Pagina 2
In deze handleiding wordt bepaalde informatie voorafgegaan door U treft deze belangrijke veiligheidsinformatie in verschillende het symbool . Deze informatie is bedoeld om u te helpen vormen aan, waaronder: ATTENTIE bij het voorkomen van schade aan het voertuig, andere ● Veiligheidsstickers - op het voertuig. eigendommen en het milieu.
Pagina 3
Deze gegevens kunnen worden benaderd door Honda, haar geautoriseerde dealers en erkende reparateurs, werknemers, vertegenwoordigers en aannemers met uitsluitend als doel technische diagnose, onderzoek en ontwikkeling van het voertuig.
Pagina 4
Indien de bovengenoemde informatie die wordt verzonden naar trends en voor het beoordelen van het succes van releases van Honda, persoonlijke informatie in uw regio omvat, dient u er software-updates. Samengevoegde persoonlijke gegevens rekening mee te houden dat deze informatie wordt behandeld in...
Pagina 5
Indien de bovengenoemde informatie die wordt verzonden naar Honda, persoonlijke informatie in uw regio omvat, dient u er rekening Honda kan deze gegevens delen met Honda’s wereldwijde mee te houden dat deze informatie wordt behandeld in strikte...
Pagina 6
De informatie en de specificaties in deze publicatie waren geldig op het Vóór het rijden BLZ. 420 Aanhanger/caravan trekken BLZ. 424 moment van de goedkeuring tot drukken. Honda Motor Co., Ltd. behoudt Uw voertuig parkeren BLZ. 584 Achteruitrijcamera voor multi-weergave BLZ. 595 zich echter het recht voor de specificaties of het ontwerp op elk ogenblik te beëindigen of te wijzigen zonder aankondiging en zonder dat zulks leidt tot...
Pagina 7
Audio-foutmeldingen BLZ. 401 Algemene informatie over het audiosysteem BLZ. 402 Functies BLZ. 299 Richtlijnen voor off-road BLZ. 429 Tijdens het rijden BLZ. 431 Honda Sensing BLZ. 481 Remmen BLZ. 573 Tanken BLZ. 597 Brandstofverbruik en CO -uitstoot BLZ. 600 Rijden BLZ.
Pagina 8
Verkorte handleiding Visuele index Type met het stuur links (B106) Controlelampjes (B141) Meters Interface voor bestuurdersinformatie (B146, 165, 168) (B234) Knop POWER Alarmknipperlichtknop (B300) Audiosysteem Navigatiesysteem () Zie de handleiding van het navigatiesysteem (B293) Klimaatregelsysteem (B256) Achterruitverwarming Knop voor verwarmde buitenspiegel (B256) (B291) Knoppen stoelverwarming voor...
Pagina 9
Type met het stuur rechts (B106) Controlelampjes (B141) Meters Interface voor bestuurdersinformatie (B165, 168) (B234) Knop POWER Knop (voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (B469) (VSA) OFF) (B245) Koplampverstelling Knop voor elektrisch bediende achterklep (B215) (B259) Stuurwielverstelling (B287) Draadloze oplader (B293) Klimaatregelsysteem (B256) Achterruitverwarming Knop voor verwarmde buitenspiegel (B256) (B291) Knoppen stoelverwarming voor...
Pagina 10
Visuele index (B237, 239) Koplampen/ Richtingaanwijzers (B241) Mistlamp achter (B442) Flipper voor vertraging (−) (B442) Flipper voor vertraging (+) (B253) Ruitenwissers/sproeiers Knoppen Adaptive Cruise Control (ACC) met Low (B506) Speed Follow (B532) Knop Lane Keeping Assist System (LKAS) (B169 ) Selectiewieltje rechts (B522) Afstandsknop...
Pagina 11
Type met het stuur links (B59) Airbag bestuurder (B260) Achteruitkijkspiegel (B278) Handschoenenkastje (B59) Airbag voorpassagier (B65) Knie-airbags (B286) Accessoirevoeding (B447) Rijmodusschakelaar Schakelaar van de elektronische parkeerrem (B573) (B577) Knop Automatic Brake Hold (B 452) Knop (Hill Descent Control) (B437) Schakelknop (B65) Knie-airbags (B701)
Pagina 12
Visuele index Type met het stuur rechts (B59) Airbag bestuurder (B261) Buitenspiegelschakelaars Hoofdschakelaar portiervergrendeling (B206) Schakelaars elektrisch bediende ruiten (B228) (B258) Geheugenknoppen (B258) Knop SET (B622) Hendel motorkapontgrendeling (B701) Zekeringenkast interieur (B65) Knie-airbag voor bestuurder (B437) Schakelknop (B447) Rijmodusschakelaar (B452) Knop Hill Descent Control Schakelaar van de elektronische parkeerrem (B573)
Pagina 13
(B277) Verlichting bagageruimte Veiligheidsgordel met afneembare (B52) verankering (B276) Kaartleeslampjes Handgreep (B281) Jashaakje (B73) Zijgordijnairbags Zonnekleppen Make-upspiegels (B276) Kaartleeslampjes (B230) Schakelaar panoramadak (B230) Schakelaar zonnescherm (B281) Zonnebrilhouder (B264) Voorstoel (B305) USB-poorten (B45) Veiligheidsgordels (B70) Zijairbags voor Veiligheidsgordel (kinderzitje bevestigen) (B96) Veiligheidsgordel voor bevestiging van een (B84) kinderzitje...
Pagina 14
Visuele index (B621) Onderhoud onder de motorkap (B253, 640) Voorruitwissers (B261) Elektrisch bediende buitenspiegels (B239, 637) Zijrichtingaanwijzers Vergrendelings-ontgrendelingsregeling portier (B198) (B644, 668) Banden (B237, 637) Koplampen Parkeerverlichting/dagrijlicht (B237, 242, 637) (B239, 637) Richtingaanwijzers voor (B243, 637) Actieve bochtenverlichting (B638) Hooggemonteerd remlicht (B255, 642) Ruitenwisser achter (B209)
Pagina 15
e:HEV Uw e:HEV-voertuig maakt voor de aandrijving gebruik van zowel een elektromotor als een benzinemotor, waarbij de elektromotor elektriciteit ontvangt van een interne hoogspanningsaccu en/of interne generator. De hoogspanningsaccu wordt opgeladen door de generator die wordt aangedreven door de motor of door regeneratief remmen.
Pagina 16
HOOFDONDERDELEN e:HEV Benzinemotor - Drijft de generator aan en drijft onder bepaalde omstandigheden de wielen direct aan. Generator - Start de motor en genereert elektrische voeding bij aandrijving door de benzinemotor om elektriciteit te leveren voor voeding aan de elektromotor en/of om de hoogspanningsaccu op te laden.
Pagina 17
Voertuigsnelheid Tijd Bedrijfsmodus Elektrisch voertuig (EV) Hybride (HV) Motor (directe aandrijving) Regeneratie Stilstaand of rijden met lage Rijden bij hoge belasting Rijden bij hoge snelheid en lage Het gaspedaal wordt snelheid: (bijvoorbeeld bij acceleratie, een belasting: losgelaten en het voertuig •...
Pagina 18
● Geluiden die uniek zijn voor de e:HEV Wanneer u voor het eerst gaat rijden met dit voertuig, hoort u waarschijnlijk onbekende geluiden, met name wanneer u het voedingssysteem inschakelt, of terwijl u rijdt of versnelt vanuit stilstand. Sommige van deze geluiden zijn uniek voor de aandrijflijn-, brandstof- en klimaatregelsystemen van dit voertuig; andere zijn vergelijkbaar met de geluiden die worden geproduceerd door conventionele auto's die normaliter niet te horen zijn vanwege andere hardere geluiden die in een voertuig van dit ontwerp niet aanwezig zijn.
Pagina 19
Voorspellende Eco Assist Met Voorspellende Eco Assist kunt u zuiniger naar uw bestemming rijden bij navigatieroutebegeleiding. De functie voorspelt hoeveel de hoogspanningsaccu kan worden opgeladen door regeneratief remmen bij het afrijden van een helling op weg naar de bestemming, en werkt zo veel mogelijk in de EV-modus. Als er tussenstops op weg naar de bestemming zijn, werkt ze effectiever als deze als tussenpunten zijn ingesteld.
Pagina 20
Als het voertuig wordt gesloopt vermogen van de accu gaan beperken, ● De hoogspanningsaccu is een lithiumion-accu. Honda verzamelt en recyclet gebruikte waardoor de controlelampjes van het hoogspanningsaccu’s. Raadpleeg uw dealer voor informatie over hoe u de accu kunt afvoeren als uw voedingssysteem en het laadsysteem van de 12V-accu gaan branden.
Pagina 21
Veilig rijden (B39) Airbags (B57) ● Uw voertuig is uitgerust met airbags, die u en uw passagiers beschermen tijdens een gematigde tot krachtige botsing. Veiligheid van kinderen (B78) ● Alle kinderen jonger dan 12 jaar dienen op de achterbank te zitten. ●...
Pagina 22
Instrumentenpaneel (B 105) Controlelampjes /Meters /Interface voor bestuurdersinformatie (B 106) (B 141) (B 146, 165, 168) Head-updisplay * (B 187) Modellen met meter type A (B141) (B143) Snelheidsmeter Zuinigheidsmeter (B144) Verkeersbordenherkenningssysteem (B142) POWER-meter (B141) Snelheidsmeter (B142) CHARGE/DECEL-meter (B143) Interface voor bestuurdersinformatie Kilometerteller (B146) (B111)
Pagina 23
Modellen met meter type B ● U kunt de meterweergave wijzigen. (B185) Meterweergave wijzigen (B187) Head-updisplay (B142) POWER-meter (B142) CHARGE/DECEL-meter (B144) Verkeersbordenherkenningssysteem (B143) (B141) (B143) Zuinigheidsmeter Snelheidsmeter Zuinigheidsmeter (B141) Meter laadniveau Controlelampje flipper voor Brandstofmeter (B142) (B111) hoogspanningsaccu vertraging Omgevingstemperatuur Schakelstandindicator/ Interface voor bestuurdersinformatie (B143)
Pagina 24
Bedieningselementen (B193) Klok Richtingaanwijzers Ruitenwissers en -sproeiers (B194) (B239) U kunt de klok instellen en de klokweergave (B253) Bedieningshendel richtingaanwijzers aanpassen. (B321) Bedieningshendel wissers/sproeiers Knop POWER MIST (B234) Druk op de knop om de voedingsmodus van het AUTO: snelheid wissers varieert voertuig te wijzigen.
Pagina 25
Stuurwiel Achterklep Modellen met elektrisch bediende achterklep (B259) (B208) Houd de afstandsbediening bij u en breng uw voet ● Om het stuurwiel te verstellen, duwt u de ● Druk op de ontgrendelknop aan de buitenzijde omhoog en omlaag (schopbeweging) onder het afstelhendel naar beneden en zet u het van de achterklep om deze te ontgrendelen en midden van de achterbumper om de achterklep te...
Pagina 26
Elektrisch bediende Elektrisch bediende ruiten buitenspiegels (B261) (B227) ● Zet, met de voedingsmodus in de stand AAN, de ● Open en sluit, met de voedingsmodus in de keuzeschakelaar op L of R. stand AAN, de elektrisch bediende ruiten. ● Druk op de overeenkomstige rand van de ●...
Pagina 27
Klimaatregelsysteem (B293) ● Druk op de knop AUTO om het klimaatregelsysteem te activeren. ● Druk op de knop om het systeem in of uit te schakelen. ● Druk op de knop om de voorruit te ontdooien. De lucht stroomt uit de De lucht stroomt uit de De lucht stroomt uit De lucht stroomt uit de...
Pagina 28
Functies (B299) Audiosysteem (B300, 302) () Zie de handleiding van het navigatiesysteem Voor de werking van het navigatiesysteem Audio-/informatiescherm Knop (Beginscherm) Knop (Terug) Knop VOL/ AUDIO (Volume/Aan-uit) Pictogram Displaymodus Knop (Zoeken/Overslaan) Knop (Zoeken/Overslaan)
Pagina 29
Afstandsbediening van het ● Knoppen (Zoeken/Overslaan) Radio: Druk op audiosysteem om een andere (B307) voorkeuzezender te kiezen. Knoppen (Zoeken/Overslaan) iPod, USB-apparaat, Bluetooth®-audio of smartphone-verbinding: Druk op om naar het begin van het volgende nummer te gaan of naar het begin van het huidige Volumeschakelaar nummer terug te keren.
Pagina 30
Rijden (B419) Transmissie (B436, 437) ● Selecteer en trap het rempedaal in zodra u de voeding inschakelt. ● Schakelstand Schakelstandindicator De schakelstandindicator en de Controlelampje ‘Gereed’ schakelknopindicator geven de Aan: U kunt wegrijden. geselecteerde versnelling aan. Schakelstandindicator Schakelknop- indicator Parkeren Rijden Wordt gebruikt tijdens het parkeren en vóór Wordt gebruikt voor normaal rijden.
Pagina 31
(B442) Flipper voor vertraging Zodra u het gaspedaal loslaat, kunt u de mate van vertraging regelen zonder uw handen van het stuurwiel te halen. Met behulp van de flipper voor vertraging op het stuurwiel kunt u achtereenvolgens door vier vertragingsfasen schakelen. Trek gedurende enkele seconden de knop in wanneer u de flipper voor vertraging wilt annuleren.
Pagina 32
CMBS Aan en Uit Waarschuwingssysteem (B490) ● Wanneer een mogelijke frontale botsing voor bandenspanning vermoedelijk onvermijdelijk is, kan het CMBS de (B471) voertuigsnelheid en van de hevigheid van de ● Detecteert een verandering in de conditie en botsing verminderen. ● Het CMBS wordt telkens ingeschakeld wanneer algehele afmetingen van de banden als gevolg u het voedingssysteem start.
Pagina 33
Tanken (B597) Aanbevolen brandstof: EN 228-normen benzine/gasohol Loodvrije premium benzine/gasohol tot E10 (90% benzine en 10% ethanol), research-octaangetal 95 of hoger Brandstoftankinhoud: 57 l Ontgrendel het bestuurdersportier. (B205) Druk kort op het midden van de achterste rand van de brandstoftankklep. U hoort een klik.
Pagina 34
Honda Sensing (B481) Botsingsbeperkingssysteem Adaptive Cruise Control Honda Sensing is een bestuurdersondersteuningssysteem dat gebruik (CMBS) (ACC) met Low Speed (B 486) maakt van twee verschillende sensoren: een Follow groothoekcamera die achter de binnenspiegel aan (B 505) Het systeem kan u helpen wanneer het bepaalt dat...
Pagina 35
Traffic Jam Assist (B 543) Het Traffic Jam Assist-systeem maakt gebruik van een groothoekcamera aan de voorzijde die is gemonteerd op het bovenste gedeelte van de voorruit om witte (of gele) rijstrookstrepen links en rechts te detecteren en te bewaken. Op basis van ingangssignalen van de groothoekcamera aan de voorzijde kan het systeem stuurkoppel toepassen om uw voertuig in het midden van de...
Pagina 36
Onderhoud (B601) Onder de motorkap (B621) ● Controleer motorolie, motorkoelvloeistof, koelvloeistof voor Wisserbladen (B640) hoogspanningsaccusysteem en voorruitsproeiervloeistof. Vul de ● Vervang de bladen indien deze strepen op de vloeistoffen indien nodig bij. ● Controleer de remvloeistof. voorruit achterlaten of geluid maken. ●...
Pagina 37
Onverwachte gebeurtenissen (B667) Lekke band Voedingssysteem start niet Oververhitting (B668) (B690) ● Parkeer op een veilige plek. Indien u geen ● Parkeer op een veilige plek en repareer de (B682) stoom onder de motorkap ziet, opent u de lekke band met behulp van de ●...
Pagina 38
Wat te doen als Waardoor trilt het rempedaal Dit kan optreden wanneer het ABS wordt geactiveerd; dit is geen aanwijzing dat er een probleem is. Trap het rempedaal stevig en licht bij het bedienen van de gelijkmatig in. Bedien het rempedaal nooit pompend. remmen? (B581) Antiblokkeersysteem (ABS)
Pagina 39
De parkeerrem wordt niet Druk op de schakelaar van de elektronische parkeerrem met het uitgeschakeld wanneer de rempedaal ingetrapt. schakelaar van de elektronische parkeerrem wordt ingedrukt. Wat kan de oorzaak zijn? Er brandt een amber Het waarschuwingssysteem voor bandenspanning moet worden controlelampje met een band gecontroleerd.
Pagina 40
Waarom hoor ik een piepend Het is mogelijk dat de remblokken vervangen moeten worden. Laat geluid wanneer ik het het voertuig door een dealer controleren. rempedaal bedien? Is het mogelijk om loodvrije Uw voertuig is ontworpen om op loodvrije benzine met een research- benzine met een research- octaangetal van 95 of hoger te rijden.
Pagina 41
Veilig rijden U vindt een groot aantal veiligheidsadviezen in dit hoofdstuk en in deze handleiding. Veiligheidsstickers Voor veilig rijden Airbags voor (SRS) ......... 59 Belangrijke veiligheidsmaatregelen ..40 Zijairbags ..........70 Plaatsen van stickers ......104 Belangrijke informatie over de wegligging..42 Zijgordijnairbags ........
Pagina 42
Voor veilig rijden De volgende pagina's geven uitleg over de veiligheidsvoorzieningen van het voertuig en hoe u deze op de juiste manier gebruikt. De onderstaande veiligheidsmaatregelen zijn daarbij naar onze mening het belangrijkst. Belangrijke veiligheidsmaatregelen 1Belangrijke veiligheidsmaatregelen In een groot aantal landen is het gebruik van een mobiele ■...
Pagina 43
uuVoor veilig rijdenuBelangrijke veiligheidsmaatregelen ■ Besteed uw volledige aandacht aan uw taak om veilig te rijden Het gebruik van een mobiele telefoon of andere activiteiten die u ervan weerhouden uw aandacht op de weg en op andere voertuigen en andere verkeersdeelnemers te richten, kunnen tot ongevallen leiden.
Pagina 44
uuVoor veilig rijdenuBelangrijke informatie over de wegligging Belangrijke informatie over de wegligging Uw voertuig staat hoger op de wielen dan een passagiersvoertuig dat alleen voor verharde 1Belangrijke informatie over de wegligging wegen bedoeld is. Deze hogere grondspeling biedt veel voordelen voor terreinrijden. U kunt Lees voor meer informatie over het verminderen van het daardoor over bulten, obstakels en ruw terrein rijden.
Pagina 45
uuVoor veilig rijdenuDe veiligheidsvoorzieningen van uw voertuig De veiligheidsvoorzieningen van uw voertuig 1De veiligheidsvoorzieningen van uw voertuig Uw voertuig is uitgerust met tal van functies die gezamenlijk bijdragen aan de bescherming van u en uw passagiers tijdens een ongeval. Sommige van deze functies vereisen geen enkele actie van u. Zoals een stevig stalen geraamte dat een veiligheidskooi rondom de passagiersruimte vormt met kreukelzones aan voor- en achterzijde, een veiligheidsstuurkolom en...
Pagina 46
uuVoor veilig rijdenuVeiligheidscontrolelijst Veiligheidscontrolelijst Maak er, in het belang van de veiligheid van u en uw passagiers, een gewoonte van om deze 1Veiligheidscontrolelijst zaken voor elke rit te controleren. Als de melding voor portier en/of achterklep open verschijnt • Stel uw stoel zodanig af dat u het voertuig goed kunt bedienen. Zorg ervoor dat de op de interface voor bestuurdersinformatie, is een portier en/ voorstoelen zo ver mogelijk naar achteren zijn geplaatst en u tegelijkertijd in staat bent het of de achterklep niet volledig gesloten.
Pagina 47
Veiligheidsgordels Over uw veiligheidsgordels Veiligheidsgordels zijn de meest effectieve veiligheidsvoorziening, omdat ze u met het voertuig 1Over uw veiligheidsgordels verbonden houden, zodat u optimaal van de vele ingebouwde veiligheidsfuncties profiteert. Ze WAARSCHUWING voorkomen bovendien dat u tegen de binnenzijde van het voertuig, tegen andere passagiers of uit het voertuig wordt geslingerd.
Pagina 48
uuVeiligheidsgordelsuOver uw veiligheidsgordels ■ Heup-/schoudergordels 1Over uw veiligheidsgordels Alle vijf de zitplaatsen zijn voorzien van heup-/schoudergordels met oprolmechanisme en Wanneer u de gordel te snel afrolt, wordt deze geblokkeerd. gordelspanner. Onder normale rijomstandigheden laat het oprolmechanisme u vrij bewegen, Wanneer dit gebeurt, spant u de gordel voorzichtig aan en terwijl de gordelspanner de gordel enigszins op spanning houdt.
