Inhoudsopgave
Advertenties
Sensoramplitude:
Slagdrempel:
Geen voelbare diafragma stimulatie of onplezierig gevoel op de borst met de afgifte van
een slagpuls van 8 V met een pulsbreedte van 1,0 ms
Belangrijke overwegingspunten bij de aansluiting van geïmplanteerde leidingen op de
OPTIMIZER Smart Mini IPG:
Bij het aandraaien of losmaken van de stelschroeven, voert u altijd de punt van de
torsiesleutel volledig in, in lijn met de stelschroef. De sleutel niet in een hoek in de
stelschroef invoeren.
Voordat u de IS-1 leidingconnectors invoert, controleert u of geen van de stelschroeven
uitsteken in een van de IPG-kopholten (raadpleeg de tekening van de IPG). Verstel
stelschroeven die uitsteken buiten de wand in de kopholte door deze tegen de klok in
terug te draaien met de torsiesleutel. Draai de stelschroef zover dat de punt niet langer in
de kopholte zit.
Voorzichtig: Draai de stelschroef niet geheel uit het terminalblok.
In geen geval mogen voorwerpen anders dan de implanteerbare leidingconnectors (of
poortstekker) in de poort van de connectorterminal van de IPG worden ingevoerd.
Opmerking: Mits de connectors goed zijn geïnstalleerd, is de retentiekracht van de connector in
de terminals minimaal 10 N (2,24 lbf).
Maak elke IS-1 leidingconnectorpin schoon met steriel gedestilleerd water (indien u zoutoplossing
gebruikt, veegt u naderhand elke connector droog met een chirurgische spons) en voert u elke
leidingconnector volledig in de respectievelijke connectorterminal in de kop van de OPTIMIZER
Smart Mini IPG in.
Waarschuwing: Vloeistof in de IS-1 connectorterminal kan leiden tot een slechte sensorfunctie,
een hoge impedantiewaarde en de onmogelijkheid van een IPG om CCM-therapie toe
te dienen.
Opmerking: Voordat u de stelschroeven aandraait, inspecteert u elke connectorterminal in de
kop van IPG en controleert u of de punt van elke leidingconnector volledig is ingevoerd in de
respectievelijke terminal van de leidingpunt.
Draai de stelschroef in de punt van elke leiding aan met de steriele #2 torsiesleutel die is
meegeleverd in de verpakking van de IPG. Draai de torsiesleutel met de klok mee tot u een klik
hoort en voelt. Oefen voorzichtig tractie uit op de trekontlasting van elke leiding om ervoor te
zorgen dat elke leiding veilig is verankerd in de respectievelijke terminal.
Draai de stelschroef van elke leiding aan met de torsiesleutel. Draai de torsiesleutel met de klok
mee tot u een klik hoort en voelt.
8.6
Het gebruik van een poortstekker i.c.m. De OPTIMIZER Smart
Mini IPG
Als er geen atriale leiding wordt gebruikt i.c.m. De OPTIMIZER Smart Mini IPG, voert u de
poortstekker uit de verpakking van de OPTIMIZER Smart Mini IPG in de bovenste poort in van de
IPG, die als "A" is gemarkeerd.
Opmerking: U kunt ook een commercieel verkrijgbare bipolaire IS-1 poortstekker gebruiken om
de atriale poort van de OPTIMIZER Smart Mini IPG te pluggen.
Draai de stelschroef van de punt aan. De uitstekende lengte van de poortstekker kan worden
verkort, maar aanbevolen wordt minimaal 1 cm lengte uit de IPG te laten steken om toekomstige
verwijdering van de poortstekker mogelijk te maken als het nodig wordt om een atriale
sensorleiding aan te sluiten.
5 mV
1 V bij pulsbreedte van 0,5 ms
15
Advertenties
Inhoudsopgave
