Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dissectie Van De Ipg-Pocket; De Optimizer Smart Mini Ipg Invoegen En De Pocket Sluiten - Impulse Dynamics OPTIMIZER Smart Mini Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor OPTIMIZER Smart Mini:
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruik lokale verdoving of sedatie bij bewustzijn en vraag de patiënt of hij/zij iets voelt
als de OPTIMIZER Smart Mini IPG CCM-therapie afgeeft. Als de patiënt aangeeft niets te
voelen, verhoogt u de CCM-amplitude naar 7,5 V en herhaalt u deze gevoelscontrole.
Als de patiënt aangeeft zich onprettig te voelen of iets anders voelt, zoekt u de leiding die
dit veroorzaakt door de CCM-afgifte aan het RV-kanaal uit te schakelen. Als de patiënt
aangeeft het te blijven voelen, schakelt u het RV-kanaal weer in en schakelt u het LS-
kanaal uit. Zodra de leiding die het gevoel veroorzaakt is gevonden, dient de plaatsing te
worden heroverwogen om cardiale contractiliteitsmodulatie te kunnen afgeven volgens
de maximale amplitude door beide CCM-kanalen.
Zodra de leidingen zijn geplaatst, bevestigt u elke leiding aan de respectieve
leidingverankeringshuls. Maak de body van de leiding schoon met een steriele
zoutoplossing voordat u de verankeringshuls aan de leiding bevestigt. Bevestig de
verankeringshuls met twee niet-absorbeerbare ligaturen en draai strak aan – niet te strak
aandraaien.
Opmerking: Een aanzienlijke afwijking van de impedantie van de leiding tijdens een volgende
controle kan een teken van een verplaatste leiding zijn of kan een ander probleem aanduiden dat
verder onderzocht moet worden.
8.8

Dissectie van de IPG-pocket

Een chirurgische dissectie direct bovenop de fascia is de beste methode om de pocket te maken,
welke net groot genoeg moet zijn om de OPTIMIZER Smart Mini IPG en eventuele lussen van
overtollig draad in te plaatsen.
Opmerking: Als u de pocket snijdt, houdt u er rekening mee dat de afstand tussen de lader en de
OPTIMIZER Smart Mini IPG niet meer dan 4 cm mag zijn.
8.9

De OPTIMIZER Smart Mini IPG invoegen en de pocket sluiten

Plaats de OPTIMIZER Smart Mini IPG in de subcutane pocket. Hoewel de OPTIMIZER Smart
Mini IPG theoretisch gezien in elke positie kan worden aangeroepen en geladen, is de
voorkeursplaatsing zo dat de gegraveerde zijde van het apparaat superieur is gericht naar de
huid. Dit zorgt voor de beste koppeling tussen de laadspoel in de punt en de Vesta-lader.
Als de OPTIMIZER Smart Mini IPG geïmplanteerd wordt op een diepte van tot wel 4 cm, is de
maximale aanbevolen diepte voor implantatie voor een goed opvragen en laden van het apparaat
2,5 cm.
Als u de IPG in de subcutane pocket plaatst, let u extra op dat een vloeiende kromming van
redundante leidingsegmenten in de pocket mogelijk is en plaatst u deze rond de IPG of in de
pocket, inferieur aan het apparaat. Bevestig de IPG met een niet-absorbeerbare sutuur aan de
fascia en sluit de pocket.
Radiografen moeten worden verkregen na implantatie van het apparaat om apparaat en de
plaatsing van de leidingen te controleren en om pneumothorax en andere chirurgische
complicaties uit te sluiten, zelfs als er geen symptomen zijn. Daarna dienen patiënten gedurende
minimaal 24 uur post-operatieve zorg te ontvangen tot aan ontslag.
Voorafgaand aan ontslag controleert u de sensitiviteitsdrempel van de leiding voor elke
geïmplanteerde leiding, meet u de leidingimpedantie en vergelijkt u deze resultaten met de
waarden die zijn verkregen tijdens de implantatie. Eventuele grote veranderingen kunnen tot
loskomen van leidingen leiden.
Opmerking: Naarmate de diepte van het implantaat groter wordt, zal de efficiëntie afnemen
waarmee de lader het geïmplanteerde apparaat oplaadt. Dit kan invloed hebben op de tijd die
nodig is om het geïmplanteerde apparaat op te laden.
Opmerking: Als de patiënt ook een geïmplanteerde ICD heeft, dient een gelijktijdige
apparaatinteractietest te worden uitgevoerd (zie bijlage III).
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave