De AF-snelheid kan per lens verschillen.
Tijdens Live view-opnamen en movie-opnamen wordt automatisch
omgeschakeld naar de gebruikte AF-gebruiksmethode (faseverschildetectie
door de beeldsensor of contrastdetectie), afhankelijk van het gebruikte type
lens en de gebruikte functie, bijv. vergrote weergave. De AF-snelheid kan
daardoor veranderen en het scherpstellen kan dan meer tijd in beslag nemen.
Scherpstellen duurt te lang.
Als FlexiZone - Multi is ingesteld, kan het langer duren om scherp te
stellen op het onderwerp, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
Gebruik [FlexiZone - Single] of stel handmatig scherp.
Als het movie-opnameformaat is ingesteld op L8(59,94 fps) of
7(50,00 fps) wordt contrastdetectie gebruikt als AF-methode.
De snelheid van continue opnamen is laag.
Afhankelijk van de sluitertijd, het diafragma, de
opnameomstandigheden, de helderheid, enzovoort kan de snelheid
van continue opnamen afnemen (pag. 142).
Wanneer EOS iTR AF actief is (pag. 128), is de maximale snelheid bij
continue opname die met <o> is ingesteld circa 9,5 opnamen/
seconde. Ook kan bij weinig licht de snelheid bij continue opnamen
mogelijk afnemen.
Als [Antiknipperopname] is ingesteld op [Inschakelen] en u
opnamen maakt bij flikkerend licht, kan de snelheid van continue
opnamen iets lager liggen of kan het interval van continue opnamen
onregelmatig worden. Ook kan de vertraging tot ontspannen iets
langer zijn dan normaal (pag. 185).
De maximale opnamereeks is lager bij continue opnamen.
Als u opnamen maakt van een onderwerp met fijne details
(bijvoorbeeld een grasveld), is het bestand groter en de
daadwerkelijke maximale opnamereeks mogelijk kleiner dan wordt
vermeld op pagina 151.
Problemen oplossen
499