BIJLAGE V
Procedure voor het testen van IPG-ICD interactie:
Patiënten met een concomitair geïmplanteerde defibrillator (ICD) moeten aanvullende tests
doorlopen aan het einde van de implantatieprocedure om het functioneren van zowel de
OPTIMIZER Smart Mini IPG als de ICD te borgen. De stappen voor deze vereiste restprocedure
zijn als volgt:
1. Programmeer de ICD zodat deze geen antitachycardiale therapie toedient tijdens
deze test.
2. Maak CCM-therapie mogelijk en programmeer de sensorvensters van de OPTIMIZER
Mini IPG zo dat deze voortdurend CCM-therapie toedient in de aanwezigheid van
de ICD.
3. Verleng de CCM-lijnvertraging herhaaldelijk met minimaal 40 ms tot 50 ms buiten de
instelling chronische CCM-lijnvertraging en observeer de real-time intracardiale
elektrogrammen (ICD-EGM) om de maximaal toegestane CCM-lijnvertraging te bepalen
voordat de ICD begint de CCM-therapiepulsen p te merken als R-golven.
4. Documenteer de maximale CCM-lijnvertraging: en voer de informatie in als onderdeel
van de implantatiegegevens.
5. Herprogrammeer de CCM-lijnvertraging volgens de voortestwaarde.
6. Documenteer de herprogrammering van de CCM-lijnvertraging met een parameterafdruk
van de IPG-instellingen.
7. Herprogrammeer de ICD zodat deze antitachycardiale therapie kan toedienen.
8. Haal de minimale R-R interval ICD VT-zone van de ICD-programmeerder of afdruk op en
voer de informatie in als onderdeel van de implantatiegegevens.
9. Documenteer de heractivatie van de antitachycardiale therapie met een parameterafdruk
van de ICD-instellingen.
Problemen oplossen met de draadloze communicatie tussen de OPTIMIZER
Smart Mini IPG en de Vesta-lader
Probeer het volgende als u problemen ervaart met een draadloze verbinding
tussen de OPTIMIZER Smart Mini IPG en de Vesta-lader:
Als de Vesta-lader niet wordt gebruikt om de OPTIMIZER Smart Mini
IPG te laden, plaatst u deze in een gebied dat de patiënt bezoekt (bijv.
nachtkastje in de slaapkamer), aangesloten op de AC adapter, en de AC
adapter aangesloten op het stopcontact. Dit zorgt voor reguliere
communicatie tussen de OPTIMIZER Smart Mini IPG en de Vesta-lader.
Blijf zitten tijdens het laden of de gegevensoverdracht.
Verkort de afstand tussen de apparaten.
Verplaats de apparaten zodat ze in dezelfde zichtlijn zijn.
Verplaats de apparaten uit de buurt van andere apparaten die storing
kunnen veroorzaken.
Gebruik geen andere draadloze apparatuur (bijv. programmeerders voor
andere apparaten, laptops, tablets, mobiele telefoon of draadloze
telefoon) tegelijkertijd.
Wacht enkele minuten en maak opnieuw verbinding.
OPMERKING: Draadloze communicatieapparatuur, zoals draadloze
thuisnetwerkapparatuur, mobiele en draadloze telefoons en tablets, kunnen de
kwaliteit van de draadloze verbinding beïnvloeden.
46