: ISO-snelheid instellen (knop vasthouden en aan
U kunt de ISO-snelheid instellen door <0> ingedrukt te houden en
aan het instelwiel <6> te draaien.
Als deze functie wordt gebruikt terwijl Auto ISO is ingesteld, dient de
ISO-snelheid handmatig te worden ingesteld. Auto ISO kan niet worden
ingesteld. Als u deze functie in de modus <a> gebruikt, kunt u de
belichting aanpassen via de ISO-snelheid en daarbij de ingestelde
sluitertijd en het diafragma behouden.
: ISO (houd hendel omlaag en draai aan
U kunt de ISO-snelheid instellen door <p> naar rechts te kantelen en
aan het instelwiel <6> te draaien. Het instelbare bereik is hetzelfde
als met
.
: ISO-snelheid instellen (
Tijdens meting kunt u de ISO-snelheid instellen door aan het instelwiel
<5> te draaien. Het instelbare bereik is hetzelfde als met
: Belichtingscompensatie (knop indrukken en aan
U kunt de belichtingscompensatie instellen door <0> ingedrukt te
houden en aan het instelwiel <6> te draaien. Dit is handig wanneer
u de belichtingscompensatie wilt instellen terwijl <a> handmatige
belichting en Auto ISO zijn ingesteld.
: Belichtingscompensatie (houd hendel omlaag en draai aan
U kunt de belichtingscompensatie instellen door <p> naar rechts te
kantelen en aan het instelwiel <6> te draaien. Dit is handig wanneer
u de belichtingscompensatie wilt instellen terwijl <a> handmatige
belichting en Auto ISO zijn ingesteld.
: Sluitertijdinstelling in M-modus
In de modus <a> (handmatige belichting) kunt u de sluitertijd instellen
met het instelwiel <6> of <5>.
83: Aangepaste bedieningN
)
bij meten)
draaien)
.
draaien)
)
455