Pagina 49
uuVeiligheidsgordelsuOver uw veiligheidsgordels ■ 1Waarschuwingslampje veiligheidsgordel Waarschuwingslampje veiligheidsgordel Het controlelampje gaat ook aan als een voorpassagier de ■ Voorstoelen Modellen met meter type A veiligheidsgordel niet omdoet binnen zes seconden nadat Het veiligheidsgordelsysteem heeft een het voedingssysteem op AAN is gezet. controlelampje op het instrumentenpaneel om de Wanneer de stoel van de voorpassagier onbezet is, gaat het bestuurder en/of voorpassagier eraan te herinneren...
Pagina 50
uuVeiligheidsgordelsuOver uw veiligheidsgordels ■ Achterstoelen Modellen met meter type A Uw voertuig controleert het gebruik van de veiligheidsgordels op de achterbank. De interface voor bestuurdersinformatie laat u weten wanneer een passagier de veiligheidsgordel op de achterbank niet gebruikt. De weergave verschijnt wanneer: •...
Pagina 51
uuVeiligheidsgordelsuOver uw veiligheidsgordels ■ 1Automatische veiligheidsgordelspanners Automatische veiligheidsgordelspanners De veiligheidsgordelspanners kunnen slechts eenmaal De voorstoelen en buitenste zitplaatsen op de achterbank zijn uitgerust met automatische worden gebruikt. veiligheidsgordelspanners ter verbetering van de veiligheid. Is een veiligheidsgordelspanner geactiveerd, dan zal het SRS- controlelampje gaan branden.
Pagina 52
uuVeiligheidsgordelsuVeiligheidsgordels vastgespen Veiligheidsgordels vastgespen Nadat u een voorstoel in de juiste positie hebt gezet en rechtop en zo ver mogelijk naar 1Veiligheidsgordels vastgespen achteren op uw stoel hebt plaatsgenomen (zie afbeeldingen voor correcte zithouding): Niemand mag plaatsnemen op een stoel met een niet 2 Stoelen BLZ.
Pagina 53
uuVeiligheidsgordelsuVeiligheidsgordels vastgespen 3. Plaats het heupgedeelte van de veiligheidsgordel 1Veiligheidsgordels vastgespen zo laag mogelijk over uw heupen (zie afbeelding) WAARSCHUWING en trek vervolgens het schoudergedeelte omhoog zodat het heupgedeelte stevig aanligt. Verkeerd gedragen veiligheidsgordels kunnen Daardoor vangen uw stevige bekkenbotten de tijdens een ongeval ernstig of dodelijk letsel kracht van een aanrijding op en wordt de kans veroorzaken.
Pagina 54
uuVeiligheidsgordelsuVeiligheidsgordels vastgespen ■ 1Veiligheidsgordel met afneembare verankering Veiligheidsgordel met afneembare verankering WAARSCHUWING 1. Trek de kleine vergrendeltong en de vergrendeltong van de veiligheidsgordel naar Het gebruik van de veiligheidsgordel met de buiten bij elke opbergsleuf in het plafond. afneembare verankering losgemaakt vergroot de kans op ernstig of dodelijk letsel tijdens een ongeval.
Pagina 55
uuVeiligheidsgordelsuVeiligheidsgordels vastgespen 3. Steek de vergrendeltong in de gesp. Maak de veiligheidsgordel goed vast net zoals u met de heup-/schoudergordel zou doen. Vergrendeltong Gesp WORDT VERVOLGD...
Pagina 56
uuVeiligheidsgordelsuVeiligheidsgordels vastgespen ■ 1Advies voor zwangere vrouwen Advies voor zwangere vrouwen Vraag uw arts na ieder medisch onderzoek of het nog Mogelijke alternatieve wijze: raadzaam is een voertuig te besturen. Als u zwanger bent, is het steeds dragen van een veiligheidsgordel de beste manier om uzelf en uw ongeboren kind tijdens het besturen van of rijden in een voertuig te beschermen.
Pagina 57
uuVeiligheidsgordelsuInspectie van veiligheidsgordels Inspectie van veiligheidsgordels Controleer regelmatig als volgt de conditie van de veiligheidsgordels: 1Inspectie van veiligheidsgordels WAARSCHUWING • Trek elke veiligheidsgordel volledig uit en controleer hem op rafels, insnijdingen, brandplekken en slijtage. Nalatigheid bij controle of onderhoud van •...
Pagina 58
uuVeiligheidsgordelsuBevestigingspunten Bevestigingspunten Maak bij het vervangen van de veiligheidsgordels Voorstoel gebruik van de bevestigingspunten zoals aangegeven in de afbeeldingen. De voorstoel heeft een heup-/schoudergordel. De achterbank heeft drie heup-/schoudergordels. Achterbank...
Pagina 59
Airbags Onderdelen van het airbagsysteem • • De airbags voor, de knie-airbag voor de Twee zijgordijnairbags, één voor elke zijde van Een controlelampje in de buurt van de bestuurder, de knie-airbag voor de voorpassagier, het voertuig. Deze airbags zijn opgeborgen in kaartleeslampjes voor dat u waarschuwt de zijairbags, de centrale airbag voor en de het plafond, boven de zijruiten van het...
Pagina 60
uuAirbagsuOnderdelen van het airbagsysteem ■ 1Belangrijke feiten over uw airbags Belangrijke feiten over uw airbags Probeer uw airbags niet te deactiveren. Samen bieden Airbags kunnen een ernstig gevaar vormen. Om hun werk goed te kunnen doen, moeten airbags en veiligheidsgordels de beste bescherming. airbags met enorme kracht worden opgeblazen.
Pagina 61
uuAirbagsuTypen airbags Typen airbags Uw voertuig is uitgerust met vijf typen airbags: 1Typen airbags • Airbags voor: Airbags voor de stoelen van de bestuurder en de voorpassagier. De airbags kunnen worden opgeblazen zodra de • Knie-airbags: Airbags onder de stuurkolom en onder het handschoenenkastje. contactschakelaar in de stand AAN staat.
Pagina 62
uuAirbagsuAirbags voor (SRS) ■ Werking De voorste airbags zijn ontworpen om opgeblazen te worden tijdens een matige tot krachtige frontale botsing. Wanneer het voertuig plotseling vertraagt, sturen de sensoren informatie naar de regeleenheid, die opdracht geeft om één of beide airbags op te blazen. Een frontale botsing kan recht van voren of in een hoek tussen twee voertuigen plaatsvinden of wanneer een voertuig tegen een stilstaand voorwerp botst, bijv.
Pagina 63
uuAirbagsuAirbags voor (SRS) ■ Wanneer de voorste airbags niet opgeblazen mogen worden Lichte frontale botsingen: De voorste airbags zijn ontworpen als aanvulling op de veiligheidsgordels en helpen levens te redden. Ze zijn niet bedoeld om lichte schaafwonden of zelfs gebroken botten te voorkomen, die het gevolg kunnen zijn van een minder krachtige frontale botsing.
Pagina 64
uuAirbagsuAirbags voor (SRS) ■ 1Uitschakelingssysteem van airbag van voorpassagier Uitschakelingssysteem van airbag van voorpassagier WAARSCHUWING Indien het plaatsen van een naar achteren gericht kinderzitje op de stoel van de voorpassagier niet kan worden vermeden, moet u het airbagsysteem van de voorpassagier handmatig Het airbagsysteem van de voorpassagier moet uitschakelen met de geïntegreerde sleutel.
Pagina 65
uuAirbagsuAirbags voor (SRS) ■ Het airbagsysteem van de voorpassagier deactiveren 1Het airbagsysteem van de voorpassagier deactiveren 1. Schakel de parkeerrem in en zet de ATTENTIE voedingsmodus in de stand VOERTUIG UIT. • Gebruik de geïntegreerde sleutel van het voertuig om de 2.
Pagina 66
uuAirbagsuAirbags voor (SRS) ■ Sticker uitschakelingssysteem van airbag voorpassagier De sticker bevindt zich in het zijpaneel van het instrumentenpaneel aan de kant van de voorpassagier. Kind in een naar achteren gericht kinderzitje: Mag voorin zitten als dat niet anders kan Mag niet voorin zitten De airbag van de voorpassagier is: Actief Inactief...
Pagina 67
uuAirbagsuKnie-airbags Knie-airbags De SRS-knie-airbags worden opgeblazen bij een middelzware tot zware frontale botsing om de 1Knie-airbags bestuurder en of voorpassagier in de juiste positie te helpen houden en ervoor te zorgen dat Bevestig geen accessoires op of vlakbij een knie-airbag de andere veiligheidsvoorzieningen van het voertuig maximale bescherming bieden.
Pagina 68
uuAirbagsuKnie-airbags Plaats van knie-airbag aan passagierszijde ■ Werking De knie-airbag van de bestuurder en van de voorpassagier worden tegelijkertijd opgeblazen met respectievelijk de airbag van de bestuurder en die van de voorpassagier. Opgeblazen knie-airbag voor bestuurder...
Pagina 69
uuAirbagsuKnie-airbags Opgeblazen knie-airbag voor passagier ■ Wanneer de knie-airbags worden opgeblazen bij geringe of onzichtbare schade Doordat het airbagsysteem plotselinge vertragingen kan registreren, kunnen een of meer airbags als gevolg van een krachtige schok tegen de carrosserie of de wielophanging worden opgeblazen.
Pagina 70
uuAirbagsuCentrale airbag Centrale airbag De centrale airbag beschermt het hoofd van de bestuurder en voorpassagier tijdens een 1Centrale airbag middelzware tot zware botsing van opzij. Zorg ervoor dat u en uw passagier voorin altijd rechtop zitten. Leunen tot in het gebied van de centrale airbag kan ■...
Pagina 71
uuAirbagsuCentrale airbag ■ Wanneer de centrale airbag wordt opgeblazen bij geringe of onzichtbare schade Doordat het airbagsysteem plotselinge versnellingen kan registreren, kan de centrale airbag als gevolg van een krachtige schok tegen de carrosserie of de wielophanging worden opgeblazen. In dergelijke gevallen kan er weinig of geen schade zijn, maar de zijdelingse botsingssensoren hebben wel een botsing geregistreerd, die krachtig genoeg was om de airbag op te blazen.
Pagina 72
uuAirbagsuZijairbags Zijairbags De zijairbags beschermen het bovenlichaam en het bekken van de bestuurder of voorpassagier 1Zijairbags of inzittende op een buitenste achterstoel tijdens een middelzware tot zware botsing van opzij. Bevestig geen accessoires aan of vlakbij de zijairbags. Ze kunnen de correcte werking van de airbags belemmeren of ■...
Pagina 73
uuAirbagsuZijairbags ■ 1Zijairbags Werking Bedek of vervang de afdekkingen van de rugleuningen van Wanneer de sensoren een middelzware tot zware de stoelen niet zonder een dealer te raadplegen. botsing van opzij registreren, geeft de regeleenheid Indien de afdekkingen van de rugleuningen verkeerd worden opdracht om de zijairbag aan de zijde van de vervangen of worden afgedekt, kan dit tot gevolg hebben botsing onmiddellijk op te blazen.
Pagina 74
uuAirbagsuZijairbags ■ Wanneer een zijairbag wordt opgeblazen bij geringe of onzichtbare schade Doordat het airbagsysteem plotselinge versnellingen kan registreren, kan een zijairbag als gevolg van een krachtige schok tegen de carrosserie of de wielophanging worden opgeblazen. In dergelijke gevallen kan er weinig of geen schade zijn, maar de zijdelingse botsingssensoren hebben wel een botsing geregistreerd, die krachtig genoeg was om de airbag op te blazen.
Pagina 75
uuAirbagsuZijgordijnairbags Zijgordijnairbags De zijgordijnairbags beschermen het hoofd van de bestuurder en dat van de passagiers op de 1Zijgordijnairbags buitenste zitplaatsen tijdens een middelzware tot zware botsing van opzij. De zijgordijnairbags zijn het meest effectief wanneer de inzittenden hun veiligheidsgordel correct dragen en rechtop ■...
Pagina 76
uuAirbagsuZijgordijnairbags ■ Werking De zijgordijnairbag is zodanig ontworpen dat deze wordt opgeblazen tijdens middelzware tot zware botsingen van opzij. Opgeblazen zijgordijnairbag ■ Wanneer de zijgordijnairbags worden opgeblazen in een frontale botsing Een of beide zijgordijnairbags kunnen ook worden opgeblazen in een matige tot krachtige frontale botsing die onder een hoek plaatsvindt.
Pagina 77
uuAirbagsuControlelampjes van airbagsysteem Controlelampjes van airbagsysteem Als zich een probleem in het airbagsysteem voordoet, gaat het SRS-controlelampje aan en verschijnt een bericht op de interface voor bestuurdersinformatie. ■ 1Controlelampje aanvullend veiligheidssysteem (SRS) Controlelampje aanvullend veiligheidssysteem (SRS) ■ WAARSCHUWING Wanneer de voedingsmodus in de stand Modellen met meter type A AAN staat Wordt het SRS-controlelampje genegeerd, dan...
Pagina 78
uuAirbagsuControlelampjes van airbagsysteem ■ Controlelampje uitgeschakelde airbag voorpassagier ■ Wanneer het uitschakelingscontrolelampje passagiersairbag gaat branden Het controlelampje blijft branden zolang het airbagsysteem van de voorpassagier gedeactiveerd Schakel het systeem handmatig opnieuw in wanneer er geen naar achteren gericht kinderzitje op de stoel van de voorpassagier wordt gebruikt. Het controlelampje zou uit moeten gaan.
Pagina 79
uuAirbagsuAirbagverzorging Airbagverzorging Het zelf uitvoeren van het onderhoud of de vervanging van onderdelen van het airbagsysteem 1Airbagverzorging wordt afgeraden en zou ook niet nodig moeten zijn. U dient het voertuig echter wel te laten Het verwijderen van airbagonderdelen van het voertuig is inspecteren door een dealer in de volgende situaties: verboden.
Pagina 80
Veiligheid van kinderen Kinderen in het voertuig beschermen Elk jaar raakt een groot aantal kinderen gewond of komt om het leven in ongevallen met 1Kinderen in het voertuig beschermen voertuigen, omdat ze niet of niet correct aangegespt zijn. Voertuigongevallen zijn zelfs de Zonneklep voorpassagier eerste oorzaak voor het overlijden van kinderen jonger dan 12 jaar.
Pagina 81
uuVeiligheid van kinderenuKinderen in het voertuig beschermen • Houd nooit een kind op schoot, omdat het onmogelijk is het kind tijdens een botsing te 1Kinderen in het voertuig beschermen beschermen. In veel landen is het wettelijk verplicht alle kinderen van 12 jaar en jonger en die kleiner zijn dan 150 cm correct vast te •...
Pagina 82
uuVeiligheid van kinderenuKinderen in het voertuig beschermen • Laat kinderen nooit de portieren, de ruiten of de stoelverstelling bedienen. 1Kinderen in het voertuig beschermen WAARSCHUWING: Gebruik de vergrendelingsknop voor de • Laat kinderen nooit zonder toezicht in het voertuig achter, met name niet in warm weer, elektrisch bediende ruiten om te voorkomen dat kinderen de wanneer het interieur van het voertuig zo sterk kan opwarmen dat ze dodelijk letsel ruiten openen.
Pagina 83
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen Veiligheid van baby's en kleine kinderen ■ 1Baby's en peuters beschermen Baby's en peuters beschermen WAARSCHUWING Een baby of peuter dient correct vastgegespt in een naar achteren gericht kinderzitje te worden geplaatst, totdat het de gewichts- of lengtelimiet van de fabrikant van het kinderzitje Wanneer u een naar achteren gericht kinderzitje heeft bereikt.
Pagina 84
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen Een naar achteren gericht kinderzitje dat correct is bevestigd, kan hinderen bij het volledig naar 1Baby's en peuters beschermen achteren verschuiven van de bestuurdersstoel of de stoel van de voorpassagier of bij het in de Veel experts adviseren het gebruik van een naar achteren gewenste positie vergrendelen van de rugleuning.
Pagina 85
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen ■ 1Kleinere kinderen beschermen Kleinere kinderen beschermen WAARSCHUWING Als een kind de gewichts- en lengtebeperkingen van een naar achteren gericht kinderzitje overschrijdt, moet het kind correct vastgegespt worden in een stevig vastgezet naar voren Wanneer u een naar voren gericht kinderzitje op gericht kinderzitje tot het kind de gewichts- en lengtebeperkingen van het naar voren gerichte de voorstoel bevestigt, kan dit bij het kind...
Pagina 86
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen ■ 1Kinderzitje kiezen Kinderzitje kiezen Installatie van een voor lage verankering geschikt kinderzitje Sommige kinderzitjes zijn compatibel met lage bevestigingspunten. Sommige hebben een is eenvoudig. starre bevestiging, terwijl andere een flexibele bevestiging hebben. Beide typen zijn even eenvoudig in het gebruik.
Pagina 87
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen ■ Normen voor kinderzitjes 1Kinderzitje kiezen Als een kinderzitje (of het nu een kinderzitje is van het type i-Size/ISOFIX of een kinderzitje dat Voorbeeld van goedkeuringslabel VN-voorschrift nr. 44 wordt bevestigd met een veiligheidsgordel) voldoet aan het relevante VN-voorschrift, is het voorzien van een goedkeuringslabel zoals hiernaast weergegeven.
Pagina 88
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen 1Kinderzitje kiezen Voorbeeld van goedkeuringslabel VN-voorschrift nr. 129 Categorie Grootte- en gewichtsaanduiding Goedkeuringsnummer Voorschriftnummer Landcode...
Pagina 89
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen ■ Montagelocaties voor kinderzitjes Type met stuur links Geschikt voor universele kinderzitjes die worden Passagiersairbag ingeschakeld Passagiersairbag uitgeschakeld geïnstalleerd met de veiligheidsgordel. Geschikt voor universele kinderzitjes waarbij het kind naar voren kijkt en die worden geïnstalleerd met de veiligheidsgordel. Geschikt voor i-Size- en ISOFIX-kinderzitjes.
Pagina 90
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen Type met stuur rechts Geschikt voor universele kinderzitjes die worden Passagiersairbag ingeschakeld Passagiersairbag uitgeschakeld geïnstalleerd met de veiligheidsgordel. Geschikt voor universele kinderzitjes waarbij het kind naar voren kijkt en die worden geïnstalleerd met de veiligheidsgordel. Geschikt voor i-Size- en ISOFIX-kinderzitjes.
Pagina 91
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen Alle modellen 1Montagelocaties voor kinderzitjes Gedetailleerde informatie voor installatie van kinderzitje Wanneer u een kinderzitje aanschaft, moet u niet vergeten de ISOFIX-grootteklasse of het bevestigingssysteem te Zitpositie en nummer zitplaats controleren om te verzekeren dat het zitje geschikt is voor uw voertuig.
Pagina 92
*5: Als u een zitverhoger op de middelste stoel achterin bevestigt, kan de linker veiligheidsgordel niet worden gebruikt. *6: De genoemde kinderzitjes zijn overeenkomstig de aanbevelingen van Honda op de datum van publicatie. Neem contact op met een geautoriseerde dealer voor actuele informatie omtrent onze aanbevolen kinderzitjes.
Pagina 93
Kinderzitje Categorie 40 tot 83 cm Honda baby safe Universele riem tot 13 kg Honda baby safe ISOFIX i-Size universeel ISOFIX (Baby - 15 maanden) 76 cm tot 105 cm 8 kg tot 22 kg Honda ISOFIX i-Size universeel ISOFIX...
Pagina 94
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen ■ 1Bevestiging van een voor lage verankering geschikt kinderzitje Bevestiging van een voor lage verankering geschikt kinderzitje WAARSCHUWING Een voor lage verankering geschikt kinderzitje met eigen gordelsysteem kan op een van de twee buitenste zitplaatsen op de achterbank bevestigd worden.
Pagina 95
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen 1Bevestiging van een voor lage verankering geschikt kinderzitje WAARSCHUWING: Gebruik nooit een haak zonder symbool voor bevestiging met bovenband om een kinderzitje vast te zetten. Wanneer u een kinderzitje gebruikt, dat is bevestigd aan het lage verankeringssysteem, moet u ervoor zorgen dat het kinderzitje correct in het voertuig is bevestigd.
