Functie-instellingen ingebouwde flitser
Flitsmodus
Gebruik MULTI flash niet vaker dan tien keer achter elkaar om te
voorkomen dat de flitser beschadigd raakt door oververhitting. Als u
MULTI flash 10 keer gebuikt, moet u de flitser minstens 10 minuten laten
afkoelen voordat u weer flitst.
De flitsoutput is 1/128 - 1/4 voor MULTI flash.
Stel deze optie normaliter in op
[E-TTL II]. Hierdoor kan er met de
ingebouwde flitser met automatische
belichting worden gefotografeerd.
Als u de flitssterkte handmatig wilt
instellen, selecteert u [Manual flash].
Selecteer [2flitsoutput] en stel voordat
u gaat fotograferen de flitssterkte in
tussen 1/1 en 1/128 (in stappen van
1/3 stop). Deze methode is voor
gevorderde gebruikers.
Met [MULTI flash] geselecteerd, kunt u
een lange sluitertijd gebruiken om
meerdere momenten van een bewegend
onderwerp in één beeld vast te leggen.
Stel eerst [2flitsoutput], [Frequentie]
en [Flits aantal] in en maak vervolgens
de opname. Deze methode is voor
gevorderde gebruikers.
3 De flitser instellenN
265