzoeken te vereenvoudigen.
  • Pagina 162: Wanneer Niet Automatisch Kan Worden Scherpgesteld

    Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld Soms kan niet automatisch worden scherpgesteld (het focusbevestigingslampje <o> knippert). Dit kan voorkomen bij ondermeer de volgende onderwerpen: Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld Onderwerpen met weinig contrast Bijvoorbeeld: strakblauwe luchten, muren met een effen kleur, enz. Onderwerpen in slecht licht Reflecterende onderwerpen of onderwerpen met heel veel tegenlicht...
  • Pagina 163: Een Gewoon Stopcontact Gebruiken

    Een gewoon stopcontact gebruiken Met de AC-adapterset ACK-E5 (afzonderlijk verkrijgbaar) kunt u de camera aansluiten op een gewoon stopcontact en hoeft u het batterijniveau niet in de gaten te houden. Sluit het netsnoer aan. Sluit het netsnoer aan zoals in de afbeelding wordt weergegeven.
  • Pagina 164: Fotograferen Met De Afstandsbediening

    Fotograferen met de afstandsbediening Afstandsbediening RC-1/RC-5 (afzonderlijk verkrijgbaar) Afstandsbediening waarmee u draadloos opnamen kunt maken op maximaal 5 meter afstand van de camera. De RC-1 kan de sluiter meteen laten ontspannen of na een vertraging van 2 seconden. De RC-5 laat de sluiter ontspannen na een vertraging van 2 seconden. RC-1 RC-5 Afstandsbedieningssensor...
  • Pagina 165: De Oculairdop Gebruiken

    Fotograferen met de afstandsbediening De oculairdop gebruiken Als u een opname maakt zonder door de zoeker te kijken, kan er licht door het oculair vallen, wat een nadelige invloed heeft op de belichting. Om dit te voorkomen gebruikt u de oculairdop die is bevestigd aan de draagriem van de camera.
  • Pagina 166: Externe Speedlites

    Externe Speedlites EOS-Speedlites uit de EX-serie Deze Speedlites functioneren als een ingebouwde flitser, zodat ze gemakkelijk kunnen worden bediend. Wanneer een Speedlite uit de EX-serie op de camera is bevestigd, wordt de automatische flitsbediening bijna volledig door de camera geregeld. Dit is dus een hoogwaardige flitser die extern wordt bevestigd en de rol van de ingebouwde flitser overneemt.
  • Pagina 167 Live View-opnamen - waarschuwingen Een flitser van een ander merk dan Canon flitst niet tijdens Live View- opnamen. De camera werkt mogelijk niet goed als deze wordt gebruikt in combinatie met een flitser of flitsaccessoire van een ander merk.
  • Pagina 168: Menu-Instellingen

    Menu-instellingen 1 Opname 1 (rood) pagina 73 / 83 / 74 / 84 / 76 / 86 / Kwaliteit 1+73 / 1 R.ogen Aan/Uit Uit/Aan Pieptoon Aan / Uit Foto z. card Aan / Uit Kijktijd Uit / 2 sec. / 4 sec. / 8 sec. / Vastzetten 2 Opname 2 (rood) Verhogingen in stappen van 1/3, ±2 stops Flitsbel.comp.
  • Pagina 169: Instellingen 1 (Geel)

    Menu-instellingen 5 Instellingen 1 (geel) pagina 30 sec. / 1min. / 2 min. / 4 min. / 8 min. / 15 min. / Uitschakelen Bestandnr. Continu / Auto reset / M-reset Beeld omkeren Aan PD / Aan D / Uit Hiermee kunt u gegevens op de kaart Formatteren initialiseren en wissen...
  • Pagina 170: Tabel Met Beschikbare Functies

    Functiemogelijkhedentabel o: Automatisch ingesteld k: Door gebruiker in te stellen : Niet in te stellen Basisgebruik Creatief gebruik Programmakeuzewiel JPEG RAW + JPEG Automatisch Handmatig Standaard Portret Landschap Neutraal Natuurlijk Monochroom Gebruiker sRGB Adobe RGB Automatische witbalans Vooraf ingestelde witbalans Handmatige witbalans Witbalanscorrectie Reeksopnamen met...
  • Pagina 171 Functiemogelijkhedentabel o: Automatisch ingesteld k: Door gebruiker in te stellen : Niet in te stellen Basisgebruik Creatief gebruik Programmakeuzewiel Meervlaks Deelmeting Spotmeting Centrum gewogen gemiddelde Programmakeuze Belichtingscompensatie AE-vergrendeling Controle scherptediepte Enkele opnamen Continu Zelfontspanner (10 sec.)/ afstandsbediening Zelfontspanner (2 sec.) Continu-opnamen na zelfontspannen Automatisch...
  • Pagina 172: Problemen Oplossen

    Problemen oplossen Raadpleeg bij problemen eerst deze sectie Problemen oplossen. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw dealer of Canon Service Center. Voeding De camera werkt niet, zelfs niet als de aan-uitschakelaar op <1>...
  • Pagina 173: Opnamen Maken