Pagina 96
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen Kinderzitje met bevestigingsband Type met bovenband 3. Zet de hoofdsteun in de hoogste stand. Verwijder de kofferruimteafdekking. 2 Bagageruimteafdekking BLZ. 284 4. Leid de bevestigingsband tussen de poten van de hoofdsteun. Zorg ervoor dat de band niet verdraaid wordt. 5.
Pagina 97
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen Kinderzitje met steunpoot 3. Trek de steunpoot uit totdat deze de vloer raakt volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje. Controleer of het deel van de vloer waarop de steunpoot rust vlak is. Als het gedeelte niet vlak is, biedt de steunpoot onvoldoende ondersteuning.
Pagina 98
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen ■ 1Kinderzitje bevestigen met een heup-/schoudergordel Kinderzitje bevestigen met een heup-/schoudergordel Een kinderzitje dat niet correct bevestigd is, zal een kind 1. Plaats het kinderzitje op de stoel van het onvoldoende beschermen tijdens een botsing en kan letsel voertuig.
Pagina 99
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen 6. Zorg ervoor dat het kinderzitje stevig bevestigd is door het naar voren en naar achteren en van links naar rechts te wiegen; u zou een kleine beweging moeten voelen. 7. Zorg ervoor dat alle ongebruikte veiligheidsgordels die in het bereik van het kind liggen, vastgegespt zijn.
Pagina 100
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen ■ 1Meer veiligheid met een bevestigingsband Meer veiligheid met een bevestigingsband WAARSCHUWING: Bevestigingspunten van een kinderzitje Achter elke buitenste zitplaats op de achterbank zijn ontworpen om enkel het gewicht opgelegd door correct bevindt zich een verankeringspunt voor bevestigde kinderzitjes te weerstaan.
Pagina 101
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van baby's en kleine kinderen Ander type met bovenband Voorkant van het voertuig Haak van bevestigingsband Bevestiging...
Pagina 102
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van grotere kinderen Veiligheid van grotere kinderen ■ 1Veiligheid van grotere kinderen Grotere kinderen beschermen WAARSCHUWING De volgende pagina's geven instructies over het controleren van de juiste veiligheidsgordelpasvorm en over het type zitverhoger dat moet worden gebruikt; ook komen Als u een kind van 12 jaar of jonger op de stoel van de belangrijke voorzorgsmaatregelen aan de orde voor kinderen die voorin moeten zitten.
Pagina 103
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van grotere kinderen ■ 1Zitverhogers Zitverhogers Lees vóór het plaatsen van een zitverhoger de bijbehorende Kan een heup-/schoudergordel niet op correcte instructies aandachtig door en bevestig de verhoger wijze worden gedragen, laat het kind dan op een overeenkomstig deze instructies.
Pagina 104
uuVeiligheid van kinderenuVeiligheid van grotere kinderen ■ Grotere kinderen beschermen - laatste controles Uw voertuig is voorzien van een achterbank waarop kinderen op de juiste wijze kunnen worden vastgegespt. Als u een groep kinderen moet vervoeren, waarbij één kind op de stoel van de voorpassagier moet zitten: •...
Pagina 105
Gevaren van uitlaatgassen Koolmonoxidegas De uitlaatgassen van de motor van dit voertuig bevatten koolstofmonoxide, een kleurloos, 1Koolmonoxidegas geurloos en zeer giftig gas. Zolang u uw voertuig op de juiste wijze onderhoudt, kan WAARSCHUWING koolmonoxidegas niet het interieur binnendringen. Koolmonoxidegas is giftig. ■...
Pagina 106
Veiligheidsstickers Plaatsen van stickers Deze stickers bevinden zich op de aangegeven plaatsen. Ze waarschuwen u voor mogelijke gevaren die ernstig of dodelijk letsel zouden kunnen veroorzaken. Lees deze stickers aandachtig door. Indien een sticker loskomt of onleesbaar wordt, neemt u contact op met een dealer om die te vervangen. Kind in het voertuig beschermen (stuur links) 2 BLZ.
Pagina 107
Instrumentenpaneel Dit hoofdstuk beschrijft de bedieningsknoppen, controlelampjes en meters die tijdens het rijden worden gebruikt. Controlelampjes ........106 Waarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie ... 127 Meters en displays Meters..........141 Interface voor bestuurdersinformatie (meter type A)......... 146 Linkerkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B)...
Pagina 108
Controlelampjes Controlelampjes gaan branden/knipperen afhankelijk van de staat van het voertuig. Tegelijkertijd kunnen berichten worden weergegeven op de interface voor bestuurdersinformatie. Voer de actie uit die in het bericht wordt beschreven, zoals ‘Neem contact op met een dealer’. Berichten weergeven door Waarschuwingsbericht in te stellen op AAN via het audio-/informatiescherm. U kunt ook de taal van de berichten aanpassen.
Pagina 109
uuControlelampjesu BLZ. 119 Controlelampje assistentiesysteem Controlelampje SNEEUW-modus Controlelampje Lane Keeping BLZ. 114 BLZ. 122 voertuigstabiliteit (VSA) Assist System (LKAS) (amber) Controlelampje Hill Descent BLZ. 119 Waarschuwingslampje Controlelampje Lane Keeping Control-systeem (wit/groen) BLZ. 114 voertuigstabiliteitsassistentiesysteem Assist System (LKAS) (wit/groen) BLZ. 122 (VSA) OFF Waarschuwingslampje BLZ.
Pagina 110
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg ● Gaat branden als de parkeerrem wordt ingeschakeld ● De zoemer klinkt en het controlelampje gaat branden en gaat uit als deze wordt uitgeschakeld. als u rijdt terwijl de parkeerrem is ingeschakeld. • Brandt circa 30 seconden wanneer u de elektronische parkeerrem inschakelt terwijl de voedingsmodus in de stand ACCESSOIRE of VOERTUIG UIT staat en gaat dan uit.
Pagina 111
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg ● Gaat branden wanneer er een probleem ● Gaat samen met het controlelampje parkeerrem met het remsysteem is. en remsysteem (amber) branden - Stop onmiddellijk op een veilige plek. Neem contact op met een dealer voor reparatie. Het rempedaal wordt moeilijker te bedienen.
Pagina 112
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg ● Gaat branden wanneer er een remgerelateerd ● Gaat branden tijdens het rijden - Vermijd hoge probleem is, maar niet met het conventionele snelheden en plotseling remmen. Breng het voertuig remsysteem. onmiddellijk naar een dealer. Controlelampje ●...
Pagina 113
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg ● Gaat branden als er een probleem is met het ● Stop onmiddellijk op een veilige plaats en neem laadsysteem. contact op met een dealer. Controlelampje 12V-accu controleren BLZ. 649 laadsysteem 12V- Indien het controlelampje van het accu laadsysteem van de 12V-accu gaat branden...
Pagina 114
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg • • Gaat branden als er een probleem is met het Blijft constant branden - Laat uw voertuig elektrische voertuigsysteem. onmiddellijk door een dealer controleren. • Controlelampje Niet rijden. wordt weergegeven op de interface voedingssysteem voor bestuurdersinformatie - Stop onmiddellijk op een veilige plaats en neem contact op met een dealer.
Pagina 115
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg ● Gaat branden als er een probleem met het ABS is. ● Blijft constant branden - Laat uw voertuig door een dealer controleren. Blijft dit controlelampje Controlelampje branden, dan beschikt uw voertuig nog steeds over antiblokkeersysteem het normale remvermogen, echter zonder (ABS)
Pagina 116
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg ● Knippert wanneer het VSA-systeem ingeschakeld is. — ● Gaat branden als er een probleem is met het VSA- ● Blijft constant branden - Laat uw voertuig door systeem, Agile Handling Assist een dealer controleren. Voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (wendbaarheidsassistent) of het Hill Start Assist- Controlelampje...
Pagina 117
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg ● Knippert wanneer u de richtingaanwijzerschakelaar ● Knippert niet of knippert snel - Laat uw voertuig bedient. door een dealer controleren. ● Knippert samen met alle richtingaanwijzers wanneer Controlelampjes u de alarmknipperlichtschakelaar indrukt. richtingaanwijzers en alarmknipperlichten ●...
Pagina 118
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg ● Knippert als er obstakels bij de sensoren zijn. Controlelampje Parkeersensorsysteem BLZ. 586 parkeersensor • • Kan kort gaan branden als de voedingsmodus op Gaat branden tijdens het rijden - Stop op een AAN wordt gezet en het voertuig niet binnen 45 veilige plek, controleer de bandenspanning en pomp seconden gaat rijden, om aan te geven dat het de band(en) op indien nodig.
Pagina 119
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Modellen met meter ● Gaat knipperen wanneer het startblokkeringssysteem ● Knippert - U kunt het voedingssysteem niet type A de sleutelinformatie niet herkent. starten. Zet de voedingsmodus in de stand VOERTUIG UIT en selecteer vervolgens Controlelampje opnieuw de stand AAN.
Pagina 120
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Modellen met meter ● Knippert wanneer het beveiligingssysteemalarm is type A ingeschakeld. Controlelampje Controlelampje beveiligings- Beveiligingssysteemalarm BLZ. 221 Modellen met meter systeemalarm type B Controlelampje...
Pagina 121
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg ● Gaat branden wanneer de rijmodus in de stand Modellen met meter type A SPORT wordt gezet. ● De zuinigheidsmeter blijft rood branden zolang de SPORT-modus is geselecteerd. Controlelampje Modellen met meter type B SPORT-modus ●...
Pagina 122
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg ● Wordt samen met een zoemer ingeschakeld wanneer ● Raadpleeg de informatie over controlelampjes in dit een probleem wordt geconstateerd. Tegelijkertijd hoofdstuk wanneer er een systeemmelding op de wordt een systeemmelding weergegeven op de interface voor bestuurdersinformatie verschijnt. interface voor bestuurdersinformatie.
Pagina 123
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg • • Gaat branden in geval van een probleem met ACC Gaat branden tijdens het rijden - Laat uw met Low Speed Follow. voertuig door een dealer controleren. • • Gaat branden als de ACC met Low Speed Follow Rijd een korte afstand met een snelheid van meer Controlelampje tijdelijk wordt gedeactiveerd nadat de 12V-accu is...
Pagina 124
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg • • Gaat branden in geval van een storing in het LKAS. Blijft constant branden - Laat uw voertuig door een dealer controleren. Controlelampje • • Het controlelampje kan tijdelijk gaan branden Zorg dat het totale laadgewicht het maximaal Lane Keeping wanneer het maximaal toegestane gewicht wordt toegestane gewicht niet overschrijdt.
Pagina 125
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg Controlelampje ● Gaat branden als er een probleem is met het ● Het controlelampje veiligheidsondersteuning (amber) botsingsbeper- CMBS of als het systeem tijdelijk niet kan worden gaat tegelijkertijd branden. Controlelampje veiligheidsondersteuning kingssysteem gebruikt vanwege problemen zoals vuil op de (amber) BLZ.
Pagina 126
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg • • Gaat branden als er een probleem is met het Road Blijft constant branden - Laat uw voertuig door een Departure Mitigation-systeem, CMBS, dealer controleren. Remregeling lage snelheid of het Dode hoek- informatiesysteem • •...
Pagina 127
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg • • Gaat branden als het Road Departure Mitigation- Blijft branden - De temperatuur in de camera is te systeem en/of CMBS zichzelf uitschakelt. hoog. Gebruik het klimaatregelsysteem om de camera af te koelen. Het systeem wordt ingeschakeld wanneer de temperatuur in de camera is gedaald.
Pagina 128
uuControlelampjesu Controlelampje Naam Aan/Knipperend Uitleg • • Gaat branden wanneer modder, sneeuw of ijs zich Verwijder het obstakel in de buurt van de ophoopt in de buurt van de sonarsensor. radarsensor. Remregeling lage snelheid BLZ. 499 Modellen met dode hoek-informatiesysteem ●...
Pagina 129
uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Waarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie De waarschuwings- en informatiemeldingen worden alleen op de interface voor bestuurdersinformatie weergegeven. Modellen met meter type A Druk op de knop (Beginscherm), selecteer Informatie en druk vervolgens op het linker selectiewieltje om het bericht nogmaals te bekijken met het waarschuwingslampje systeemmelding aan.
Pagina 130
uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie ■ Rode pictogrammen Pictogram Bericht Pictogram Bericht Ernstig defect geconstateerd. Probleem met remsysteem. Stop het voertuig op een veilige plaats Rijd niet. Stuurbekrachtiging verminderd. Stop met rijden wanneer dit veilig kan. Remprestaties verminderd. Bevestig veiligheidsgordels Stop met rijden wanneer dit veilig kan.
Pagina 131
uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Pictogram Bericht Pictogram Bericht Motoroliedruk laag. Stop de motor. Rijd niet. Als de waarschuwing Motoroliedruk Portier open laag verschijnt BLZ. 692 Motortemperatuur te hoog. Rijd niet. Laat de motor afkoelen. Oververhitting BLZ. 690 Achterklep open Probleem met aanvullend veiligheidssysteem Portier en achterklep open...
Pagina 132
uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie ■ Amber pictogrammen Pictogram Bericht Pictogram Bericht Probleem met parkeersensorsysteem Bedien de handrem om het voertuig in stilstand te houden Naderend object Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow BLZ. 505 Botsingsbeperkingssysteem (CMBS) BLZ.
Pagina 133
uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Pictogram Bericht Pictogram Bericht Probleem met brandstofmetersysteem. Wacht tot voertuig is opgewarmd Peil niet nauwkeurig. Laag brandstofniveau Snelheidsalarm BLZ. 154, 175 Probleem met transmissiesysteem. Prestaties mogelijk verminderd. Probleem met emissiesysteem. Vermogen mogelijk verminderd. Probleem emissiesysteem.
Pagina 134
uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Pictogram Bericht Pictogram Bericht Schakel naar P Probleem met remsysteem. Probleem met systeem. Remprestaties mogelijk verminderd. Schakel naar parkeerstand. Neutraal auto hold aan. Probleem met remsysteem. Schakel naar P wanneer gedaan Remprestaties mogelijk verminderd. Verminderde stopkracht.
Pagina 135
uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Pictogram Bericht Pictogram Bericht Probleem met systeem elektrische stuurbekrachtiging. Probleem met Hill Start Assist. Stuurbekrachtiging verminderd. Voertuig kan gaan rollen bij vrijgeven rem. Probleem met systeem elektrische stuurbekrachtiging. Geen stuurbekrachtiging. Probleem met houdremsysteem. Rijd niet.
Pagina 136
uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Pictogram Bericht Pictogram Bericht Modellen met automatisch grootlicht Lage bandenspanning. Probleem met automatisch grootlicht. Controleer bandendruk, initialiseer Handmatige bedieningselementen waarschuwingssysteem bandensp. in beschikbaar. voertuiginst. Modellen met adaptief rijlicht Probleem met adaptief grootlicht. Probleem met Adaptive Cruise Control-systeem Handmatige bediening beschikbaar.
Pagina 137
uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Pictogram Bericht Pictogram Bericht Probleem met systeem automatische bijsturing Controleer laadsysteem Lage lading. Modellen met onderhoudsherinneringssysteem Minder vermogen. Service spoedig nodig Onderhoudsherinneringssysteem Temperatuur voedingssysteem laag. BLZ. 606 Vermogen mogelijk verminderd. Modellen met onderhoudsherinneringssysteem Temperatuur voedingssysteem hoog.
Pagina 138
uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie ■ Groene pictogrammen Pictogram Bericht Pictogram Bericht Probleem met Acoustic Vehicle Alerting- systeem Brake hold systeem stand-by Hoge spanningsaccu ladingniveau te laag. Voertuig kan niet starten...
Pagina 139
uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie ■ Andere pictogrammen Pictogram Bericht Pictogram Bericht Kan cruisecontrol niet instellen: Rempedaal is ingetrapt Buitentemperatuur laag. Wegdek mogelijk bevroren. Om te schakelen: Het voertuig moet stilstaan Max. motortemperatuur bijna bereikt. Vermijd sterke acceleratie en hoge snelheid. Hebt u het motoroliepeil onlangs Versnelling niet beschikbaar.
Pagina 140
uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Pictogram Bericht Pictogram Bericht Inschakelen houdrem: Veiligheidsgordel bevestigen Kan Hill Descent Control niet instellen: Cruise is actief Kan cruisecontrol niet instellen: Bevestig veiligheidsgordels Cruisecontrol geannuleerd: Kan Hill Descent Control niet instellen: Bevestig veiligheidsgordels Snelheid te hoog Bestuurders aandachtsniveau laag Hill Descent Control uit:...
Pagina 141
uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Pictogram Bericht Pictogram Bericht Kan cruisecontrol niet instellen: Voorgaand voertuig te dichtbij Cruisecontrol geannuleerd: Verminderde traktie Cruisecontrol geannuleerd: Voorgaand voertuig te dichtbij Kan cruisecontrol niet instellen: Helling te steil Druk op de schakelaar voor bediening Cruisecontrol geannuleerd: Helling te steil Kan cruisecontrol niet instellen:...
Pagina 142
uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie Pictogram Bericht Pictogram Bericht Raak startknop aan met embleemzijde van Bepaalde bestuurdersassistentiesystemen afstandsbediening om te starten werken niet: Bij een zwakke batterij van de Slecht zicht of reinig de voorruit. sleutelloze afstandsbediening BLZ. 684 Druk 2x of ingedrukt houden zal ontsteking Waarschuwing verlaten rijbaan geactiveerd uitschakelen...
Pagina 143
Meters en displays Meters De meters omvatten de snelheidsmeter, de brandstofmeter en de bijbehorende controlelampjes. Deze worden weergegeven wanneer de voedingsmodus op AAN staat. ■ 1Snelheidsmeter Snelheidsmeter U kunt de eenheden snelheid/afstand wijzigen. Geeft uw rijsnelheid weer in km/h of mph. Eenheden snelheid/afstand BLZ.
Pagina 144
uuMeters en displaysuMeters ■ POWER-meter Toont de output van de elektromotor. ■ CHARGE/DECEL-meter Toont de mate waarin de hoogspanningsaccu wordt opgeladen. Wanneer de flipper voor vertraging wordt gebruikt, geeft deze meter de mate van vertraging aan. Modellen met meter type B ■...
Pagina 145
uuMeters en displaysuMeters ■ Kilometerteller Geeft het totaal aantal kilometers of mijlen weer dat met het voertuig is gereden. ■ Zuinigheidsmeter Wordt groen om aan te geven dat zuinig met het voertuig wordt gereden terwijl de SPORT- modus is uitgeschakeld. ■...
Pagina 146
uuMeters en displaysuMeters ■ Verkeersbordenherkenningssysteem Toont bepaalde herkende verkeersborden tijdens het rijden. Het verkeersbordpictogram knippert wanneer de maximumsnelheid van het gedetecteerde verkeersbord wordt overschreden. 2 Verkeersbordenherkenningssysteem BLZ. 561 Modellen met meter type A Modellen met meter type B...
Pagina 147
uuMeters en displaysuMeters ■ 1Huidige modus voor ACC met Low Speed Follow, het LKAS en Huidige modus voor ACC met Low Speed Follow, het LKAS en Traffic Jam Assist Traffic Jam Assist Modellen met meter type B Geeft de huidige modus voor ACC met Low Speed Follow, LKAS en Traffic Jam Assist weer. Wanneer u de snelheid instelt voor ACC met Low Speed 2 Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow BLZ.
Pagina 148
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) Interface voor bestuurdersinformatie (meter type A) De interface voor bestuurdersinformatie toont informatie zoals de geschatte af te leggen afstand en het brandstofverbruik van het voertuig. Het display geeft ook belangrijke meldingen weer, zoals waarschuwingen en andere nuttige informatie. Wanneer er een waarschuwingsbericht verschijnt, controleer dan het bericht, neem contact op met een dealer en laat het voertuig indien nodig controleren.
Pagina 149
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) Knop (Beginscherm) Bestuurdersaandacht BLZ. 155 Selectiewieltje links Veiligheidsgordels BLZ. 159 Route van het vermogen BLZ. 148 Onderhoud BLZ. 159 Bereik en brandstof BLZ. 149 Veiligheidsondersteuning BLZ. 160 Snelheid en tijd BLZ. 151 Helderheid BLZ.
Pagina 150
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) ■ 1Krachtoverbrenging/Weergave motorstatus/Laadniveaumeter Krachtoverbrenging/Weergave motorstatus/Laadniveaumeter hoogspanningsaccu hoogspanningsaccu Geeft de krachtoverbrenging van de elektromotor en motor aan, wat de voedingsbron van het Het laadniveau van de hoogspanningsaccu kan afnemen voertuig aangeeft, de resterende acculading, en of de accu wordt opgeladen. onder de volgende omstandigheden: •...
