Inhoudsopgave
Advertenties
10.3.3.2 CCM-activatie op basis van lokale gebeurtenissen
De afgifte van CCM-therapie is onafhankelijk van de intrinsieke myocardiale
elektrische activiteit in de nabijheid van het aangewezen Local Sense (LS)
kanaal. Het LS-kanaal is geconfigureerd om de elektrische activiteit op te merken
van een klein, lokaal deel van het hart (nabij de fixatie van de aangewezen
ventriculaire elektrode). Als reactie op deze opgemerkte activiteit, evalueert de
OPTIMIZER Smart Mini IPG het myocardiale elektrische signaal om te bepalen
of het aan de criteria voldoet die zijn gedefinieerd door de set LS-
parameterwaarden die in het apparaat zijn geprogrammeerd. Als niet aan de
criteria wordt voldaan, geeft de IPG CCM-therapie af. Binnen een cardiale cyclus
is de timing van het signaal dat de ventriculaire leiding heeft aangewezen als het
LS-kanaal, vooral m.v.t. de R-golf, het hoofdcriterium voor de OPTIMIZER Smart
Mini IPG om de cyclus te classificeren als normaal of abnormaal. CCM-therapie
wordt niet afgegeven tijdens cycli die als abnormaal worden geclassificeerd.
10.3.3.3 Venster met lokale meldingen
Als de interne logica van het apparaat ventriculaire gebeurtenissen detecteert in
overeenstemming met cardiale cycli die niet als abnormaal zijn geclassificeerd
vanwege ruis, atriale tachycardie of vermoede PVC's, wordt een venster met
lokale meldingen geopend. Het meldingenscherm kan zich in de AV-interval
bevinden, in de VA-interval of gedeeltelijk in de AV en gedeeltelijk in de VA-
interval.
De eerst gedetecteerde gebeurtenis binnen het venster is de activatie voor
afgifte van CCM-therapie.
Geldige lokale gebeurtenissen die zijn gedetecteerd buiten het meldingenvenster
worden als ongeldig beschouwd en onderbreken de afgifte van CCM-therapie
gedurende een geprogrammeerd aantal cycli. Onderdrukking van lokale
gebeurtenissen kan zelfs worden gedetecteerd tussen de activatie van een
lokale gebeurtenis en de start van bijbehorende CCM-therapie, wat in dit geval
niet zal worden afgegeven.
Het lokale meldingenvenster is de tijdsinterval waarbinnen de leiding van een
geldige LS-gebeurtenis afgifte van CCM-therapie activeert.
De tijdelijke kenmerken binnen dit venster wordt bepaald door twee
programmeerbare parameters.
LS Alert Start (Start LS-melding): De start van de tijdsinterval
waarbinnen een geldige LS-gebeurtenis moet worden opgemerkt om de
afgifte van CCM-therapie te activeren. Met de OPTIMIZER Smart Mini
Programmeerder-toepassing kan de start van de melding worden
ingesteld op een waarde tussen de -100 ms en 100 ms, in intervallen
van 2 ms.
Opmerking: Het meldingenvenster begint in de AV-interval als deze
waarde negatief is.
LS Alert Width (Breedte LS-melding): De duur van de tijdsinterval
waarbinnen een geldige LS-gebeurtenis moet worden opgemerkt om de
afgifte van CCM-therapie te activeren. Staat gelijk aan de duur van het
meldingenvenster. Met de OPTIMIZER Smart Mini Programmeerder-
toepassing kan de breedte van de melding worden ingesteld op een
waarde tussen de 1 ms en 40 ms, in intervallen van 1 ms. Als de som
van de start en de breedte van de melding negatief is, eindigt het
meldingenvenster binnen de AV-interval.
Opmerking: Als de OPTIMIZER Smart Mini IPG de OVO-LS-CCM-
modus heeft aangenomen, is de maximale instelling voor deze
parameter 30 ms.
De leiding van de eerst gedetecteerde gebeurtenis binnen dit venster wordt
gebruikt om de afgifte van CCM-therapie te activeren. Als een gebeurtenis wordt
24
Advertenties
Inhoudsopgave
