Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Impulse Dynamics OPTIMIZER Smart Mini Gebruiksaanwijzing pagina 37

Verberg thumbnails Zie ook voor OPTIMIZER Smart Mini:
Inhoudsopgave

Advertenties

2. De totale periode van de CCM-gebeurtenis (Alert Start + Alert Width +CCM Train Delay +
CCM Train Duration + Balancing Phase Duration) moet korter zijn dan de A/V Refractory
Period, min 86 ms (ruisvenster)
Reden: Om foutieve gebeurtenisdetecties te voorkomen, dient de CCM-therapie geheel
te worden toegediend binnen de atriale en ventriculaire refractaire periode. Voor het
einde van deze refractaire periodes, wordt een ruisvenster van 86 ms geactiveerd om
externe onderbreking te detecteren. Derhalve dient de afgifte van de CCM-therapie te
zijn voltooid voordat het ruisvenster wordt geopend.
3. Start melding + CCM-lijnvertraging dient gelijk te zijn aan of meer dan 3 ms
Reden: De tijd Alert Start heeft betrekking op de rechter ventriculaire gebeurtenis. Als de
waarde Alert Start negatief is en als een lokale gebeurtenis is gedetecteerd tijdens de AV
Interval, moet er een rechter ventriculaire gebeurtenis plaatsvinden en gedetecteerd
worden voordat het apparaat kan bepalen of de gebeurtenis binnen het
meldingenvenster lag. Dit impliceert dat de afgifte van CCM-therapie niet zal
plaatsvinden voorafgaand aan de detectie van een rechter ventriculaire gebeurtenis.
Deze beperking zorgt voor de detectie van een rechter ventriculaire gebeurtenis,
voorafgaand aan afgifte van CCM-therapie.
4. De LS Post Refractory Period mag niet meer zijn dan de CCM Train Delay.
Reden: Gezien de post LS Refractory Period gebeurtenissen maskeert (bijv. CCM-
gebeurtenis) die zich kunnen voordoen na de detectie van de LS-gebeurtenis, kan de
afgifte van CCM-therapie niet beginnen tijdens de post LS Refractory Period.
5. De periode (in milliseconden) behorende bij de atriale tachycardie hartslag moet groter
zijn dan de Post-V Atriale Refractory Period, plus Short AV Delay, plus 50 ms (RA/RV)
Reden: Nadat een atriale gebeurtenis is gedetecteerd, kan er geen nieuwe atriale
gebeurtenis worden gedetecteerd tot het einde van de post-V atriale refractaire periode.
Bovendien is de minimale vereiste meldingsperiode om tachycardie te detecteren 50 ms.
6. De periode (in milliseconden) behorende bij de ventriculaire tachycardie hartslag moet
groter zijn dan de Post-V Ventricular Refractory Period, plus 50 ms (RA/RV)
Reden: Nadat een ventriculaire (RV) gebeurtenis is gedetecteerd, kan er geen nieuwe
ventriculaire gebeurtenis worden gedetecteerd tot het einde van de Post-V RV Refractory
Period. Bovendien is de minimale vereiste meldingsperiode om tachycardie te detecteren
50 ms.
7. Het LS Alert venster kan niet in de pre- of post ventriculair-refractaire periode liggen
Reden: Als het LS-meldingenvenster begint binnen de pre- of post RV-refractaire
periode, worden alleen LS-gebeurtenissen in het meldingenvenster en buiten de RV
refractaire periode gedetecteerd en wordt de afgifte van CCM-therapie geactiveerd. Dit
verkort het LS-meldingenvenster op effectieve wijze en kan de detectie van een LS-
gebeurtenis voorkomen.
8. Het einde van het LS Alert venster kan niet in de Pre- of Post Ventricular Refracory
Period liggen
Reden: Als het LS Alert venster eindigt binnen de Pre- of Post RV Refractory Period,
worden alleen LS-gebeurtenissen in het meldingenvenster en buiten de RV Refractory
Period gedetecteerd en wordt de afgifte van CCM-therapie geactiveerd. Dit verkort het
LS Alert venster op effectieve wijze en kan de detectie van een LS-gebeurtenis
voorkomen.
9. De Post LS Refractory Period mag niet meer zijn dan de CCM Train Delay
Reden: Als de CCM Train Delay korter is dan de post LS Refractory Period, wordt de
CCM-therapie afgegeven binnen de post LS Refractory Period, terwijl de LS-gebeurtenis
niet wordt gedetecteerd.
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave