Oliecontrole
We adviseren u het motoroliepeil telkens te controleren wanneer u tankt.
Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond.
Schakel het voedingssysteem uit. U kunt het oliepeil controleren zonder dat de motor eerst
heeft gedraaid. Als de motor heeft gedraaid, wacht dan circa drie minuten voordat u het
oliepeil controleert.
Bovenste markering
a
Onderste markering
b
1. Verwijder de peilstok (oranje).
2. Wrijf de peilstok schoon met een schone doek of
met schoonmaakpapier.
3. Steek de peilstok weer helemaal terug in het gat.
4. Verwijder de peilstok opnieuw en controleer het
peil. Het peil dient tussen de bovenste en de
onderste markering te staan. Vul indien nodig
olie bij.
uuOnderhoud onder de motorkapuOliecontrole
1Oliecontrole
Als het oliepeil vlak bij of onder de onderste markering staat,
vul dan langzaam olie bij en let op dat u niet te veel vult.
De hoeveelheid verbruikte olie hangt af van de manier
waarop met het voertuig gereden wordt, het klimaat en de
toestand van het wegdek. De mate van olieverbruik kan tot 1
liter per 1000 km zijn.
Het verbruik zal bij een nieuwe motor waarschijnlijk hoger
uitvallen.
549