    Problemen oplossen Opnamen maken Er kunnen geen opnamen worden gemaakt of opgeslagen. (pag. 31) De kaart is niet correct geplaatst. Vervang de kaart als die vol is of wis overbodige opnamen om ruimte (pag. 31 en 130) vrij te maken. Als u probeert om scherp te stellen in de modus 1-beeld AF terwijl het focusbevestigingslampje <o>...
  • Pagina 174: Opnamen Bekijken En Gebruiken

    Problemen oplossen De ingebouwde flitser werkt niet. Als u continu en met slechts korte tussenpozen opnamen maakt met de ingebouwde flitser, kan de flitser mogelijk tijdelijk niet worden gebruikt om de flitsereenheid te beschermen. Opnamen bekijken en gebruiken De opname kan niet worden gewist. Als de opname is beveiligd tegen wissen, kan deze niet worden verwijderd.
  • Pagina 175: Foutcodes

    Als de fout zich blijft voordoen, is er mogelijk een moeilijker op te lossen probleem. Schrijf de foutcode op en neem contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center. Als er meteen na het maken van de opname een foutcode wordt weergegeven, is de opname mogelijk niet vastgelegd.
  • Pagina 176: Systeemoverzicht

    Systeemoverzicht Oculairverlengstuk EP-EX15ll ST-E2 220EX 430EX 580EX II Macro Ring Lite Macro Twin Lite Rubberframe Ef MR-14EX MT-24EX Dioptrische aanpassingslenzen Standaard- E-serie accessoires Oogschelp Ef Brede draagriem Hoekzoeker C EW-100DB lll Semi-harde cameratas Batterij LP-E5 EH19-L AC-adapterset ACK-E5 Batterijgreep BG-E5 Batterijoplader LC-E5 of LC-E5E DC-koppeling...
  • Pagina 177 Systeemoverzicht Afstands- Afstands- bediening bediening Afstandsbediening RC-1 RC-5 RS-60E3 EF-objectieven EF-S-objectieven Videokabel VC-100 Tv/video EOS DIGITAL EOS DIGITAL Solution Disk Software Instruction Met PictBridge Manuals Disk compatibele printer Interfacekabel IFC-200U Interfacekabel IFC-500U Computer USB-poort Windows Vista Windows XP Windows 2000 Beveiligingsset voor Mac OS X originele gegevens...
  • Pagina 178: Specificaties

    Digitale AF/AE-spiegelreflexcamera met ingebouwde flitser en één lens Opnamemedia: SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart Grootte beeldsensor: 22,2 mm x 14,8 mm Compatibele objectieven: Canon EF-objectieven (inclusief EF-S-objectieven) (voor deze objectieven geldt dat de 35mm-equivalente brandpuntsafstand met ongeveer 1,6 moet worden vermenigvuldigd) Lensvatting: EF-vatting van Canon •...
  • Pagina 179 Specificaties Compensatie van kleurtemperatuur: Witbalanscorrectie: ± 9 stops in tussenstappen van 1 stop Reeksopnamen op basis van witbalans: ± 3 stops met tussenstappen van 1 stop * Meer blauw/amber of meer magenta/groen mogelijk Verzenden van kleurtemperatuurgegevens: Beschikbaar Ruisreductie: Ruisreductie voor lange belichtingstijden Hoge ISO-ruisreductie Automatische helderheidscorrectie:...
  • Pagina 180 Specificaties • Belichting Lichtmeetmethoden: TTL-meting met volledige diafragmaopening en 35 zones • Meervlaksmeting (koppelbaar aan elk AF-punt) • Deelmeting (circa 9% van de zoeker in het midden) • Spotmeting (circa 4% van de zoeker in het midden) • Gemiddelde meting met nadruk op het midden Meetbereik: BW 1 - 20 (bij 23 °C met EF 50mm f/1.4 USM-objectief, ISO 100) Belichtingscontrole:...
  • Pagina 181 Maximale opnamereeks:JPEG (Groot/Fijn): circa 53, RAW: circa 6, RAW+JPEG (Groot/Fijn): circa 4 * .Gebaseerd op de testnormen van Canon met een SD- geheugenkaart van 2 GB, ISO 100 en Picture Style Standaard * Afhankelijk van het onderwerp, het merk van de SD- geheugenkaart, de opnamekwaliteit, enz.
  • Pagina 182 Specificaties • Opnamen weergeven Weergaveformaat: Eén opname, één opname en opnamekwaliteit, opname- informatie, histogram, indexweergave met 4 of 9 opnamen, vergrote weergave (circa 1,5x - 10x), opnamerotatie, opnamesprong (met 1, 10 of 100 opnamen of op datum) Overbelichtingswaarschuwing: Beschikbaar (overbelichte gedeelten worden knipperend weergegeven) •...
  • Pagina 183 Specificaties Levensduur batterij: [Aantal opnamen • ongeveer] Opnameomstandigheden Temperatuur Geen flits 50% flits Bij 23 °C Bij 0 °C * Bij volledig opgeladen batterij LP-E5 * De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op de testcriteria van de CIPA (Camera & Imaging Products Association) Controle batterij: Automatisch Energiebesparing:...
  • Pagina 184 EW-60C Lenskoker: LP814 Alle bovenstaande specificaties zijn gebaseerd op de testnormen van Canon. De specificaties en het uiterlijk van de camera kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Als er zich een probleem voordoet met een objectief van een ander merk dat is bevestigd op de camera, dient u contact op te nemen met de fabrikant van het objectief.
  • Pagina 185: Handelsmerken