Pagina 151
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) ■ Actieradius / brandstof / dagteller Draai aan het linker selectiewieltje om te wisselen tussen dagteller A en dagteller B. Dagteller A Bereik Gemiddeld brandstofverbruik Actueel brandstofverbruik Dagteller B WORDT VERVOLGD...
Pagina 152
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) ■ Dagteller Geeft het totaal aantal kilometers of mijlen weer dat met het voertuig is gereden sinds de dagteller voor het laatst op nul is gezet. Tellers A en B kunnen worden gebruikt om twee afzonderlijke ritten te meten.
Pagina 153
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) ■ Snelheid/Tijd/Dagteller Draai aan het linker selectiewieltje om te wisselen tussen dagteller A en dagteller B. Dagteller A Gemiddelde snelheid Verstreken tijd Dagteller B WORDT VERVOLGD...
Pagina 154
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) ■ Dagteller 2 Dagteller BLZ. 150 ■ Verstreken tijd 1Verstreken tijd Geeft de verstreken tijd weer sinds de dagteller A of B op nul is gezet. U kunt instellen wanneer de verstreken tijd wordt gereset. Instelbare functies BLZ.
Pagina 155
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) ■ 1Navigatie Navigatie U kunt selecteren of het turn-by-turn display wordt ■ Kompas ingeschakeld gedurende de routebegeleiding. Geeft het kompasscherm weer. Instelbare functies BLZ. 365 ■ Stapsgewijze navigatieaanwijzingen Turn-by-turn aanwijzingen zijn mogelijk niet voor alle apps beschikbaar.
Pagina 156
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) ■ Snelheidsalarm Schakelt het snelheidsalarm in en wijzigt de instellingen van het snelheidsalarm. Draai aan het linker selectiewieltje; de instelling van het snelheidsalarm verandert als volgt: Snelheidsalarm 1 Aan/Uit Snelheidsalarm 2 Aan/Uit Snelheidsinstelling van snelheidsalarm 1 [50 km/h Snelheidsinstelling van snelheidsalarm 2 [80 km/h Terug...
Pagina 157
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) ■ 1Monitor bestuurdersaandacht Monitor bestuurdersaandacht De monitor bestuurdersaandacht kan niet altijd detecteren of De monitor bestuurdersaandacht analyseert de stuurbewegingen om vast te stellen of de de bestuurder moe of onoplettend is. bestuurder op een slaperige of onoplettende manier rijdt. Als wordt bepaald dat op een Ongeacht de feedback van het systeem, als u zich moe voelt, dergelijke manier met het voertuig wordt gereden, wordt de mate van aandacht van de stopt u op een veilige plek en rust u zolang als nodig is.
Pagina 158
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) Wanneer u Bestuurdersaandacht selecteert op de interface voor bestuurdersinformatie, lichten balkjes op in het wit om de mate van aandacht van de bestuurder aan te geven. 2 Display wijzigen BLZ. 146 Niveau Als er twee balkjes oplichten, verschijnt het bericht Bestuurders aandachtsniveau laag.
Pagina 159
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) Als het aantal balkjes tot één daalt, klinkt een 1Monitor bestuurdersaandacht geluidssignaal, gaat het stuurwiel trillen en wordt De waarschuwing verschijnt niet wanneer de reistijd 30 het koffiekopje amber om de bestuurder te minuten of minder is.
Pagina 160
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) ■ De monitor bestuurdersaandacht wordt gereset wanneer: • Het voedingssysteem is uitgeschakeld. • De bestuurder de veiligheidsgordel losmaakt en het portier opent terwijl het voertuig stilstaat. ■ De monitor bestuurdersaandacht werkt indien: 1De monitor bestuurdersaandacht werkt indien: •...
Pagina 161
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) ■ Veiligheidsgordels Treedt op, onder gespecificeerde omstandigheden, wanneer veiligheidsgordels zijn vergrendeld of ontgrendeld. 2 Waarschuwingslampje veiligheidsgordel BLZ. 47 ■ Onderhoud Toon het onderhoudsherinneringssysteem. 2 Onderhoudsherinneringssysteem BLZ. 606 * Niet beschikbaar op alle modellen WORDT VERVOLGD...
Pagina 162
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) ■ 1Veiligheidsondersteuning Veiligheidsondersteuning Als een systeem in amber wordt aangegeven, laat het Geeft de status van het Road Departure Mitigation-systeem, het CMBS, de remregeling lage voertuig dan onmiddellijk door een dealer controleren. snelheid, het dode hoek-informatiesysteem en het parkeersensorsysteem aan, zoals Aan, Uit of Storing, met behulp van kleuren en letters.
Pagina 163
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) 1Veiligheidsondersteuning Zelfs wanneer het pictogram van het parkeersensorsysteem groen is, werkt de parkeersensor achter niet wanneer Instelling sensor achter tijdens het achteruitrijden is uitgeschakeld. Instelbare functies BLZ. 365 Zelfs wanneer het pictogram van het parkeersensorsysteem groen is, werkt de parkeersensor achter niet wanneer Instelling sensor achter tijdens het achteruitrijden is uitgeschakeld.
Pagina 164
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) ■ 1Helderheid Helderheid De helderheid van de meter wordt automatisch aangepast, Druk op het linker selectiewieltje wanneer het scherm Helderheid wordt weergegeven. afhankelijk van de hoeveelheid omgevingslicht. • De helderheid dimt wanneer er weinig omgevingslicht is. Wanneer de voedingsmodus in de stand AAN staat, kunt u het linker selectiewieltje gebruiken •...
Pagina 165
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) ■ 1Instellingen meterdisplay Instellingen meterdisplay Grijze pictogrammen kunnen niet van het beginscherm U kunt kiezen welke pictogrammen u op het beginscherm wilt weergeven. worden verwijderd. 1. Draai aan het linker selectiewieltje om Instellingen meterdisplay te selecteren en Wanneer u instellingen aanpast, schakel dan naar druk vervolgens op het linker selectiewieltje.
Pagina 166
uuMeters en displaysuInterface voor bestuurdersinformatie (meter type A) ■ No Content 2 POWER-meter BLZ. 142 2 CHARGE/DECEL-meter BLZ. 142 ■ Eenheden snelheid/afstand Hiermee kunt u een andere eenheid kiezen voor weergave op de interface voor bestuurdersinformatie/audio-/informatiescherm en de weergegeven waarden instellen op km en km/h of mijlen en mph.
Pagina 167
uuMeters en displaysuLinkerkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) Linkerkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) Toont de huidige modus voor audio- en telefooninformatie enz. 2 Afstandsbediening van het audiosysteem BLZ. 307 2 Handsfree telefoonsysteem BLZ. 382 ■ 1Klok Klok U kunt de tijd handmatig instellen of het klokdisplay wijzigen Toont de klok.
Pagina 168
uuMeters en displaysuLinkerkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) ■ 1Display aanpassen Display aanpassen Wanneer u instellingen aanpast, schakel dan naar ■ Plaats de audiobron in het linkergedeelte U kunt kiezen welke bronnen u op het audiobronscherm wilt weergeven. 1. Draai aan het linker selectiewieltje tot Display aanpass.
Pagina 169
uuMeters en displaysuLinkerkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) ■ Schakel de weergave aan de linkerkant in en uit U kunt selecteren of de huidige audio-informatie en de klok aan de linkerkant worden weergegeven. 1. Draai aan het linker selectiewieltje tot Display aanpass.
Pagina 170
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) Rechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) De interface voor bestuurdersinformatie toont informatie zoals de geschatte af te leggen afstand en het brandstofverbruik van het voertuig. Het display geeft ook belangrijke meldingen weer, zoals waarschuwingen en andere nuttige informatie.
Pagina 171
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) Rechter selectiewieltje Snelheidsalarm BLZ. 175 Helderheid BLZ. 183 Krachtoverbrenging BLZ. 170 Monitor bestuurdersaandacht BLZ. 176 Instellingen head-up-display BLZ. 188 Actieradius/brandstof/dagteller BLZ. 171 Veiligheidsgordels BLZ. 180 Instellingen meterdisplay BLZ. 184 Snelheid/Tijd/Dagteller BLZ. 173 Onderhoud BLZ.
Pagina 172
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) ■ 1Krachtoverbrengingsmonitor Krachtoverbrengingsmonitor Terwijl het voertuig stilstaat met draaiende motor kan het Geeft de krachtoverbrenging van de elektromotor en motor aan, wat de voedingsbron van het volgende verschijnen op de interface voor voertuig aangeeft en of de accu wordt opgeladen.
Pagina 173
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) ■ Actieradius / brandstof / dagteller Druk op het rechter selectiewieltje om te wisselen tussen dagteller A en dagteller B. Dagteller A Bereik Gemiddeld brandstofverbruik Actueel brandstofverbruik Dagteller B WORDT VERVOLGD...
Pagina 174
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) ■ Dagteller Geeft het totaal aantal kilometers of mijlen weer dat met het voertuig is gereden sinds de dagteller voor het laatst op nul is gezet. Tellers A en B kunnen worden gebruikt om twee afzonderlijke ritten te meten.
Pagina 175
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) ■ Snelheid/Tijd/Dagteller Druk op het rechter selectiewieltje om te wisselen tussen dagteller A en dagteller B. Dagteller A Gemiddelde snelheid Verstreken tijd Dagteller B WORDT VERVOLGD...
Pagina 176
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) ■ Dagteller 2 Dagteller BLZ. 172 ■ Verstreken tijd 1Verstreken tijd Geeft de verstreken tijd weer sinds de dagteller A of B op nul is gezet. U kunt instellen wanneer de verstreken tijd wordt gereset. Instelbare functies BLZ.
Pagina 177
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) ■ Snelheidsalarm Schakelt het snelheidsalarm in en wijzigt de instellingen van het snelheidsalarm. Druk op het rechter selectiewieltje om het instellingenscherm weer te geven en draai er vervolgens aan. De instelling van het snelheidsalarm verandert als volgt: Snelheidsalarm 1 Aan/Uit Snelheidsalarm 2 Aan/Uit Snelheidsinstelling van snelheidsalarm 1 [50 km/h...
Pagina 178
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) ■ 1Monitor bestuurdersaandacht Monitor bestuurdersaandacht De monitor bestuurdersaandacht kan niet altijd detecteren of De monitor bestuurdersaandacht analyseert de stuurbewegingen om vast te stellen of de de bestuurder moe of onoplettend is. bestuurder op een slaperige of onoplettende manier rijdt.
Pagina 179
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) Wanneer u Bestuurdersaandacht selecteert op de interface voor bestuurdersinformatie, lichten balkjes op in het wit om de mate van aandacht van de bestuurder aan te geven. 2 Display wijzigen BLZ. 168 Niveau Als er twee balkjes oplichten, verschijnt het bericht Bestuurders aandachtsniveau laag.
Pagina 180
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) Als het aantal balkjes tot één daalt, klinkt een 1Monitor bestuurdersaandacht geluidssignaal, gaat het stuurwiel trillen en wordt De waarschuwing verschijnt niet wanneer de reistijd 30 het koffiekopje amber om de bestuurder te minuten of minder is.
Pagina 181
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) ■ De monitor bestuurdersaandacht wordt gereset wanneer: • Het voedingssysteem is uitgeschakeld. • De bestuurder de veiligheidsgordel losmaakt en het portier opent terwijl het voertuig stilstaat. ■ De monitor bestuurdersaandacht werkt indien: 1De monitor bestuurdersaandacht werkt indien: •...
Pagina 182
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) ■ Veiligheidsgordels Treedt op, onder gespecificeerde omstandigheden, wanneer veiligheidsgordels zijn vergrendeld of ontgrendeld. 2 Waarschuwingslampje veiligheidsgordel BLZ. 47 ■ Onderhoud Toon het onderhoudsherinneringssysteem. 2 Onderhoudsherinneringssysteem BLZ. 606 * Niet beschikbaar op alle modellen...
Pagina 183
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) ■ 1Veiligheidsondersteuning Veiligheidsondersteuning Als een systeem in amber wordt aangegeven, laat het Geeft de status van het Road Departure Mitigation-systeem, het CMBS, de remregeling lage voertuig dan onmiddellijk door een dealer controleren. snelheid, het dode hoek-informatiesysteem en het parkeersensorsysteem aan, zoals Aan, Uit of Storing, met behulp van kleuren en letters.
Pagina 184
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) 1Veiligheidsondersteuning Zelfs wanneer het pictogram van het parkeersensorsysteem groen is, werkt de parkeersensor achter niet wanneer Instelling sensor achter tijdens het achteruitrijden is uitgeschakeld. Instelbare functies BLZ. 365 Zelfs wanneer het pictogram van het parkeersensorsysteem groen is, werkt de parkeersensor achter niet wanneer Instelling sensor achter tijdens het achteruitrijden is uitgeschakeld.
Pagina 185
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) ■ 1Helderheid Helderheid De helderheid van de meter wordt automatisch aangepast, Druk op het rechter selectiewieltje wanneer het scherm Helderheid wordt weergegeven. afhankelijk van de hoeveelheid omgevingslicht. • De helderheid dimt wanneer er weinig omgevingslicht is. Wanneer de voedingsmodus in de stand AAN staat, kunt u het rechter selectiewieltje •...
Pagina 186
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) ■ Instellingen meterdisplay ■ 1Rangschik de inhoud aan de rechterkant Rangschik de inhoud aan de rechterkant U kunt kiezen welke inhoud u aan de rechterkant wilt weergeven. Grijze inhoud kan niet uit het rechtergedeelte worden 1.
Pagina 187
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) ■ Meterweergave wijzigen 1Meterweergave wijzigen U kunt de meterweergave wijzigen in een rond ontwerp of een staafontwerp. Bij gebruik van de Ronde (Cruisecontrol) of Staafvormige 1. Druk op het rechter selectiewieltje wanneer u (Cruisecontrol) meterweergave wordt een vereenvoudigd Instellingen meterdisplay hebt geselecteerd display gebruikt wanneer ACC met Low Speed Follow in...
Pagina 188
uuMeters en displaysuRechterkant interface voor bestuurdersinformatie (meter type B) ■ Eenheden snelheid/afstand Hiermee kunt u een andere eenheid kiezen voor weergave op de interface voor bestuurdersinformatie, het head-updisplay en het audio-/informatiescherm en de weergegeven waarden instellen op km en km/h of mijlen en mph. Houd het rechter selectiewieltje ingedrukt wanneer u het scherm Geen inhoud selecteert op de interface voor bestuurdersinformatie.
Pagina 189
uuMeters en displaysuHead-updisplay Head-updisplay Geeft de huidige modus voor ACC met Low Speed Follow, LKAS en Traffic Jam Assist weer; kompas of turn-by-turn-aanwijzingen; en voertuigsnelheid. U kunt kiezen welk item wordt weergegeven op de interface voor de bestuurdersinformatie. Deze worden weergegeven wanneer de voedingsmodus op AAN staat.
Pagina 190
uuMeters en displaysuHead-updisplay • Verkeersbordenherkenningssysteem: Toont bepaalde herkende verkeersborden tijdens het rijden. Het verkeersbordpictogram knippert wanneer de maximumsnelheid van het gedetecteerde verkeersbord wordt overschreden. 2 Verkeersbordenherkenningssysteem BLZ. 561 Verkeersborden ■ 1Instellingen head-updisplay Instellingen head-updisplay Inhoud HUD Toont het display voor het wijzigen van de instellingen van het head-updisplay op de interface De inhoud van het head-updisplay voor bestuurdersinformatie.
Pagina 191
uuMeters en displaysuHead-updisplay ■ De inhoud van het head-updisplay wijzigen 1. Draai aan het rechter selectiewieltje om Inhoud HUD te selecteren. Druk vervolgens op het rechter selectiewieltje. 2. Draai aan het rechter selectiewieltje en scrol om het gewenste item te selecteren. Druk vervolgens op het rechter selectiewieltje.
Pagina 192
uuMeters en displaysuHead-updisplay ■ Helderheid van het head-updisplay afstellen Draai aan het rechter selectiewieltje om Helderheid HUD te selecteren. Druk vervolgens op het rechter selectiewieltje. Helderder: Draai het rechter selectiewieltje omhoog. Dimmen: Draai het rechter selectiewieltje omlaag. Druk op het rechter selectiewieltje om af te sluiten. ■...
Pagina 193
uuMeters en displaysuHead-updisplay ■ 1Snelheidsmeter Snelheidsmeter U kunt de eenheden snelheid/afstand wijzigen. Geeft uw rijsnelheid weer in km/h. Eenheden snelheid/afstand BLZ. 186 Instelbare functies BLZ. 365 ■ Huidige modus voor ACC met Low Speed Follow, LKAS en Traffic Jam Assist Geeft de huidige modus voor ACC met Low Speed Follow, LKAS en Traffic Jam Assist weer.
Pagina 195
Bedieningselementen In dit hoofdstuk wordt de werking uitgelegd van de verschillende bedieningselementen voor het rijden. Klok ............194 Ultrasone sensoren ......223 Ruitenwissers en -sproeiers ....253 Knop achterruitverwarming/verwarmde Portieren vergrendelen en ontgrendelen Kantelsensor ........224 buitenspiegel ........256 Sleutel..........195 Supervergrendeling ......
Pagina 196
Klok Klok instellen U kunt de tijd in het klokdisplay aanpassen met de voedingsmodus in de stand AAN. 1Klok instellen De klok in het instrumentenpaneel verandert ook wanneer U kunt de klok instellen en de klokweergave aanpassen. de klok van het audio-/informatiescherm wordt ingesteld. 2 Instellingen klok BLZ.
Pagina 197
Portieren vergrendelen en ontgrendelen Sleutel Het voertuig wordt geleverd met de volgende sleutels: 1Sleutel Gebruik de sleutels om het voedingssysteem in en Alle sleutels beschikken over een startblokkeringssysteem. uit te schakelen en alle portieren, de achterklep en Het startblokkeringssysteem helpt om diefstal van het de brandstoftankklep te vergrendelen en te voertuig tegen te gaan.
Pagina 198
uuPortieren vergrendelen en ontgrendelenuSleutel ■ Geïntegreerde sleutel De geïntegreerde sleutel kan gebruikt worden om de portieren te ontgrendelen wanneer de batterij van de afstandsbediening zwak is geworden en de werking van de elektrische portierontgrendeling is uitgeschakeld. Om de geïntegreerde sleutel te verwijderen, drukt u op de ontgrendelingsknop en trekt u de sleutel uit de behuizing.
Pagina 199
uuPortieren vergrendelen en ontgrendelenuLage signaalsterkte afstandsbediening Lage signaalsterkte afstandsbediening Het voertuig zendt radiogolven uit om de afstandsbediening te vinden en het voedingssysteem 1Lage signaalsterkte afstandsbediening te activeren; alle portieren en de brandstoftankklep te vergrendelen en ontgrendelen; en de De communicatie tussen de afstandsbediening en het achterklep en de elektrisch bediende achterklep te openen.
Pagina 200
uuPortieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen Portieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen ■ 1Portieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen Sleutelloos toegangssysteem gebruiken Als de schakelaar voor interieurverlichting in de stand voor Wanneer u de afstandsbediening bij u draagt, kunt portieractivering staat, gaat de interieurverlichting branden u de portieren en de brandstoftankklep als u de portieren en de achterklep ontgrendelt.
Pagina 201
uuPortieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen ■ De portieren en achterklep vergrendelen 1Sleutelloos toegangssysteem gebruiken Raak de sensor van de portiervergrendeling op het • Laat de afstandsbediening niet in het voertuig achter voorportier aan, of druk op de vergrendelingsknop wanneer u het voertuig verlaat.
Pagina 202
uuPortieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen ■ De portieren en achterklep ontgrendelen 1Sleutelloos toegangssysteem gebruiken Pak de handgreep van het bestuurdersportier vast: De instellingen voor het knipperen van de lichten en voor het Het bestuurdersportier en de ontgrendelen van de portieren kunnen worden aangepast in brandstoftankklep worden ontgrendeld.
Pagina 203
uuPortieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen ■ 1Afstandsbediening gebruiken Afstandsbediening gebruiken Als een portier of de achterklep niet binnen 30 seconden na ■ De portieren en achterklep vergrendelen ontgrendelen van het voertuig met de afstandsbediening Druk op de vergrendelingsknop. wordt geopend, worden de portieren en achterklep Sommige exterieurlichten knipperen driemaal, automatisch opnieuw vergrendeld.
