Airbags
Onderdelen van het airbagsysteem
De airbags voor, de knie-airbag voor de
bestuurder, de zijairbags voor en achter, de
centrale airbag voor en de zijgordijnairbags
worden opgeblazen afhankelijk van de richting
en de kracht van de botsing. Het airbagsysteem
bestaat uit:
•
SRS-airbags vóór (SRS betekent aanvullend
veiligheidssysteem). De bestuurdersairbag is
opgeborgen in het midden van het stuurwiel;
de airbag voor de voorpassagier is opgeborgen
in het dashboard. Beide zijn met SRS AIRBAG
gemarkeerd.
•
Vier zijairbags, één voor de bestuurder, één
voor de voorpassagier en twee voor de
buitenste zitplaatsen achter.
Deze airbags zijn opgeborgen in de zijkant van
de rugleuning van de voorstoelen.
Alle zijn gemarkeerd met SIDE AIRBAG.
•
Twee zijgordijnairbags, één voor elke zijde van
het voertuig. Deze airbags zijn opgeborgen in
het plafond, boven de zijruiten van het
voertuig. De voor- en achterstijlen zijn
gemarkeerd met SIDE CURTAIN AIRBAG.
•
Een centrale airbag. De airbag is opgeborgen
in het midden van de rugleuning van de
bestuurdersstoel. Deze is gemarkeerd met
CENTER AIRBAG.
56
•
Knie-airbag voor bestuurder. De knie-airbag is
opgeborgen onder de stuurkolom. Deze is
gemarkeerd met SRS AIRBAG.
•
Een elektronische regeleenheid die, wanneer
de voedingsmodus in de stand AAN staat,
voortdurend informatie bewaakt met
betrekking tot de verschillende
botsingssensoren, de stoel- en gespsensoren,
de airbag-opblaasmechanismen, de
veiligheidsgordelspanners en andere
voertuiginformatie. Bij een botsing kan de
eenheid dergelijke informatie vastleggen.
•
Automatische veiligheidsgordelspanners voor
de voorstoelen en de buitenste zitplaatsen op
de achterbank.
•
Botsingssensoren die een matige tot krachtige
frontale botsing of botsing van opzij kunnen
detecteren.
•
Een controlelampje in het instrumentenpaneel
dat waarschuwt voor een mogelijk probleem
met het airbagsysteem of de
veiligheidsgordelspanners.
•
Een controlelampje op het consolepaneel dat
u waarschuwt wanneer de passagiersairbag
voor is uitgeschakeld.