Wanneer vervormingscorrectie is ingeschakeld, gebruikt de camera een
kleiner beeldbereik dan door de zoeker te zien is. (De beeldranden
worden iets bijgesneden en de resolutie iets verlaagd.)
Als u [Vervorming] instelt op [Inschakelen], neemt de maximale
opnamereeks (pag. 153) tijdens continue opname af.
Vervorming wordt niet gecorrigeerd als u een movie opneemt of de HDR-
modus, meervoudige belichting of Ruisond. bij meerd. opn. instelt.
Vervormingscorrectie toepassen tijdens Live view-opnamen heeft enige
invloed op de beeldhoek.
Wanneer u de opname vergroot tijdens het maken van Live view-
opnamen, wordt geen vervormingscorrectie toegepast op de
weergegeven opname. Daarom kan bij vergroting van de randen van de
opname een deel van het beeldbereik worden weergegeven dat niet in
de werkelijke opname wordt opgenomen.
Stofwisdata (pag. 407) wordt niet toegevoegd aan opnamen die zijn
opgeslagen met vervormingscorrectie ingeschakeld. De AF-punten
worden ook niet weergegeven (pag. 359) bij latere weergave van de
opname.
Correctiegegevens voor het objectief
De camera bevat al gegevens voor de correctie van helderheid van
randen, van chromatische aberratie en van vervormingen voor
ca. 30 objectieven. Als u [Inschakelen] selecteert, worden de correctie
van helderheid van randen en de correctie van chromatische aberratie
automatisch toegepast voor elk objectief waarvoor correctiegegevens in
de camera zijn opgeslagen.
U kunt in EOS Utility (de meegeleverde software voor de EOS) bekijken
van welke lenzen correctiegegevens zijn opgeslagen in de camera.
U kunt ook correctiegegevens voor niet-geregistreerde lenzen
vastleggen. Raadpleeg de EOS Utility instructiehandleiding voor meer
informatie.
3 Correctie van helderheid randen en chromatische afwijkingen
183