Pagina 204
uuPortieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen 1Afstandsbediening gebruiken Als de werkingsafstand van de afstandsbediening varieert, is de batterij bijna leeg. Als de LED niet gaat branden wanneer een knop wordt ingedrukt, is de batterij leeg. De batterij van de afstandsbediening vervangen BLZ.
Pagina 205
uuPortieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen ■ 1Portier vergrendelen zonder sleutel Portier vergrendelen zonder sleutel Als het bestuurdersportier wordt vergrendeld, dan worden Als u niet beschikt over de sleutel of als u om een of andere reden een portier niet met behulp alle overige portieren en de achterklep tegelijkertijd van de sleutel kunt vergrendelen, kunt u het zonder sleutel vergrendelen.
Pagina 206
uuPortieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van buitenaf vergrendelen/ontgrendelen ■ 1Voorinstelling van de vergrendeling Voorinstelling van de vergrendeling Modellen met elektrisch bediende achterklep Het voertuig wordt automatisch vergrendeld nadat WAARSCHUWING u de portieren van tevoren hebt vergrendeld en vervolgens de portieren en de achterklep hebt Het openen of sluiten van de elektrische gesloten.
Pagina 207
uuPortieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van binnenuit vergrendelen/ontgrendelen Portieren van binnenuit vergrendelen/ontgrendelen ■ 1Vergrendellip gebruiken Vergrendellip gebruiken Als het portier wordt vergrendeld met behulp van de ■ Portier vergrendelen vergrendellip op het bestuurdersportier, dan worden alle Druk de vergrendellip naar voren. overige portieren en de achterklep tegelijkertijd vergrendeld.
Pagina 208
uuPortieren vergrendelen en ontgrendelenuPortieren van binnenuit vergrendelen/ontgrendelen ■ 1Ontgrendelen met de binnenhandgreep van het voorportier Ontgrendelen met de binnenhandgreep van het voorportier De binnenhandgrepen van de voorportieren zijn ontworpen Trek aan de binnenhandgreep van het voorportier. om de inzittenden van de voorstoelen in staat te stellen het De deur wordt ontgrendeld en geopend in portier in één beweging te openen.
Pagina 209
uuPortieren vergrendelen en ontgrendelenuKinderslot Kinderslot Het kinderslot voorkomt dat de achterportieren vanaf de binnenzijde worden geopend 1Kinderslot ongeacht de stand van de vergrendellip. Om het portier van binnenuit te openen bij een ingeschakeld kinderslot moet de vergrendellip in de ontgrendelde stand ■...
Pagina 210
Achterklep Voorzorgsmaatregelen voor openen/sluiten van de achterklep Zorg er steeds voor dat individuen en voorwerpen op een veilige afstand van de achterklep 1Voorzorgsmaatregelen voor openen/sluiten van de achterklep verwijderd zijn alvorens deze te openen of te sluiten. WAARSCHUWING Modellen zonder elektrisch bediende achterklep Personen die zich in het pad bevinden van een •...
Pagina 211
uuAchterklepuAchterklep openen/sluiten Achterklep openen/sluiten De achterklep wordt ontgrendeld wanneer alle 1Voorzorgsmaatregelen voor openen/sluiten van de achterklep portieren ontgrendeld zijn of wanneer u de Zorg ervoor dat bagage of andere voorwerpen de gasveren ontgrendelknop voor de achterklep op de van de achterklep niet raken. afstandsbediening indrukt.
Pagina 212
uuAchterklepuAchterklep openen/sluiten ■ 1Afstandsbediening gebruiken Afstandsbediening gebruiken Als u de achterklep met de afstandsbediening hebt Druk op de ontgrendelknop voor de achterklep om ontgrendeld en geopend, wordt de achterklep automatisch de achterklep te ontgrendelen. vergrendeld wanneer u deze sluit. Ontgrendelknop achterklep * Niet beschikbaar op alle modellen...
Pagina 213
uuAchterklepuDe elektrisch bediende achterklep openen/sluiten De elektrisch bediende achterklep openen/sluiten De elektrisch bediende achterklep kan worden bediend door op de knop voor elektrische 1De elektrisch bediende achterklep openen/sluiten bediening van de achterklep op de afstandsbediening te drukken, op de knop van de elektrisch WAARSCHUWING bediende achterklep op het instrumentenpaneel aan bestuurderszijde te drukken, op de buitenhandgreep of de knop op de achterklep zelf te drukken, of door uw voet onder het...
Pagina 214
uuAchterklepuDe elektrisch bediende achterklep openen/sluiten ■ 1Handsfree toegang gebruiken Handsfree toegang gebruiken Tijdens regen of in andere gevallen wanneer het voertuig nat Beweeg uw voet gedurende ongeveer 1 seconde wordt, kan de sensor uw voetbeweging mogelijk niet goed onder het midden van de achterbumper naar voren detecteren.
Pagina 215
uuAchterklepuDe elektrisch bediende achterklep openen/sluiten ■ Elektrisch bediende achterklep sluiten bij weglopen Als u van het voertuig wegloopt terwijl u de afstandsbediening bij u draagt, wordt de elektrisch bediende achterklep automatisch gesloten. 1. Neem de afstandsbediening mee en druk op de knop voor het sluiten bij weglopen.
Pagina 216
Altijd: De elektrisch bediende achterklep wordt op hetzelfde moment ontgrendeld en geopend. Dit is de standaardinstelling. Wanneer u niet de originele Honda-accessoires gebruikt voor Wanneer ontgrendeld: De achterklep gaat open zodra alle portieren worden ontgrendeld. de elektrische bediening van de achterklep, is het mogelijk 2 Aanpassen van de voertuiginstellingen BLZ.
Pagina 217
uuAchterklepuDe elektrisch bediende achterklep openen/sluiten ■ 1De elektrisch bediende achterklep openen/sluiten De knop voor elektrisch bediende achterklep gebruiken Als de elektrisch bediende achterklep weerstand ondervindt Om de elektrisch bediende achterklep te openen of bij het openen of sluiten, keert de automatische te sluiten, houdt u de knop voor elektrisch bediende omkeerfunctie de richting om.
Pagina 218
uuAchterklepuDe elektrisch bediende achterklep openen/sluiten ■ 1De buitenhandgreep van de achterklep gebruiken De buitenhandgreep van de achterklep gebruiken • Laat de afstandsbediening niet in het voertuig achter Als u niet langer dan een seconde op de wanneer u het voertuig verlaat. Neem de buitenhandgreep van de achterklep drukt, gaat de afstandsbediening mee.
Pagina 219
uuAchterklepuDe elektrisch bediende achterklep openen/sluiten ■ Knop aan binnenkant van achterklep gebruiken Druk op de knop aan de binnenkant van de achterklep om de elektrisch bediende achterklep te sluiten. Als u nogmaals op de knop drukt terwijl de elektrisch bediende achterklep wordt gesloten, wordt het sluiten stopgezet.
Pagina 220
uuAchterklepuDe elektrisch bediende achterklep openen/sluiten ■ 1Programmeren stand achterklep Programmeren stand achterklep Als de achterklep slechts een beetje wordt geopend, kan de De mate waarin de elektrisch bediende achterklep stand kan niet worden geprogrammeerd, zelfs niet als u op automatisch opent kan worden geprogrammeerd. de knop aan de binnenkant van de achterklep drukt.
Pagina 221
uuAchterklepuDe elektrisch bediende achterklep openen/sluiten ■ 1Automatisch sluiten Automatisch sluiten De automatische sluitfunctie wordt niet geactiveerd als u op Als u de elektrisch bediende achterklep handmatig sluit, vergrendelt deze automatisch. de buitenhandgreep van de achterklep drukt, terwijl de elektrisch bediende achterklep wordt gesloten. ATTENTIE Forceer de achterklep niet wanneer de elektrisch bediende achterklep wordt vergrendeld.
Pagina 222
Beveiligingssysteem Startblokkeringssysteem Dit systeem zorgt ervoor dat het voedingssysteem niet kan worden gestart met een sleutel die 1Startblokkeringssysteem niet vooraf is geregistreerd. ATTENTIE Als de sleutel in het voertuig wordt achtergelaten, kan dit Let op het volgende wanneer u op de knop POWER drukt: leiden tot diefstal of per ongeluk bewegen van het voertuig.
Pagina 223
uuBeveiligingssysteemuBeveiligingssysteemalarm Beveiligingssysteemalarm Het beveiligingssysteemalarm wordt geactiveerd wanneer de achterklep, de motorkap of 1Beveiligingssysteemalarm portieren geforceerd worden geopend. Het alarm wordt niet geactiveerd wanneer de Probeer het systeem niet te wijzigen of er andere achterklep of de portieren worden geopend met de afstandsbediening of het sleutelloos voorzieningen aan toe te voegen.
Pagina 224
uuBeveiligingssysteemuBeveiligingssysteemalarm 1Beveiligingssysteemalarm Type met het stuur rechts Het systeem kan per ongeluk worden geactiveerd wanneer: • Het voertuig in een geautomatiseerde garage wordt geparkeerd. • Het voertuig wordt gewassen met water onder zeer hoge druk of door een automatische autowasstraat wordt getrokken.
Pagina 225
uuBeveiligingssysteemuUltrasone sensoren Ultrasone sensoren De ultrasone sensoren worden enkel geactiveerd wanneer het beveiligingssysteemalarm wordt 1Ultrasone sensoren ingesteld. Als de sensoren een indringer rond of in het voertuig detecteren of detecteren dat Ongeacht of de ultrasone sensoren wel of niet zijn een indringer het voertuig binnendringt via een ruit, activeert de sensor het alarm.
Pagina 226
uuBeveiligingssysteemuKantelsensor Kantelsensor De kantelsensor wordt alleen ingeschakeld als het alarmsysteem wordt ingesteld. Als iemand 1Kantelsensor het voertuig omhoog brengt om het voertuig te slepen, de wielen te verwijderen enz., gaat het Ongeacht of de kantelsensor wel of niet is geactiveerd, kan alarm af.
Pagina 227
uuBeveiligingssysteemuSupervergrendeling Supervergrendeling De supervergrendelingsfunctie schakelt de vergrendelknoppen op alle portieren uit voor een 1Supervergrendeling betere diefstalpreventie. WAARSCHUWING Portieren kunnen niet van binnenuit worden geopend nadat de supervergrendeling is ingeschakeld. Niemand mag zich in het voertuig bevinden bij het instellen van de supervergrendeling. ■...
Pagina 228
uuBeveiligingssysteemuSupervergrendeling ■ Vergrendelen van de portieren zonder supervergrendeling bij gebruik van de geïntegreerde sleutel De geïntegreerde sleutel kan worden gebruikt om de portieren te vergrendelen zonder de supervergrendeling te activeren, zelfs als u de afstandsbediening niet bij u hebt. 1. Trek, met het bestuurdersportier open, de portiergreep naar buiten en vergrendel het portier met de geïntegreerde sleutel.
Pagina 229
Ruiten Elektrisch bediende ruiten openen/sluiten De elektrisch bediende ruiten kunnen met behulp van de portierschakelaars worden geopend 1Elektrisch bediende ruiten openen/sluiten en gesloten wanneer de voedingsmodus op AAN staat. WAARSCHUWING De schakelaars aan de bestuurderszijde kunnen worden gebruikt om alle ruiten te openen en Wanneer een elektrisch bediende ruit wordt te sluiten.
Pagina 230
uuRuitenuElektrisch bediende ruiten openen/sluiten ■ Ruiten openen/sluiten met de functie voor automatisch openen/sluiten ■ Handmatige bediening Openen: Duw de schakelaar rustig naar beneden en houd deze vast tot de gewenste stand is bereikt. Sluiten: Trek de schakelaar rustig terug en houd deze vast tot de gewenste stand is bereikt.
Pagina 231
uuRuitenuElektrisch bediende ruiten openen/sluiten ■ 1Openen/sluiten van de ruiten met de afstandsbediening Openen/sluiten van de ruiten met de afstandsbediening Modellen met panoramadak Openen: Druk op de ontgrendelingsknop, druk Als u de ruiten opent/sluit met de afstandsbediening, gaat vervolgens binnen 10 seconden opnieuw op de het panoramadak automatisch samen met de ruiten open/ ontgrendelingsknop en houd de knop ingedrukt.
Pagina 232
Panoramadak Panoramadak openen/sluiten Het panoramadak kan worden bediend wanneer de voedingsmodus AAN staat. Gebruik de 1Panoramadak openen/sluiten schakelaar aan de voorzijde van het plafond om het panoramadak te openen en te sluiten. WAARSCHUWING Wanneer het panoramadak en het zonnescherm worden gesloten terwijl iemands handen of vingers ertussen zitten, kan dat ernstig letsel veroorzaken.
Pagina 233
uuPanoramadak uPanoramadak openen/sluiten 1Panoramadak openen/sluiten Wanneer een obstakel wordt gedetecteerd, zorgt de functie automatisch omkeren dat het panoramadak en het zonnescherm van richting veranderen en dan stoppen. De functie automatisch omkeren kan geen obstakels detecteren wanneer het panoramadak en het zonnescherm bijna zijn gesloten, om te zorgen dat deze volledig worden gesloten.
Pagina 234
uuPanoramadak uPanoramadak openen/sluiten ■ 1De schakelaar van het panoramadak gebruiken De schakelaar van het panoramadak gebruiken Terwijl het panoramadak opent, beweegt het zonnescherm ■ Automatische bediening mee. Wanneer het panoramadak sluit, beweegt het Openen: Trek de schakelaar krachtig terug. zonnescherm echter niet. Sluiten: Duw de schakelaar krachtig naar voren.
Pagina 235
uuPanoramadak uPanoramadak openen/sluiten ■ 1De schakelaar van het zonnescherm gebruiken De schakelaar van het zonnescherm gebruiken Het zonnescherm kan worden geopend of gesloten om de ■ Automatische bediening hoeveelheid licht in het interieur aan te passen. Openen: Trek de schakelaar krachtig terug. Sluiten: Duw de schakelaar krachtig naar voren.
Pagina 236
Schakelaars rondom het stuurwiel bedienen Knop POWER ■ 1Knop POWER De voedingsmodus wijzigen Als de afstandsbediening in een opbergkastje of op een Als u de afstandsbediening bij u hebt en op de knop andere plaats wordt gelegd waar het signaal van de POWER drukt zonder het rempedaal in te trappen, afstandsbediening kan worden onderbroken, verandert de verandert de voedingsmodus in de volgende...
Pagina 237
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuKnop POWER ■ Automatisch voeding uit Als u het voertuig gedurende 30 tot 60 minuten verlaat met de transmissie in de stand de voedingsmodus in de stand ACCESSOIRE, gaat het voertuig automatisch in de stand die vergelijkbaar is met VOERTUIG UIT (STUURSLOT) om ontladen van de 12V-accu te voorkomen.
Pagina 238
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuKnop POWER ■ 1Herinnering afstandsbediening Herinnering afstandsbediening Wanneer de afstandsbediening zich binnen het Wanneer de voedingsmodus is ingesteld op een werkingsbereik van het systeem bevindt en alle portieren andere modus dan UIT en u de afstandsbediening gesloten zijn, wordt de waarschuwingsfunctie geannuleerd.
Pagina 239
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuVerlichting Verlichting ■ 1Verlichting Koplampen/Parkeerlichten Wanneer de lampen zijn ingeschakeld, dan brandt het De verlichting wordt automatisch ingeschakeld, afhankelijk van de hoeveelheid controlelampje voor de lampen in het instrumentenpaneel. omgevingslicht. De verlichting kan ook handmatig worden in- en uitgeschakeld. Controlelampje lichten aan BLZ.
Pagina 240
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuVerlichting ■ 1Koplampen/Parkeerlichten Grootlicht Laat de verlichting niet branden wanneer het Wanneer de koplampen zijn ingeschakeld, duwt u de hendel naar voren. Trek de hendel terug voedingssysteem is uitgeschakeld, omdat dit zal leiden tot om naar dimlichten terug te gaan. ontladen van de 12V-accu.
Pagina 241
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuVerlichting ■ 1Richtingaanwijzers Richtingaanwijzers Het controlelampje van de richtingaanwijzer op het De richtingaanwijzers kunnen worden gebruikt instrumentenpaneel knippert wanneer de richtingaanwijzer wanneer de voedingsmodus in de stand AAN staat. knippert. Controlelampjes BLZ. 106 ■ : Richtingaanwijzer Druk de hendel bij het nemen van een afslag omhoog of omlaag, afhankelijk van de richting waarin u wilt gaan, waarna de richtingaanwijzer...
Pagina 242
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuVerlichting ■ 1Koplampintegratie met wissers Koplampintegratie met wissers Deze functie wordt geactiveerd wanneer de koplampen uit De koplampen worden automatisch ingeschakeld wanneer de wissers meerdere malen binnen zijn in AUTO. De helderheid van het instrumentenpaneel een bepaald aantal intervallen worden gebruikt, terwijl de koplampschakelaar in de stand verandert niet wanneer de koplampen gaan branden.
Pagina 243
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuVerlichting ■ Mistlampen Kunnen worden gebruikt wanneer de parkeerlichten of koplampen ingeschakeld zijn. De mistlampen achter inschakelen: Draai de schakelaar naar de stand . Het controlelampje gaat branden. WORDT VERVOLGD...
Pagina 244
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuVerlichting ■ 1Dagrijlicht Dagrijlicht Bij AUTO aan, als de helderheid van het omgevingslicht De parkeerlichten/dagrijlichten gaan aan wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: donker is, gaan de dimlichten branden. • De voedingsmodus op AAN staat. •...
Pagina 245
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuActieve bochtenverlichting Actieve bochtenverlichting Verbeter het zicht van de bocht wanneer u een bocht neemt. Met de voedingsmodus in de 1Actieve bochtenverlichting stand AAN, de koplampen ingeschakeld en de voertuigsnelheid lager dan 40 km/h wordt de De actieve bochtenverlichting gaat na ongeveer vijf minuten bochtverlichting ingeschakeld wanneer u de richtingaanwijzers bedient of aan het stuurwiel automatisch uit.
Pagina 246
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuActieve bochtenverlichting ■ Beide voorhoeken worden verlicht wanneer: U de transmissie in zet. Bereik koplampen Bereik lichtbundel bochtverlichting...
Pagina 247
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuKoplampverstelling Koplampverstelling U kunt de verticale hoek van de dimlichtkoplampen 1Koplampverstelling aanpassen wanneer de parkeerlichten of De koplampen zijn alleen geschikt voor voertuigen met het koplampen branden. stuur links of met het stuur rechts. Bij het rijden op wegen met verschillende verkeersregels moet de lichtbundel van de Draai aan de regelknop om de juiste hoek van de koplamp worden afgesteld.
Pagina 248
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuAutomatisch grootlicht Automatisch grootlicht De groothoekcamera vóór detecteert de lichtbronnen vóór het voertuig zoals de lichten van 1Automatisch grootlicht een voor- of tegenligger, of straatverlichting. Wanneer u in het donker rijdt, schakelt het Het automatisch grootlicht-systeem werkt niet altijd in elke systeem automatisch tussen dimlicht en grootlicht, afhankelijk van de situatie.
Pagina 249
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuAutomatisch grootlicht Als het controlelampje voor automatisch grootlicht niet gaat branden, ook al is aan alle 1Automatisch schakelen tussen grootlicht en dimlicht voorwaarden voldaan, voer dan één van de onderstaande procedures uit en het In de volgende gevallen schakelt het automatisch grootlicht- controlelampje gaat branden.
Pagina 250
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuAutomatisch grootlicht ■ Handmatig schakelen tussen grootlicht en dimlicht 1Automatisch grootlicht Als u handmatig wilt schakelen tussen grootlicht en dimlicht, volg dan een van de volgende Systeem automatisch grootlicht uitschakelen procedures. Wanneer u dit doet, gaat het controlelampje voor automatisch grootlicht uit en U kunt het automatisch grootlicht-systeem in- en wordt automatisch grootlicht uitgeschakeld.
Pagina 251
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuAdaptief rijlicht Adaptief rijlicht Bij rijden in het donker detecteert de 1Adaptief rijlicht groothoekcamera aan de voorzijde lichtbronnen Het systeem van het adaptief rijlicht werkt niet altijd in elke zoals straatverlichting of de lichten van een situatie.
Pagina 252
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuAdaptief rijlicht ■ 1Adaptief rijlicht Adaptief rijlicht gebruiken Systeem voor adaptief rijlicht uitschakelen ■ Het systeem activeren U kunt het systeem voor adaptief rijlicht in- en uitschakelen. Het controlelampje van het adaptieve rijlicht gaat branden en het systeem begint de Aanpassen van de voertuiginstellingen lichtverdeling van het grootlicht aan te passen wanneer aan alle volgende voorwaarden is BLZ.
