5. Sluit het andere uiteinde van de tweede
startkabel aan op de tapbout, zoals aangegeven.
Sluit deze hulpstartkabel niet op een ander
onderdeel aan.
6. Wanneer uw voertuig is verbonden met een
ander voertuig, start dan de motor van de
hulpauto en laat het motortoerental enigszins
stijgen.
7. Probeer de motor van uw voertuig te starten.
Wanneer de startmotor nog wel langzaam
draait, kijk dan of de startkabels goed contact
maken met het metaal.
WORDT VERVOLGD
uuStarten met
1Starten met startkabels
De prestatie van een 12V-accu neemt af in koude
weersomstandigheden, zodanig dat de motor mogelijk niet
kan worden gestart.
startkabelsu
611