8.0
IMPLANTATIE VAN HET APPARAAT
8.1
Algemene overwegingen
Over het algemeen wordt de OPTIMIZER Smart Mini IPG in de rechter pectorale regio van de
borst geïmplanteerd. Twee rechter ventriculaire leidingen worden geplaatst voor afgifte van CCM-
therapie, één van deze bij voorkeur in een anterieur septum en de andere in een posterieure
septum locatie, circa halverwege tussen de basis en de apex. Beide leidingen in een anterieure
of posterieure septale locatie plaatsen is een acceptabel alternatief, mits de leidingen minimaal
2 cm van elkaar gescheiden zijn. Bij patiënten met een implanteerbare ICD zorgt u ervoor dat er
voldoende scheiding is tussen de leidingen van de geïmplanteerde CCM en leidingen van de
ICD.
Waarschuwing: Het gebruik van algemene anesthesie voor de implantatieprocedure leidt tot de
onmogelijkheid het comfort van de patiënt te volgen tijdens de afgifte van CCM-
therapie en kan tot nadelige gebeurtenissen leiden i.c.m. CCM-therapie.
Een optionele atriale leiding kan worden gepositioneerd in de rechter atriale appendage (RAA).
Opmerking: De implantatie van een optionele atriale sensorleiding wordt aanbevolen als de
uitbreiding van bepaalde CCM-tijds- en afgifteparameters vereist is voor een afdoende afgifte
CCM-therapie. De atriale leiding biedt de arts de mogelijkheid om patiënten met zwakke
ventriculaire IEGM-signalen of een intrinsiek hoge sinusratio te behandelen.
8.2
De verpakking(en) van de leiding openen
Controleer de verpakkingen van de leidingen visueel voordat u deze opent voor implantatie.
Beschadigde verpakkingen moeten worden geretourneerd naar de fabrikant van de leiding. Om
de leiding voor te bereiden op vasculaire implantatie, volgt u de aanwijzingen van de fabrikant
van de leiding. Tenzij anderszins aangegeven door de fabrikant van de leiding, gaat u als volgt te
werk met elke steriele verpakking:
Open de buitenverpakking buiten het steriele veld en verwijder de
TYVEK/PETG verpakking.
Met het lipje trekt u de TYVEK uit de buitenste PETG verpakking, waarbij u ervoor zorgt
dat u de binnenste steriele verpakking niet aanraakt.
Gebruik een strikt steriele techniek om de binnenste steriele verpakking te openen voor
de operatieassistent. In de inkeping tegenover het lipje kan de TYVEK/PETG verpakking
met een forceps uit de buitenste verpakking worden verwijderd.
Pel de binnenste verpakking terug, beginnend bij het lipje.
Verwijder de leiding uit de binnenste verpakking en plaats deze op een steriel,
pluisvrij oppervlak.
8.3
De leidingen implanteren
Implanteer de leidingen in overeenstemming met de instructies in de documenten van de
fabrikant van de leiding, zoals meegeleverd bij de leidingen.
Volg alle aanwijzingen in de literatuur van de fabrikant van de leiding.
Waarschuwing: Door in de leiding te knijpen, kan de geleider of de isolatie van de leiding
beschadigd raken. Dit kan tot ongewenst hoge voltages van de therapie leiden of tot
een verlies van de sensor of slagtherapie.
Waarschuwing: Vermijd subclavia pletten door een goede toegang en plaatsing van leidingen.
Patiënten moeten nauw worden opgevolgd na de implantatieprocedure.
Waarschuwing: Ga voorzichtig te werk tijdens het plaatsen van de leidingen om zwelling van de
steroïdeplug of de vorming van bloedproppen te voorkomen, wat tot extensie en/of
retractie van de helix kan leiden.
Waarschuwing: Het is belangrijk om een verlengde manipulatie van de leidingen en katheters in
het vaatstelsel te voorkomen. Dit kan anders tot vaattrombose leiden.
13