Pagina 253
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuAdaptief rijlicht ■ De lichtverdeling automatisch aanpassen 1Adaptief rijlicht Het systeem begint automatisch de lichtverdeling van het grootlicht aan te passen zodra de In de volgende gevallen schakelt het systeem van het voertuigsnelheid 40 km/u of hoger is en de lichtverdeling verandert afhankelijk van de adaptief rijlicht de koplampen mogelijk niet goed of is het voertuigsnelheid of onder de volgende omstandigheden: schakelmoment gewijzigd.
Pagina 254
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuAdaptief rijlicht ■ Handmatig schakelen tussen grootlicht en dimlicht Als u handmatig wilt schakelen tussen grootlicht en dimlicht, volg dan een van de volgende procedures. Wanneer u dit doet, gaat het controlelampje voor adaptief rijlicht uit en wordt het adaptief rijlicht uitgeschakeld.
Pagina 255
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuRuitenwissers en -sproeiers Ruitenwissers en -sproeiers ■ 1Ruitenwissers en -sproeiers Voorruitwissers/-sproeiers ATTENTIE De voorruitwissers en -sproeiers kunnen worden Gebruik de ruitenwissers niet wanneer de voorruit droog is. gebruikt wanneer de voedingsmodus op AAN staat. Er komen krassen op de voorruit of de rubberen bladen ■...
Pagina 256
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuRuitenwissers en -sproeiers ■ 1Ruitenwissers met automatisch interval Ruitenwissers met automatisch interval De regensensor is aangebracht op de hieronder aangegeven Wanneer u de hendel naar beneden duwt in de locatie. stand AUTO, maken de voorruitwissers één wisslag en schakelen dan over naar de automatische stand.
Pagina 257
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuRuitenwissers en -sproeiers ■ Achterruitwisser/-sproeier De achterruitwisser en -sproeier kunnen worden gebruikt wanneer de voedingsmodus op AAN staat. ■ Wisserschakelaar (OFF, INT, ON) Wijzig de instelling van de wisserschakelaar aan de hand van de hoeveelheid regen. ■...
Pagina 258
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuKnop achterruitverwarming/verwarmde buitenspiegel Knop achterruitverwarming/verwarmde buitenspiegel Druk op de knop van de achterruitverwarming en 1Knop achterruitverwarming/verwarmde buitenspiegel verwarmde buitenspiegel om de achterruit en de Dit systeem verbruikt veel stroom; schakel het dus uit spiegels te ontwasemen wanneer de wanneer de ruit is ontwasemd.
Pagina 259
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuRijpositiegeheugensysteem Rijpositiegeheugensysteem Met het rijpositiegeheugensysteem kunt u de stoelposities van twee bestuurders opslaan. 1Rijpositiegeheugensysteem Wanneer u het bestuurdersportier ontgrendelt en opent met een afstandsbediening wordt de Via het audio-/informatiescherm kan de functie voor stoel automatisch aangepast aan een van de twee vooraf ingestelde posities. automatische verstelling van de voorstoel worden uitgeschakeld.
Pagina 260
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuRijpositiegeheugensysteem ■ 1Rijpositiegeheugensysteem Een positie opslaan in het geheugen Het systeem herkent een sleutel mogelijk niet als: 1. Stel de voedingsmodus in op AAN. Stel de • De sleutel zich in de buurt van een mobiele telefoon of bestuurdersstoel in op de gewenste positie.
Pagina 261
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuHet stuurwiel verstellen Het stuurwiel verstellen De stuurwielhoogte en de afstand van het stuurwiel ten opzichte van het lichaam kunnen 1Het stuurwiel verstellen worden versteld, zodat het stuurwiel comfortabel kan worden beetgepakt en een correcte WAARSCHUWING rijhouding kan worden aangenomen.
Pagina 262
Spiegels Achteruitkijkspiegel Stel de hoek van de achteruitkijkspiegel af wanneer u in de correcte rijhouding zit. 1Spiegels Houd de binnen- en buitenspiegels schoon en afgesteld voor het beste zicht. Verstel de spiegels voordat u gaat rijden. Voorstoelen BLZ. 264 ■ Automatische dimfunctie achteruitkijkspiegel 1Automatische dimfunctie achteruitkijkspiegel De automatische dimfunctie wordt geannuleerd wanneer de...
Pagina 263
uuSpiegelsuElektrisch bediende buitenspiegels Elektrisch bediende buitenspiegels U kunt de buitenspiegels afstellen wanneer de voedingsmodus op AAN staat. ■ Spiegelstand instellen L/R-keuzeschakelaar: selecteer de linker- of de rechterspiegel. Zet de schakelaar na het instellen van de spiegel in de middenstand. Instelschakelaar spiegelpositie: Druk de schakelaar naar links, naar rechts, naar boven of naar beneden om de spiegel te bewegen.
Pagina 264
uuSpiegelsuElektrisch bediende buitenspiegels ■ Kantelfunctie buitenspiegel bij achteruitrijden Indien geactiveerd, kantelt de buitenspiegel aan de passagierszijde automatisch naar beneden wanneer de transmissie in de stand wordt gezet; zo wordt de zichtbaarheid aan de passagierszijde bij het achteruitrijden verbeterd. De spiegel keert automatisch terug naar de oorspronkelijke positie wanneer u de transmissie uit schakelt.
Pagina 265
uuSpiegelsuElektrisch bediende buitenspiegels ■ 1Functie voor automatisch in- en uitklappen buitenspiegels Functie voor automatisch in- en uitklappen buitenspiegels De buitenspiegels kunnen niet automatisch worden ■ De buitenspiegels inklappen uitgeklapt als deze werden ingeklapt met de inklapknop. Druk op de vergrendelingsknop op de afstandsbediening, raak de sensor van de portiervergrendeling op het voorportier aan of druk op de vergrendelingsknop op de U kunt de functie automatisch inklapbare buitenspiegel in- en uitschakelen.
Pagina 266
Stoelen Voorstoelen Schuif de bestuurdersstoel zo ver mogelijk naar 1Stoelen achteren, maar zodanig dat u de volledige controle Voer stoelafstellingen altijd door voordat met het voertuig over het voertuig behoudt. U moet rechtop kunnen wordt gereden. zitten met uw rug tegen de rugleuning, de pedalen 1Voorstoelen voldoende kunnen intrappen zonder naar voren te leunen en het stuurwiel comfortabel kunnen...
Pagina 267
uuStoelenuVoorstoelen ■ De zitplaatsen verstellen ■ Elektrisch bediende voorstoel verstellen Horizontale positie verstellen Verschuif de schakelaar om de stoel te verplaatsen. Hoogteverstelling (alleen bestuurdersstoel) Trek aan de hendel of duw deze naar beneden om de stoel te verhogen of te verlagen. Rugleuninghoek verstellen Duw de hendel naar voren of trek hem naar achteren om de hoek te wijzigen.
Pagina 268
uuStoelenuVoorstoelen ■ De handmatig bediende voorstoel verstellen 1De handmatig bediende voorstoel verstellen Wanneer een stoel eenmaal correct is afgesteld, wiegt u deze naar voren en naar achteren om er zeker van te zijn dat de stoel op zijn plaats bevestigd is. Horizontale positie verstellen Trek aan de stang om de stoel te bewegen, laat vervolgens de stang los.
Pagina 269
uuStoelenuVoorstoelen ■ 1Rugleuningen verstellen Rugleuningen verstellen WAARSCHUWING Zet de rugleuning van de bestuurdersstoel in een comfortabele, rechtstandige positie en zorg daarbij Door de rugleuning te ver naar achteren te voor voldoende ruimte tussen uw borstkas en de plaatsen, neemt de kans op ernstig of dodelijk afdekking van de airbag in het midden van het letsel bij een ongeval toe.
Pagina 270
uuStoelenuAchterstoelen Achterstoelen ■ 1Achterbank neerklappen Achterbank neerklappen WAARSCHUWING De achterstoelen kunnen worden neergeklapt om extra opbergruimte te bieden. ■ Zorg ervoor dat de rugleuningen veilig De zitting neerklappen vergrendeld zijn vóór het rijden. 1. Berg eerst de middelste veiligheidsgordel op. Steek de vergrendeltong in de sleuf aan de Let erop dat alle voorwerpen in de bagageruimte en zijkant van de ankergesp.
Pagina 271
uuStoelenuHerinnering achterbank Herinnering achterbank Wanneer u het voertuig verlaat, waarschuwt deze functie u voor passagiers of voorwerpen die 1Herinnering achterbank mogelijk op de achterbank zijn achtergebleven. De functie wordt geactiveerd wanneer de Wanneer de voedingsmodus in de stand VOERTUIG UIT voedingsmodus wordt ingesteld op VOERTUIG UIT als de achterportieren werden geopend staat, wordt de herinnering kort weergegeven en wordt de vlak voor of nadat de voedingsmodus is ingesteld op AAN.
Pagina 272
uuStoelenuEen juiste zithouding aannemen Een juiste zithouding aannemen Nadat alle inzittenden hun stoel en hoofdsteun hebben afgesteld en hun veiligheidsgordel 1Een juiste zithouding aannemen hebben omgedaan, is het van groot belang dat ze rechtop blijven zitten, goed naar achteren WAARSCHUWING in hun stoel en met de voeten op de vloer, totdat het voertuig veilig is geparkeerd en de voedingsmodus in uitgeschakelde stand staat.
Pagina 273
uuStoelenuHoofdsteunen Hoofdsteunen Het voertuig is uitgerust met hoofdsteunen op alle stoelposities. ■ 1Afstellen van de hoofdsteunposities voorin Afstellen van de hoofdsteunposities voorin WAARSCHUWING Hoofdsteunen bieden de beste bescherming tegen whiplash en andere verwondingen door Verkeerd afgestelde hoofdsteunen werken niet aanrijdingen van achteren wanneer het achterhoofd effectief en kunnen bij een ongeval leiden tot van de inzittende op het midden van de hoofdsteun ernstig letsel.
Pagina 274
uuStoelenuHoofdsteunen ■ 1Positie hoofdsteun achterbank verstellen Positie hoofdsteun achterbank verstellen Als u de hoofdsteun op de achterbank gebruikt, trekt u de Een passagier die op de achterbank zit, moet, hoofdsteun naar de hoogste stand. Gebruik de hoofdsteun voordat het voertuig gaat rijden, de hoogte van de op deze plaatsen niet in een lagere stand.
Pagina 275
uuStoelenuHoofdsteunen ■ 1De hoofdsteunen verwijderen en aanbrengen De hoofdsteunen verwijderen en aanbrengen WAARSCHUWING Hoofdsteunen kunnen worden verwijderd voor reinigings- of reparatiewerkzaamheden. Het niet aanbrengen of niet correct aanbrengen De hoofdsteun verwijderen: van de hoofdsteunen kan leiden tot ernstig letsel Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk omhoog. Druk vervolgens op de ontgrendelingsknop en bij een aanrijding.
Pagina 276
uuStoelenuArmsteun Armsteun ■ De armsteun van de voorstoel gebruiken Het console-opbergvak kan als armsteun worden gebruikt. ■ De armsteun van de achterbank gebruiken Trek de armsteun in het midden van de rugleuning naar beneden.
Pagina 277
Comfortvoorzieningen interieur Interieurverlichting ■ 1Schakelaars interieurverlichting Schakelaars interieurverlichting In de stand voor portieractivering dooft de ■ interieurverlichting langzaam en gaat deze ongeveer 30 De interieurverlichting gaat branden bij geopende seconden nadat de portieren zijn gesloten uit. of gesloten portieren. De verlichting gaat na ongeveer 30 seconden uit in de volgende gevallen: ■...
Pagina 278
uuComfortvoorzieningen interieuruInterieurverlichting ■ 1Schakelaars kaartleeslampje Schakelaars kaartleeslampje Wanneer de schakelaar van de interieurverlichting voorin in ■ Voorstoel de stand voor portieractivering staat en een van de portieren De kaartleeslampjes kunnen worden in- en is geopend, dooft het kaartleeslampje niet wanneer u op de uitgeschakeld door op de knoppen te drukken.
Pagina 279
uuComfortvoorzieningen interieuruInterieurverlichting ■ Verlichting bagageruimte De bagageruimteverlichting wordt ingeschakeld wanneer u de achterklep opent. Verlichting bagageruimte (Zijkant bagageruimte) Verlichting bagageruimte (Zijkant achterklep) * Niet beschikbaar op alle modellen...
Pagina 280
uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken Opbergvakken ■ 1Handschoenenkastje Handschoenenkastje WAARSCHUWING Open het handschoenenkastje door aan de hendel te trekken. Een open handschoenenkastje kan tijdens een aanrijding ernstig letsel aan uw passagier toebrengen, ook al maakt deze gebruik van de veiligheidsgordel. Houd tijdens het rijden het handschoenenkastje steeds gesloten.
Pagina 281
uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken ■ 1Drankhouders Drankhouders ■ ATTENTIE Drankhouders voorstoel Gemorste vloeistoffen kunnen de stoelbekleding, de Bevinden zich in de console tussen de voorstoelen. vloerbedekking en elektrische onderdelen in het voertuig beschadigen. Wees voorzichtig bij gebruik van de drankhouders. Als u hete drank morst, kunt u brandwonden oplopen.
Pagina 282
uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken ■ Drankhouders in portier Voorstoel Bevinden zich in de zijvakken van de voor- en achterportieren. Achterbank...
Pagina 283
uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken ■ 1Zonnebrilhouder Zonnebrilhouder Zorg ervoor dat de houder gesloten is tijdens het rijden, Druk op het palletje en laat dit los om de behalve voor toegang tot opgeborgen voorwerpen. zonnebrilhouder te openen. Druk opnieuw op het palletje tot dit wordt vergrendeld om de houder te sluiten.
Pagina 284
uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken ■ Vloerkastje bagageruimte Trek aan de riem en open de afdekking van de bagageruimtevloer. De afdekking van de bagageruimtevloer kan rechtop worden gezet.
Pagina 285
uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken ■ 1Bevestigingspunten voor sjorbanden Bevestigingspunten voor sjorbanden Pak onder het rijden geen voorwerpen uit de bagageruimte. De bevestigingspunten in de vloer van de Losliggende voorwerpen kunnen letsel veroorzaken wanneer bagageruimte kunnen worden gebruikt voor de u hard moet remmen. bevestiging van een net voor het vastzetten van voorwerpen.
Pagina 286
uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken ■ 1Bagageruimteafdekking Bagageruimteafdekking Plaats geen voorwerpen op de bagageruimteafdekking en De bagageruimteafdekking kan worden verwijderd voor meer bagageruimte. stapel voorwerpen in de bagageruimte niet hoger dan de bovenrand van de rugleuning. Ze zouden uw zicht kunnen ■ Bagageruimteafdekking verwijderen belemmeren en door het voertuig kunnen worden geslingerd 1.
Pagina 287
uuComfortvoorzieningen interieuruOpbergvakken ■ Kofferruimteafdekking opbergen 1Bagageruimteafdekking 1. Vouw de bagageruimteafdekking op zoals Rijd niet met het deksel omhoog geklapt. afgebeeld. Dit kan leiden tot een ongeval of letsel bij plotseling remmen. 2. Trek aan de riem en open de afdekking van de bagageruimtevloer.
Pagina 288
uuComfortvoorzieningen interieuruOverige comfortvoorzieningen in interieur Overige comfortvoorzieningen in interieur ■ 1Accessoirevoedingen Accessoirevoedingen ATTENTIE De accessoirevoedingen kunnen worden gebruikt wanneer de voedingsmodus in de stand Steek geen voertuigaanstekerelement in de voeding. Dit kan ACCESSOIRE of AAN staat. tot oververhitting van de accessoirevoeding leiden. ■...
Pagina 289
uuComfortvoorzieningen interieuruOverige comfortvoorzieningen in interieur ■ 1Draadloze oplader Draadloze oplader LET OP Voor gebruik van de draadloze oplader moet de voedingsmodus ACCESSOIRE of AAN zijn. Laad een apparaat dat geschikt is voor Qi draadloos opladen als volgt op via het gedeelte dat Metalen voorwerpen tussen het laadblok en het is aangegeven met de markering te laden apparaat worden heet en kunnen...
Pagina 290
uuComfortvoorzieningen interieuruOverige comfortvoorzieningen in interieur ■ Wanneer het apparaat niet begint op te laden 1Draadloze oplader Pas een van de oplossingen in de volgende tabel toe. De draadloze oplader ondersteunt maximaal 15 W, maar de oplaadsnelheid is afhankelijk van het apparaat en andere Controlelampje Oorzaak Oplossing...
Pagina 291
uuComfortvoorzieningen interieuruOverige comfortvoorzieningen in interieur 1Draadloze oplader Het laden kan kort worden onderbroken wanneer: • Alle portieren of de achterklep worden gesloten - om problemen met de juiste werking van het sleutelloze toegangssysteem te voorkomen. • De positie van het apparaat wordt gewijzigd. Laad niet meer dan één apparaat tegelijk op binnen een laadgebied.
Pagina 292
uuComfortvoorzieningen interieuruOverige comfortvoorzieningen in interieur ■ 1Stuurwielverwarming Stuurwielverwarming Gebruik de stuurwielverwarming niet continu wanneer het De stuurwielverwarming kan worden gebruikt voedingssysteem uitgeschakeld is. Onder dergelijke wanneer de voedingsmodus in de stand AAN staat. omstandigheden kan de 12V-accu zwakker worden, waardoor het moeilijk is het voedingssysteem in te Druk op de knop aan de onderzijde van het schakelen.
Pagina 293
uuComfortvoorzieningen interieuruOverige comfortvoorzieningen in interieur ■ 1Verwarming voorstoelen Verwarming voorstoelen WAARSCHUWING De stoelverwarming kan worden gebruikt wanneer de voedingsmodus in de stand AAN staat. Bij het gebruik van de stoelverwarming kunnen door hitte brandwonden ontstaan. Personen met een verminderd vermogen om temperatuur waar te nemen (bijv.
Pagina 294
uuComfortvoorzieningen interieuruOverige comfortvoorzieningen in interieur ■ 1Achterbankverwarming Achterbankverwarming WAARSCHUWING De stoelverwarming kan worden gebruikt wanneer de voedingsmodus in de stand AAN staat. Bij het gebruik van de stoelverwarming kunnen Er is geen verwarming op de middelste zitplaats van door hitte brandwonden ontstaan. de achterbank.
Pagina 295
Klimaatregelsysteem Automatische klimaatregeling gebruiken Het automatische klimaatregelsysteem regelt de binnentemperatuur die u selecteert. Het 1Automatische klimaatregeling gebruiken systeem selecteert tevens de juiste mix verwarmde of gekoelde lucht, waardoor de Wanneer op een toets wordt gedrukt tijdens gebruik van het binnentemperatuur zo snel mogelijk naar wens wordt verhoogd of verlaagd. klimaatregelsysteem in de automatische stand, dan heeft de functie van de ingedrukte toets prioriteit.
Pagina 296
uuKlimaatregelsysteemuAutomatische klimaatregeling gebruiken Knop AUTO Bedieningsknop MODE Draaiknop temperatuurregeling aan • De lucht stroomt uit de bestuurderszijde ventilatieopeningen in het dashboard en aan Draaiknop temperatuurregeling aan de achterkant van het console-opbergvak passagierszijde • De lucht stroomt uit de ventilatieopeningen Ventilatieregelknop in het dashboard, de vloer en aan de achterkant Knop ON/OFF van het console-opbergvak...
Pagina 297
uuKlimaatregelsysteemuAutomatische klimaatregeling gebruiken ■ Schakelen tussen de recirculatie-/frisse-luchtmodus Druk op de knop (Recirculatie) en wijzig de modus afhankelijk van de omgevingsomstandigheden. Recirculatiemodus (controlelampje aan): recirculeert de lucht in het voertuig door het systeem. Frisse-luchtmodus (controlelampje uit): behoudt de buitenventilatie. Houd het systeem in de frisse-luchtmodus in normale omstandigheden.
Pagina 298
uuKlimaatregelsysteemuAutomatische klimaatregeling gebruiken ■ 1Voorruit en ruiten ontdooien Voorruit en ruiten ontdooien Zorg voor uw eigen veiligheid dat u een goed zicht via Druk op de knop om het alle ruiten hebt voordat u gaat rijden. airconditioningsysteem in te schakelen en het systeem automatisch naar de frisse-luchtmodus te Stel de temperatuur niet in in de buurt van de boven- of ondergrens.