    Handelsmerken Adobe is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. Windows is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. Het SDHC-logo is een handelsmerk.
  • Pagina 186: Veiligheidsmaatregelen

    Veiligheidsmaatregelen Voorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur op de juiste manier te gebruiken. Voorkomen van ernstig letsel en dodelijke ongevallen • Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen en explosies door de onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen: - Gebruik geen batterijen, voedingsbronnen of accessoires die niet in deze handleiding worden genoemd.
  • Pagina 187 • Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om de apparatuur schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn schadelijk voor de gezondheid. Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon Service Center als het product niet naar behoren functioneert of moet worden gerepareerd.
  • Pagina 188 WEEE- schema. Voor meer informatie over het inleveren en recyclen van WEEE-producten, verwijzen we u naar www.canon-europe.com/environment. (EER: Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg...
  • Pagina 189 De camera weggooien Verwijder de interne, oplaadbare lithiumbatterij voordat u de camera weggooit en bied deze volgens de plaatselijke wetgeving aan voor recycling. Verwijder batterij LP-E5 Open het afsluitklepje van het batterijcompartiment. Steek een platte schroevendraaier in de uitsparing en open het klepje. Achter het klepje ziet u een kleine lithiumbatterij.
  • Pagina 190: Index

    Index Cijfers Batterijcontrole ....... 28 Beeldhoek ........34 1-beeld AF ........60 Beeldsensor Reiniging......27, 118 A-DEP (Automatische Scherpstelvlakmarkering ..16, 49 scherptediepte AE) ......76 Bekijken op tv....... 128 Adobe RGB........87 Videosysteem (NTSC/PAL)..128 AEB (Reeksopnamen met Belichtingscompensatie ....78 automatische belichting) ....80 Tussenstappen van 1/2 stop..
  • Pagina 191 Index Contrast ..........83 Controle scherptediepte....74 Geheugenkaart Kaart Controlelijst onderdelen ....3 Gelijktijdige opname RAW+JPEG Creatieve opnamen.....20, 55, 69 Gemiddelde meting met nadruk op midden........77 Gewoon stopcontact..... 163 Datum Datum/tijd Datum/tijd........29 Handmatig scherpstellen....62 Deelmeting........77 Handmatige belichting....75 Dioptrische aanpassing....36 Histogram ........132 Helderheid/RGB Filtereffect ........84 Flitsbelichtingscompensatie ..79, 116...
  • Pagina 192 Index LCD-scherm........13 Helderheid aanpassen .....109 Nacht portret ........51 Menugebruik.......38 Namen van onderdelen Opnamen weergeven ....54 Camera ........16 Scherm wisselen ......42 Objectief........16 Schermkleur ......115 Opname-instellingen....18 Uit ........42, 115 Programmakeuzewiel ....20 Lees-/schrijfindicator.......32 Zoeker........19 Lichtetonenprioriteit ......156 Natuurlijk ........
  • Pagina 193 Index Opnamekwaliteit Picture Style Automatische correctie .....156 Aanpassen ......... 82 Lichtetonenprioriteit ....156 Gebruiker ........85 Opnamekwaliteit selecteren ..64 Selecteren........67 Picture Style....67, 82, 85 Pieptoon ........108 Ruisreductie......155 Pixels, aantal selecteren ....64 Opnamekwaliteit selecteren....64 Portret......... 47, 51, 67 Opnamemodus .......20 Probleem ........
  • Pagina 194 Index Moeilijk scherp te stellen Verzadiging ........83 onderwerpen ......162 Voeding Onscherp......45, 162 Aan-uitschakelaar ...... 27 Pieptoon ........108 Automatische Scherpte .........83 uitschakeling ...... 27, 109 Batterij........24, 26 SD-kaart Kaart Batterijcontrole......28 Sensor Beeldsensor Gewoon stopcontact ....163 Sepia (Monochroom) ......84 Maximumaantal Servo AF.........60 opnamen......
  • Pagina 196 PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, Nederland CANON UK LTD CANON DANMARK A/S For technical support, please contact the Canon Help Desk: Knud Højgaards Vej 1, DK-2860 Søborg, Denemarken Woodhatch Reigate, Surrey RH2 8BF, UK Helpdesk: 70 20 55 15 (0,25DKK + 0,25 DKK/min) Helpdesk: (08705) 143723 (7.91 pence/min) (Calls may be recorded)

Inhoudsopgave