3 AF-functies aanpassenN
Sel. AF-gebiedselectiemodus
U kunt de selecteerbare AF-gebiedselectiemodi beperken tot uw opname-
voorkeuren. Selecteer de gewenste selectiemodus en druk op <0> om er
een <X> bij te zetten. Selecteer daarna [OK] om de instelling te registreren.
: AF-gebied uitbr.:
De camera stelt scherp met het handmatig geselecteerde AF-punt
en de aangrenzende AF-punten (boven, onder, links en rechts).
: AF-geb. uitbr.:omringen
De camera stelt scherp met het handmatig geselecteerde AF-punt
en de omringende AF-punten.
: Handm. selectie:zone-AF
Het AF-gebied wordt in negen scherpstelzones verdeeld om scherp
te stellen.
: Handm. selectie:grote zone-AF
Het AF-gebied wordt in drie scherpstelzones verdeeld om scherp te stellen.
: Autoselectie:65-pt-AF
Het gebied AF-kader (het hele AF-gebied) wordt gebruikt om scherp
te stellen.
De markering <X> kan niet worden verwijderd uit [Handm. selectie:1 pt AF].
Als de bevestigde lens tot groep G (pag. 103) behoort, kunt u uitsluitend
[Handmatige selectie:Spot-AF], [Handm. selectie:1 pt AF] en [AF-
gebied uitbr.:
124
: Handmatige selectie:Spot-AF
Voor nauwkeurig scherpstellen met
een kleiner gebied dan één-punts AF
(handmatige selectie).
: Handm. selectie:1 pt AF
Een van de AF-punten die is
ingesteld door de instelling
[Selecteerbaar AF-punt] kan worden
geselecteerd.
] selecteren.