Pagina 299
uuKlimaatregelsysteemuAutomatische klimaatregeling gebruiken ■ 1Synchronisatiemodus Synchronisatiemodus Wanneer u op de knop drukt, gaat het systeem over naar de synchronisatiemodus. Wanneer het systeem in gesynchroniseerde modus is ingesteld, kunnen de temperatuur aan bestuurderszijde en de temperatuur aan passagierszijde afzonderlijk worden ingesteld. Knop SYNC Draaiknop temperatuurregeling aan bestuurderszijde Draaiknop temperatuurregeling aan passagierszijde...
Pagina 300
uuKlimaatregelsysteemuSensoren automatische klimaatregeling Sensoren automatische klimaatregeling Het automatische klimaatregelsysteem is uitgerust met sensoren. Bedek de sensoren niet en mors er geen vloeistof overheen.
Pagina 301
Functies In dit hoofdstuk wordt het bedienen van technologiefuncties beschreven. Audiosysteem ........300 Display Audio ........302 Audio-foutmeldingen ......401 Algemene informatie over het audiosysteem........402 Noodoproep (eCall) ......412 Aanbeveling tanken......417 * Niet beschikbaar op alle modellen...
Pagina 302
Audiosysteem Over uw audiosysteem Het audiosysteem bevat een FM/AM-radio en Digital Audio Broadcasting (DAB). Dit systeem kan tevens afspelen vanaf USB-flashdrives en iPod-, iPhone-, Bluetooth®-apparaten en smartphones. U kunt het audiosysteem bedienen met de knoppen en regelaars op het paneel, de bedieningselementen op het stuurwiel of de pictogrammen op de interface van het touchscreen*.
Pagina 303
uuAudiosysteemuDiefstalpreventie audiosysteem Diefstalpreventie audiosysteem Het audiosysteem wordt uitgeschakeld wanneer dit wordt losgekoppeld van de voedingsbron, bijvoorbeeld wanneer de 12V-accu wordt losgekoppeld of leeg is. Onder bepaalde omstandigheden wordt door het systeem mogelijk een invoerscherm voor de beveiligingscode weergegeven. Als dit gebeurt, dient u het audiosysteem opnieuw te activeren. ■...
Pagina 304
1. Zorg dat de telefoon in de modus zoeken of vindbaar staat. 2. Selecteer Honda HFT op uw telefoon. Als u een telefoon via Display Audio wilt koppelen, selecteert u Apparaten zoeken en selecteert u vervolgens uw telefoon wanneer deze in de lijst verschijnt.
Pagina 305
uuDisplay AudiouBasisbediening Basisbediening ■ 1Werking audiosysteem Werking audiosysteem Dit scherm wordt weergegeven voor typen met stuur links. Voor gebruik van de audiosysteemfunctie moet de voedingsmodus zijn ingesteld op Voor typen met stuur rechts bevinden deze elementen zich ACCESSOIRE of AAN. aan de symmetrisch tegenovergestelde zijde van het type met stuur links.
Pagina 306
uuDisplay AudiouBasisbediening Alle apps: Toont alle apps. Statuspictogrammen: Toont de controlelampjes van de informatie voor het voertuig, verbonden telefoons, enz. in het kopgebied. Snelkoppelingspictogrammen app: Toont de snelkoppelingspictogrammen van de app. Pijl: Toont de volgende pagina’s op het audio-/informatiescherm. Pictogram Displaymodus: Wijzigt de helderheid van het audio-/informatiescherm.
Pagina 307
uuDisplay AudiouBasisbediening ■ 1USB-poorten USB-poorten • Laat een iPod of USB-flashdrive niet in het voertuig achter. ■ Op de onderplaat ( Op de onderplaat Deze kan beschadigd raken door direct zonlicht en hoge Met de USB-poort (2,5 A) op het voorpaneel kunt u temperaturen.
Pagina 308
uuDisplay AudiouBasisbediening ■ Aan de achterkant van het opbergvak van Aan de achterkant van het opbergvak van de console de console De USB-poorten (3,0 A) zijn alleen voor het opladen van apparaten. U kunt geen muziek afspelen, zelfs niet als u een muziekspeler hebt aangesloten.
Pagina 309
uuDisplay AudiouBasisbediening ■ 1Afstandsbediening van het audiosysteem Afstandsbediening van het audiosysteem Sommige modi worden alleen weergegeven als er een Hiermee kunt u het audiosysteem tijdens het rijden bepaald apparaat of medium wordt gebruikt. bedienen. De informatie wordt weergegeven op de interface voor bestuurdersinformatie.
Pagina 310
uuDisplay AudiouBasisbediening Alle modellen Draai het wieltje omhoog of omlaag: Draai het wieltje omhoog of omlaag om door de audiomodi te bladeren en druk op het linker selectiewieltje: FM/DAB/AM/USB/Bluetooth® Audio/Apps (Apple CarPlay/Android Auto) Afhankelijk van het verbonden apparaat kunnen de weergegeven modi wijzigen. Knoppen (Zoeken/Overslaan) •...
Pagina 311
uuDisplay AudiouGebruikershandleiding in het voertuig Gebruikershandleiding in het voertuig U kunt de inhoud van de gebruikershandleiding bekijken op de Display Audio. 1Gebruikershandleiding in het voertuig Deze functie bestrijkt niet alle talen die beschikbaar zijn voor de Display Audio. Als u de taal van de Display Audio wijzigt, wordt ook de taal van de gebruikershandleiding gewijzigd.
Pagina 312
uuDisplay AudiouWerking spraakbediening Werking spraakbediening Uw voertuig beschikt over een spraakbedieningssysteem dat handsfree bediend kan worden. 1Werking spraakbediening Het spraakbedieningssysteem maakt gebruik van de knop (spreken) op het stuurwiel en Zodra u op de knop drukt, vraagt een behulpzame stem een microfoon bij de kaartleeslampjes op het plafond.
Pagina 313
uuDisplay AudiouWerking spraakbediening ■ ■ U kunt de modus op het scherm Algemene Telefoonopdrachten Scherm Spraakactivering • instellingen wijzigen. Call <naam> • 2 Spraakbediening BLZ. 372 Call <nummer> Het systeem herkent de naam van een Het systeem herkent alleen de opdrachten op de contactpersoon in het telefoonboek van uw volgende pagina's, bij bepaalde schermen.
Pagina 314
uuDisplay AudiouWerking spraakbediening ■ iPod-opdrachten ■ Navigatie-opdrachten • List album <naam> Het scherm schakelt over naar het • List artist <naam> navigatiescherm. • List genre <naam> 2 Raadpleeg de handleiding van het • List playlist <naam> navigatiesysteem • Play <artiest> <album> •...
Pagina 315
uuDisplay AudiouAudio-/informatiescherm Audio-/informatiescherm Geeft de audiostatus en klok weer. Vanaf dit scherm kunt u naar verschillende instelopties 1Audio-/informatiescherm gaan. Bediening via het touchscreen • Gebruik eenvoudige gebaren - waaronder aanraken, vegen en scrollen - om bepaalde audiofuncties te bedienen. • Tijdens het rijden kunnen bepaalde items grijs worden weergegeven om het risico van afleiding te verminderen.
Pagina 316
uuDisplay AudiouAudio-/informatiescherm ■ 1Snelkoppelingen apps Snelkoppelingen apps Aan het beginscherm kunnen maximaal 6 pagina's worden toegevoegd. Druk op de knop om vanuit elke pagina rechtstreeks terug te gaan naar de eerste pagina van het beginscherm. Snelkoppelingspictogrammen app Pijl Pagina-indicator Schakelaars voor moduswijziging ■...
Pagina 317
uuDisplay AudiouAudio-/informatiescherm ■ App-pictogrammen toevoegen aan het beginscherm 1App-pictogrammen toevoegen aan het beginscherm App-pictogrammen kunnen worden toegevoegd aan het beginscherm. Vooraf geïnstalleerde toepassingen starten mogelijk niet 1. Druk op de knop normaal. Als dit het geval is, moet u het systeem opnieuw 2.
Pagina 318
uuDisplay AudiouAudio-/informatiescherm ■ Pictogrammen verplaatsen op het beginscherm 1Pictogrammen verplaatsen op het beginscherm U kunt de locatie op het beginscherm wijzigen. Selecteer Tips om tips weer te geven. Selecteer dit nogmaals 1. Druk op de knop om ze te verbergen. 2.
Pagina 319
uuDisplay AudiouAudio-/informatiescherm ■ Pictogrammen op het beginscherm verwijderen 1Pictogrammen op het beginscherm verwijderen Pictogrammen op het beginscherm kunt u verwijderen. Apps worden niet verwijderd door het pictogram op het 1. Druk op de knop beginscherm te verwijderen. 2. Selecteer een pictogram en houd dit vast. Selecteer Tips om tips weer te geven.
Pagina 320
uuDisplay AudiouAudio-/informatiescherm ■ Op het beginscherm snelkoppelingspictogrammen toevoegen 1Op het beginscherm snelkoppelingspictogrammen toevoegen U kunt aan de onderzijde van het beginscherm maximaal zes pictogrammen opslaan. Selecteer Tips om tips weer te geven. Selecteer dit nogmaals 1. Druk op de knop om ze te verbergen.
Pagina 321
uuDisplay AudiouAudio-/informatiescherm ■ Statusgedeelte Toont de controlelampjes van de informatie voor het voertuig, verbonden telefoons, enz. in het kopgebied. U kunt de gedetailleerde informatie controleren door deze pictogrammen te selecteren. 1. Selecteer het pictogram systeemstatus. Het statusgedeelte verschijnt. 2. Selecteer een item om de details te zien. 3.
Pagina 322
uuDisplay AudiouAudio-/informatiescherm ■ Beperkingen voor handmatige bediening Bepaalde handmatige functies zijn uitgeschakeld of niet beschikbaar terwijl het voertuig rijdt. Een grijs weergegeven optie kan pas worden geselecteerd wanneer het voertuig stilstaat.
Pagina 323
uuDisplay AudiouInstellingen klok Instellingen klok ■ 1Klok instellen Klok instellen De klok wordt automatisch bijgewerkt via het audiosysteem. U kunt in het audio-/informatiescherm de tijd handmatig aanpassen en de achtergrond van de klok instellen. U kunt de klok ook aanpassen door de klok aan te raken die wordt weergegeven in het kopgebied van het audio-/ 1.
Pagina 324
uuDisplay AudiouInstellingen klok ■ 1Instelling klokachtergrond Instelling klokachtergrond • Wanneer u achtergrondbestanden importeert, moet de afbeelding zich in de rootdirectory van de USB-stick bevinden. Afbeeldingen in een map kunnen niet worden geïmporteerd. • De bestandsnaam mag niet meer dan 64 tekens bevatten. •...
Pagina 325
uuDisplay AudiouInstellingen klok ■ Klokachtergrond selecteren 1. Druk op de knop 2. Selecteer Klok. Indien Klok niet wordt weergegeven op het beginscherm, selecteert u Alle apps. 3. Selecteer Instelling. 4. Selecteer Klokweergave. 5. Selecteer een afbeelding die u wilt instellen. Het voorbeeld verschijnt op het scherm.
Pagina 326
uuDisplay AudiouGeluid instellen Geluid instellen 1Geluid instellen Bose Dynamic Speed Compensation Volumecompensatie snelheid (SVC) past het volume aan op basis van de voertuigsnelheid. Wanneer u sneller gaat, neemt het audiovolume toe. Wanneer u vertraagt, neemt het audiovolume af. U kunt het volumeniveau ook op de volgende manier aanpassen.
Pagina 327
uuDisplay AudiouDisplay instellen Display instellen U kunt de helderheid van het scherm instellen. 1Display instellen U kunt de helderheid van het display ook aanpassen door de ■ Handmatig omschakelen van de displaymodus helderheidsbalk te verschuiven of aan te tikken. Selecteer (Displaymodus).
Pagina 328
uuDisplay AudiouSysteemupdates Systeemupdates De firmware van het audiosysteem kan worden bijgewerkt via een Wi-Fi-verbinding of een USB-apparaat. ■ 1Updaten Updaten U kunt het systeem bijwerken via Wi-Fi, maar u kunt niet de Wanneer een update van het audiosysteem beschikbaar is, wordt een melding weergegeven captive portal gebruiken waarvoor u moet inloggen of de in het statusgebied.
Pagina 329
uuDisplay AudiouSysteemupdates ■ Instellingen systeemupdates De volgende instellingen kunnen worden ingesteld. • Automatische download • Versiestatus • Verbindingsinstellingen • Automatische update • Updatehistorie ■ Automatische downloadinstellingen Volg de volgende procedure om over te schakelen naar de automatische downloadinstelling. 1. Druk op de knop 2.
Pagina 330
uuDisplay AudiouSysteemupdates ■ Verbindingsinstellingen Gebruik de volgende procedure om verbinding te maken met internet via een Wi-Fi-netwerk. 1. Druk op de knop 2. Selecteer Systeemupdates. Indien Systeemupdates niet wordt weergegeven in het beginscherm, selecteert u Alle apps. 3. Selecteer Instelling. 4.
Pagina 331
uuDisplay AudiouSysteemupdates ■ De updategeschiedenis bekijken Volg de volgende procedure om de updategeschiedenis te controleren. 1. Druk op de knop 2. Selecteer Systeemupdates. Indien Systeemupdates niet wordt weergegeven in het beginscherm, selecteert u Alle apps. 3. Selecteer Instelling. 4. Selecteer Updatehistorie. WORDT VERVOLGD...
Pagina 332
uuDisplay AudiouSysteemupdates ■ Draadloos bijwerken ■ Modus voor draadloze verbindingsinstelling 1. Druk op de knop 2. Selecteer Systeemupdates. Indien Systeemupdates niet wordt weergegeven in het beginscherm, selecteert u Alle apps. 3. Selecteer Instelling. 4. Selecteer Verbindingsinstellingen. 5. Selecteer OK. 6. Selecteer een toegangspunt in de netwerklijst. Als u verbinding wilt maken met een hotspot die niet automatisch wordt gedetecteerd, selecteert u Opties en vervolgens Netwerk toevoegen.
Pagina 333
6. Verwijder het USB-apparaat uit de USB-poort. 7. Sluit het USB-apparaat aan op uw computer en download de updatebestanden. Volg de koppeling om de vereiste bestanden voor de software-update te downloaden. Raadpleeg https://usb.honda.com voor instructies. ■ Audiosysteem updaten 1. Druk op de knop 2.
Pagina 335
uuDisplay AudiouFM/AM-radio afspelen ■ 1Voorkeuzegeheugen Voorkeuzegeheugen Het controlelampje ST verschijnt op het display om stereo Hiermee kunt u de radiofrequentie voor het voorkeuzegeheugen afstemmen. FM-uitzendingen aan te geven. Om een zender op te slaan: 1. Stem de gekozen zender af. Audiomodus wijzigen Draai aan het linker selectiewieltje of selecteer Audiobron 2.
Pagina 336
uuDisplay AudiouFM/AM-radio afspelen ■ Geluid Hiermee past u de geluidsinstellingen aan. 2 Geluid instellen BLZ. 324 ■ 1Scherm voor handmatig afstemmen van radiofrequentie Scherm voor handmatig afstemmen van radiofrequentie Pictogram Hiermee selecteert u het toetsenbord op het scherm om de radiofrequentie direct in te voeren. Selecteer om de radiofrequentie af te stemmen.l 1.
Pagina 337
uuDisplay AudiouFM/AM-radio afspelen ■ 1Radio Data System (RDS) Radio Data System (RDS) Wanneer u een voor RDS geschikte FM-zender selecteert, Biedt data-informatie in tekstvorm over het door u geselecteerde, RDS uitzendende FM- gaat de RDS automatisch aan en de frequentiedisplay station.
Pagina 338
uuDisplay AudiouFM/AM-radio afspelen ■ Instellingen Hiermee wijzigt u de RDS-instellingen. 1. Instelling. 2. Selecteer een optie. • Verkeersinfo: Schakelt de verkeersinformatie in en uit. (AAN/UIT • AF: Wordt in- en uitgeschakeld om automatisch de frequentie van hetzelfde programma te veranderen als u in een andere regio komt. (AAN /UIT) •...
Pagina 339
uuDisplay AudiouDAB (Digital Audio Broadcasting) afspelen DAB (Digital Audio Broadcasting) afspelen Instelling Pictogram Scannen Pictogram Geluid Pictogram Service Pictogrammen Voorkeuzepictogrammen Ensemble Pictogrammen Ensemblelijst Pictogram WORDT VERVOLGD...
Pagina 340
uuDisplay AudiouDAB (Digital Audio Broadcasting) afspelen ■ 1Voorkeuzegeheugen Voorkeuzegeheugen Audiomodus wijzigen Hiermee stemt u de frequentie van de voorkeuze af. Draai aan het linker selectiewieltje of selecteer Audiobron Een service opslaan: op het scherm. 1. Stem de gekozen service af. Afstandsbediening van het audiosysteem 2.
Pagina 341
uuDisplay AudiouDAB (Digital Audio Broadcasting) afspelen ■ Scannen Hiermee wordt elk(e) van de ensembles of services die kunnen worden ontvangen, gedurende 10 seconden getest. Om te beginnen met scannen, selecteert u Scannen. Om het scannen te stoppen, selecteert u Stop of drukt u op de knop ■...
Pagina 342
uuDisplay AudiouiPod afspelen iPod afspelen Sluit de iPod met een USB-stekker aan op de USB-poort en selecteer de USB-modus. 1iPod afspelen 2 USB-poorten BLZ. 305 De beschikbare bedieningsfuncties kunnen variëren per model of versie. Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar op het audiosysteem van het voertuig. In geval van een storing kan een foutmelding op het audio-/ informatiescherm verschijnen.
Pagina 343
uuDisplay AudiouiPod afspelen ■ Een nummer selecteren in de muziekzoeklijst U kunt selecteren om het scherm met de muziekzoeklijst weer te geven. 1. Selecteer Browsen. 2. Selecteer een zoekcategorie. 3. Blijf selecties maken tot u het nummer van uw keuze hebt gevonden. ■...
Pagina 344
uuDisplay AudiouiPod afspelen ■ Een ander nummer kiezen U kunt selecteren om een ander nummer te kiezen. Houd deze knop ingedrukt om een nummer snel te doorlopen. ■ Geluid U kunt de geluidsinstellingen aanpassen. 2 Geluid instellen BLZ. 324...
Pagina 345
uuDisplay AudiouAfspelen van een USB-flashdrive Afspelen van een USB-flashdrive Uw audiosysteem leest de audio- en videobestanden op een USB-flashdrive en speelt deze af. 1Afspelen van een USB-flashdrive Sluit uw USB-flashdrive aan op de USB-poort en selecteer vervolgens de USB-modus. U kunt de volgende indelingen gebruiken om geluid of 2 USB-poorten BLZ.
Pagina 346
uuDisplay AudiouAfspelen van een USB-flashdrive ■ 1Afspelen van een USB-flashdrive Een bestand uit de muziekzoeklijst selecteren Gebruik de aanbevolen USB-flashdrives. U kunt selecteren om het scherm met de muziekzoeklijst weer te geven. Algemene informatie over het 1. Selecteer Browsen. audiosysteem BLZ.
Pagina 347
uuDisplay AudiouAfspelen van een USB-flashdrive ■ Afspeelmodus selecteren U kunt Herhalen en Willekeurig selecteren tijdens het afspelen van een bestand. ■ Willekeurig/herhalen Selecteer het pictogram Herhalen of Willekeurig meerdere keren tot de gewenste modus is geselecteerd. Willekeurig (willekeurig uit): De functie Willekeurig is uitgeschakeld. (alle bestanden willekeurig): Speelt alle bestanden af in willekeurige volgorde.
Pagina 348
uuDisplay AudiouAfspelen van een USB-flashdrive ■ Geluid U kunt de geluidsinstellingen aanpassen. 2 Geluid instellen BLZ. 324 ■ Instellingen Hiermee verandert u de USB-instellingen tijdens het afspelen van een videobestand. 1. Instelling. 2. Selecteer een optie. • Beeldinstellingen: Wijzigt de helderheid van het audio-/informatiescherm. Om de instellingen te resetten, selecteert u Standaard.
Pagina 349
uuDisplay AudiouAfspelen van Bluetooth®-audio Afspelen van Bluetooth®-audio Met het audiosysteem kunt u naar muziek op uw Bluetooth-compatibele telefoon luisteren. 1Afspelen van Bluetooth®-audio Deze functie is beschikbaar wanneer de telefoon gekoppeld en verbonden is met het HFT- Niet alle Bluetooth-telefoons met streaming audio- systeem van het voertuig.
Pagina 350
uuDisplay AudiouAfspelen van Bluetooth®-audio ■ 1Bluetooth®-audiobestanden afspelen Bluetooth®-audiobestanden afspelen Om de audiobestanden af te spelen moet u wellicht uw 1. Zorg dat de telefoon gekoppeld is aan en verbonden is met het systeem. telefoon bedienen. In dat geval dient u de 2 Telefoon instellingen BLZ.
Pagina 351
uuDisplay AudiouAfspelen van Bluetooth®-audio ■ 1Naar muziek zoeken Naar muziek zoeken Afhankelijk van het Bluetooth®-apparaat dat u aansluit, 1. Selecteer Browsen. worden sommige of alle lijsten mogelijk niet weergegeven. 2. Selecteer een zoekcategorie. 3. Selecteer een item. De selectie wordt afgespeeld. ■...
Pagina 352
uuDisplay AudiouWi-Fi-verbinding Wi-Fi-verbinding Dit voertuig is uitgerust met Wi-Fi-connectiviteit. U kunt verbinding maken met een externe 1Wi-Fi-verbinding Wi-Fi-hotspot of communicatieapparaat. Wi-Fi en Wi-Fi Direct zijn gedeponeerde handelsmerken van Wi-Fi Alliance®. ■ 1Verbinding maken met een Wi-Fi-hotspot Verbinding maken met een Wi-Fi-hotspot U kunt de instelprocedure niet uitvoeren terwijl het voertuig 1.
Pagina 353
uuDisplay AudiouApple CarPlay Apple CarPlay Als u op het systeem via de USB-poort of draadloos een iPhone aansluit die compatibel is met 1Apple CarPlay Apple CarPlay, kunt u in plaats van het iPhone-display het audio-/informatiescherm gebruiken Alleen iPhone 5 of hoger met softwareversie IOS 8.4 of hoger om te bellen, naar muziek te luisteren, kaarten (navigatie) te bekijken en berichten te lezen.
Pagina 354
Berichten Controleren op tekstberichten en deze beantwoorden of berichten laten voorlezen. • Honda Selecteer het Honda-pictogram om terug te keren naar het beginscherm. • Terug naar het dashboardscherm van Apple CarPlay. • Terug naar het scherm met het Apple CarPlay-menu.
Pagina 355
uuDisplay AudiouApple CarPlay ■ 1Apple CarPlay instellen Apple CarPlay instellen Initialiseer Apple CarPlay alleen wanneer het voertuig veilig Gebruik de volgende procedure om Apple CarPlay in te stellen nadat u uw iPhone op het hebt geparkeerd. systeem via de USB-poort of draadloos hebt aangesloten. Het gebruik van Apple CarPlay Wanneer Apple CarPlay uw iPhone voor het eerst detecteert, brengt de overdracht van bepaalde gebruikers- en voertuiginformatie (zoals de locatie, de moet u uw iPhone instellen.
Pagina 356
uuDisplay AudiouApple CarPlay ■ Verbinding met Apple CarPlay maken via de USB-poort met behulp van de USB-kabel 1. Sluit de iPhone met de USB-kabel aan op de USB-poort. 2 USB-poorten BLZ. 305 Het bevestigingsscherm wordt weergegeven. 2. Selecteer Ja. Als u geen verbinding wilt maken met Apple CarPlay, selecteert u Nee. U kunt de instellingen voor toestemming wijzigen in het instellingenmenu Smartphone- verbinding.
Pagina 357
uuDisplay AudiouApple CarPlay ■ Draadloos verbinding maken met Apple CarPlay via de Apple CarPlay-apparaatlijst 1. Druk op de knop 2. Selecteer Algemene instellingen. 3. Selecteer Smartphone Connection. 4. Selecteer Apple CarPlay. 5. Selecteer + Nieuw apparaat verbinden. 6. Koppel de iPhone met het HFT-systeem (handsfree telefoonsysteem) van het voertuig. 2 Telefoon instellingen BLZ.
Pagina 358
uuDisplay AudiouApple CarPlay ■ Draadloos verbinding maken met Apple CarPlay via het stuurwiel 1. Druk op de knop (spreken) op het stuurwiel en houd deze ingedrukt. 2. Koppel de iPhone met het HFT-systeem (handsfree telefoonsysteem) van het voertuig. 2 Telefoon instellingen BLZ. 389 3.
Pagina 359
uuDisplay AudiouApple CarPlay ■ 1Apple CarPlay bedienen met Siri Apple CarPlay bedienen met Siri Hieronder ziet u enkele voorbeelden van vragen en Druk op de knop (spreken) en houd deze ingedrukt om Siri in te schakelen. opdrachten voor Siri: • Welke films draaien vandaag? •...
Pagina 360
uuDisplay AudiouAndroid Auto Android Auto Wanneer u een Android-telefoon aansluit op het audiosysteem via de USB-poort wordt 1Android Auto Android Auto automatisch gestart. Wanneer de telefoon is verbonden via Android Auto, hebt We raden aan Android OS bij te werken naar de nieuwste u met het audio-/informatiescherm toegang tot de functies Telefoon, Google Maps (navigatie), versie wanneer u Android Auto gebruikt.
Pagina 361
• Play Muziek diensten van Android Auto. Honda biedt geen enkele garantie ten aanzien van de toekomstige prestaties en Afspelen van Google Play Music en muziekapps die compatibel zijn met Android Auto. functionaliteit van Android Auto.
Pagina 362
uuDisplay AudiouAndroid Auto ■ Automatisch koppelen Wanneer u een Android-telefoon aansluit op de eenheid via de USB-poort, wordt Android Auto automatisch gestart. ■ 1Verbinding met Android Auto maken via de USB-poort met Verbinding met Android Auto maken via de USB-poort met behulp van de USB-kabel behulp van de USB-kabel Initialiseer Android Auto alleen wanneer u veilig bent...
Pagina 363
• Beantwoord sms. • Bel mijn vrouw. • Navigeer naar Honda. • Speel mijn muziek af. • Stuur een sms naar mijn vrouw. • Bel de bloemist. Raadpleeg de homepage van Android Auto voor meer informatie.
Pagina 364
uuDisplay AudiouKrachtoverbrenging Krachtoverbrenging Het scherm Krachtoverbrenging toont de krachtoverbrenging, het gemiddelde brandstofverbruik en de actieradius van de auto. Motor AAN Motor UIT Motor Actieradius Meter laadniveau hoogspanningsaccu Krachtoverbrenging Gemiddeld brandstofverbruik (huidige aandrijving)
Pagina 365
uuDisplay AudiouKrachtoverbrenging Toont de krachtoverbrenging en geeft aan waar de voeding naar het voertuig en/of voor het opladen van de accu vandaan komt. Bij de overdracht van vermogen brandt het controlelampje blauw en bij het opladen van de accu brandt het controlelampje groen. Display Kleur van Staat van het voertuig...
Pagina 366
uuDisplay AudiouKrachtoverbrenging Display Kleur van Staat van het voertuig controlelampjes De hoogspanningsaccu wordt Groen opgeladen door de door de motor aangedreven dynamo. Vermogen wordt geleverd door Blauw de door de motor aangedreven dynamo. De hoogspanningsaccu wordt Groen opgeladen door regeneratief remmen.
Pagina 367
uuDisplay AudiouInstelbare functies Instelbare functies Gebruik het audio-/informatiescherm om bepaalde functies aan te passen. 1Instelbare functies Wanneer u instellingen aanpast, zorg er dan voor dat het ■ Algemene instellingen aanpassen voertuig volledig stilstaat en zet de transmissie in de stand Selecteer Algemene instellingen terwijl de voedingsmodus is ingeschakeld en selecteer vervolgens het item dat u wilt instellen.
Pagina 368
uuDisplay AudiouInstelbare functies ■ Systeem Selecteerbare Instelbare functies Beschrijving instellingen Automatische Selecteer AAN om de GPS automatisch de klok aan te laten /Uit datum en tijd passen. Selecteer UIT om deze functie te annuleren. Datum en Datum Hiermee stelt u de datum in. Dag/Maand/Jaar tijd instellen instellen...
Pagina 369
uuDisplay AudiouInstelbare functies Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Hiermee stelt u de taal van de interface voor Engels of Turks Taal bestuurdersinformatie en het audio-/informatiescherm Zie andere selecteerbare talen afzonderlijk in. op het scherm. Gevoeligheid Hiermee stelt u de gevoeligheid van het aanraakscherm in. Hoog/Normaal aanraakpaneel Systeemgeluiden...
Pagina 370
uuDisplay AudiouInstelbare functies Selecteerbare Instelbare functies Beschrijving instellingen Status Juridische informatie Modelnummer Over Toont de Android-items die kunnen worden ingesteld. — Android-versie Kernel-versie Build-nummer Reset Stelt alle instellingen terug naar de fabrieksinstelling. Doorgaan/Annuleren fabrieksinstell. Alle instellingen resetten naar de standaardinstellingen BLZ.
Pagina 371
uuDisplay AudiouInstelbare functies ■ Verbindingen Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Netwerk Modus wijzigen Wijzigt de Wi-Fi-modus. Smartphone /UIT (Beschikbare netwerken/verbonden Hiermee geeft u de beschikbare netwerken of verbonden — apparaten) apparaten weer. Netwerk Hiermee voegt u een nieuw netwerk toe om verbinding te —...
Pagina 372
uuDisplay AudiouInstelbare functies ■ Display Selecteerbare Instelbare functies Beschrijving instellingen Helderheid Wijzigt de helderheid van het audio-/informatiescherm. — Contrast Wijzigt het contrast van het audio-/informatiescherm. — Zwartniveau Wijzigt het zwartniveau van het audio-/informatiescherm. — Hiermee reset u alle aangepaste instellingen voor helderheid, Standaard —...
Pagina 373
uuDisplay AudiouInstelbare functies ■ Geluid Selecteerbare Instelbare functies Beschrijving instellingen Treble Bass/Treble Middenbereik Audio Zones & Balance / Fader Wijzigt de instellingen van het geluid van de audioluidsprekers. — Geluid instellen BLZ. 324 Bose Centerpoint Bose Dynamic Speed Compensation Balance / Fader Volumecompensatie snelheid *1: Modellen met BOSE-versterker *2: Modellen met normale versterker...
Pagina 374
uuDisplay AudiouInstelbare functies ■ Camera Selecteerbare Instelbare functies Beschrijving instellingen Toont de richtlijn die niet met het stuurwiel meebeweegt. Vaste richtlijn /Uit Achteruitrijcamera voor multi-weergave BLZ. 595 Achtercamera Toont de richtlijn die met het stuurwiel meebeweegt. Dynamische richtlijn /Uit Achteruitrijcamera voor multi-weergave BLZ.
Pagina 375
uuDisplay AudiouInstelbare functies ■ 1Aanpassen van de voertuiginstellingen Aanpassen van de voertuiginstellingen Indien Voertuiginstellingen niet wordt weergegeven op Met de voedingsmodus in de stand AAN selecteert u Voertuiginstellingen. Selecteer het beginscherm, selecteert u Alle apps. U kunt op het vervolgens een item dat u wilt instellen. beginscherm andere pictogrammen kiezen.
Pagina 376
uuDisplay AudiouInstelbare functies ■ Bandenspanning waarschuwing Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Bandenspanning Annuleert/kalibreert het waarschuwingssysteem voor bandenspanning. Kalibreren/Annuleren waarschuwing Waarschuwingssysteem voor bandenspanning BLZ. 471 ■ Setup bestuurdersassistentie Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Selecteert de afstand voor de hoorbare en visuele waarschuwingen van het Waarschuwingsafstand tot Ver/Normaal /Dichtbij...
Pagina 377
uuDisplay AudiouInstelbare functies Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Selecteert aan/uit voor de hoorbare waarschuwing van het dode Hoor-/zichtbare wrsch. Dode hoek-informatie (BSI) hoek-informatiesysteem. Alleen visuele waarschuwing Dode hoek-informatiesysteem BLZ. 473 Geeft het verkeersbordenherkenningssysteem op het Display Display /Geen instrumentenpaneel weer. verkeersbordenherkenningssysteem Verkeersbordenherkenningssysteem BLZ.
Pagina 378
uuDisplay AudiouInstelbare functies ■ Instellingen instrumentarium (Instelling van de Meter/HUD) Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Hiermee bepaalt u of het waarschuwingsbericht wordt weergegeven. Waarschuwingsbericht AAN/UIT Waarschuwings- en informatiemeldingen op interface voor bestuurdersinformatie BLZ. 127 Selecteer deze optie om de buitentemperatuurwaarde enkele graden Instellen buitentemperatuur -3 °C ~ ±0 °C ~ +3 °C...
Pagina 379
uuDisplay AudiouInstelbare functies Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Type met stuur links km/h · km /mph · miles Hiermee selecteert u de eenheden van de tripcomputer. Snelheid/afstand eenheid Eenheden snelheid/afstand BLZ. 164, 186 Type met stuur rechts km/h · km/mph · miles Herinnering achterbank Hiermee schakelt u de functie herinnering achterbank in en uit.
Pagina 380
uuDisplay AudiouInstelbare functies ■ Instellingen smart entry Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Wijzigt welke portieren worden ontgrendeld wanneer u de handgreep van Alleen best. portier /Alle Instelling ontgrendelen het bestuurdersportier grijpt. portieren Zorgt ervoor dat enkele exterieurlichten knipperen bij het ontgrendelen/ Smart entry lichtsignaal /Uit vergrendelen van de portieren.
Pagina 381
uuDisplay AudiouInstelbare functies ■ Portier/ruit-ruitinstelling Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Voorinstelling van Hiermee wijzigt u de instellingen voor de functie Voorinstelling van /Uit vergrendeling vergrendeling. Hiermee schakelt u het knipperen van exterieurlichten in/uit wanneer de Signaal openen / sluiten /Uit portieren worden vergrendeld/ontgrendeld met de afstandsbediening.
Pagina 382
uuDisplay AudiouInstelbare functies ■ Voorspellende Eco Assist Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Voorspellende Eco Assist Hiermee schakelt u Voorspellende Eco Assist in en uit. /Uit *1: Standaardinstelling ■ Onderhoudsinformatie Instelbare functies Beschrijving Selecteerbare instellingen Reset de onderhoudsinformatie. Onderhoudsinformatie. Items resetten kiezen Onderhoudsherinneringssysteem BLZ.
Pagina 383
uuDisplay AudiouAlle instellingen resetten naar de standaardinstellingen Alle instellingen resetten naar de standaardinstellingen Alle menu-instellingen en aangepaste instellingen terugzetten naar de standaard- 1Alle instellingen resetten naar de standaardinstellingen fabrieksinstelling. Zet als u het voertuig aan iemand anders overdraagt alle instellingen terug naar de fabriekstoestand en wis alle ■...
Pagina 384
Om gebruik te maken van HFT hebt u een Bluetooth- HFT-knoppen compatible mobiele telefoon nodig. Vraag bij een dealer of de plaatselijke Honda-vestiging naar een lijst van compatibele telefoons, koppelprocedures en speciale functiemogelijkheden. Om het systeem te gebruiken, moet Bluetooth op AAN staan.
Pagina 385
Het woordmerk en de logo's van Bluetooth® zijn interface voor bestuurdersinformatie. gedeponeerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van deze merken door Honda Motor Co., Ltd. Selectiewieltje links: Druk op de knop (Beginscherm) en draai het wieltje omhoog of geschiedt onder licentie.
Pagina 386
uuDisplay AudiouHandsfree telefoonsysteem ■ 1Display HFT-status Display HFT-status Het hangt af van het type telefoon welke informatie wordt Het audio-/informatiescherm bericht u wanneer er een inkomend gesprek is. weergegeven op het audio-/informatiescherm. Bluetooth®-indicator Verschijnt wanneer uw telefoon op HFT is aangesloten. Signaalsterkte Status batterijniveau HFT-modus...
Pagina 387
uuDisplay AudiouHandsfree telefoonsysteem ■ Beperkingen voor handmatige bediening Bepaalde handmatige functies zijn uitgeschakeld of niet beschikbaar terwijl het voertuig rijdt. Een grijs weergegeven optie kan pas worden geselecteerd wanneer het voertuig stilstaat. Alleen eerder in het telefoonboek opgeslagen namen , nummers of Favoriete contacten met spraaklabels kunnen met spraakopdrachten worden gebeld wanneer het voertuig rijdt.
Pagina 388
uuDisplay AudiouHandsfree telefoonsysteem ■ 1HFT-menu’s HFT-menu’s Sommige functies zijn beperkt tijdens het rijden. De voedingsmodus moet op ACCESSOIRE of AAN staan om het systeem te gebruiken. Selecteer Telefoon om het telefoonscherm weer te geven. Recente oproepen Favoriete contacten Instelling Contctn Toetsen...
Pagina 389
uuDisplay AudiouHandsfree telefoonsysteem Recente oproepen: De laatste uitgaande, inkomende en gemiste oproepen worden weergegeven. 2 Bellen via de recente oproepen BLZ. 397 Favoriete contacten: Belt het geselecteerde nummer onder Favoriete contacten. 2 Bellen via Favoriete contacten BLZ. 398 Instellingen: Hiermee wijzigt u de telefooninstellingen. 2 Telefooninstellingenscherm BLZ.
Pagina 390
uuDisplay AudiouHandsfree telefoonsysteem ■ Telefooninstellingenscherm Om het telefooninstellingenscherm weer te geven, selecteert u Instellingen op het telefoonscherm. Apparaten wijzigen: Hiermee koppelt u een nieuwe telefoon aan het systeem en kunt u een apparaat koppelen of loskoppelen of een gekoppeld apparaat verwijderen. 2 Telefoon instellingen BLZ.
Pagina 391
uuDisplay AudiouHandsfree telefoonsysteem ■ Telefoon instellingen ■ Bluetooth®-instellingen U kunt de Bluetooth®-functie in- en uitschakelen. 1. Druk op de knop 2. Selecteer Algemene instellingen. 3. Selecteer Verbindingen. 4. Selecteer Bluetooth. 5. Selecteer Opties. 6. Selecteer Bluetooth en vervolgens AAN. WORDT VERVOLGD...
Pagina 392
3. Zorg dat de telefoon in de modus zoeken of • U kunt de telefoon niet koppelen terwijl het voertuig in vindbaar staat. beweging is. 4. Selecteer Honda HFT op uw telefoon. • Er kunnen maximaal zes telefoons worden gekoppeld. Als u een telefoon via dit audiosysteem wilt •...
Pagina 393
uuDisplay AudiouHandsfree telefoonsysteem ■ Een andere telefoon koppelen dan de 1Een andere telefoon koppelen dan de momenteel gekoppelde momenteel gekoppelde telefoon telefoon 1. Selecteer Telefoon. Als er geen andere telefoons worden gevonden of 2. Selecteer Instelling. gekoppeld als u probeert naar een andere telefoon over te 3.
Pagina 394
uuDisplay AudiouHandsfree telefoonsysteem ■ Automatisch importeren van telefoonboek van mobiele telefoon 1Automatisch importeren van telefoonboek van mobiele telefoon en recente oproepen en recente oproepen Wanneer uw telefoon wordt gekoppeld, worden de inhoud van het telefoonboek en de Bij sommige telefoons moet u deze functie inschakelen om recente oproepen automatisch naar het systeem geïmporteerd.
Pagina 395
uuDisplay AudiouHandsfree telefoonsysteem ■ Automatisch doorverbinden Als u in het voertuig stapt terwijl u aan de telefoon bent, kan het gesprek automatisch naar HFT worden doorverbonden. 1. Selecteer Telefoon. 2. Selecteer Instelling. 3. Selecteer Autom. doorverbinden. 4. Selecteer AAN of UIT. De standaardinstelling is AAN.
Pagina 396
uuDisplay AudiouHandsfree telefoonsysteem ■ Favoriete contacten ■ Favoriete contacten toevoegen Scherm voor recente oproepen 1. Selecteer Telefoon. 2. Selecteer Recente oproepen, Contctn of Toetsen. In het scherm voor recente oproepen of contacten 3. Selecteer het sterpictogram. Op het scherm Toetsen 3.
Pagina 397
uuDisplay AudiouHandsfree telefoonsysteem Scherm Toetsen Toev. aan Favoriete cont. ■ Een favoriet contact bewerken 1. Selecteer Telefoon. 2. Selecteer Favoriete contacten. 3. Selecteer Bewerken voor het favoriete contact dat u wilt bewerken. 4. Selecteer de gewenste instelling. 5. Selecteer OK. ■...
Pagina 398
uuDisplay AudiouHandsfree telefoonsysteem Modellen zonder spraakbedieningssysteem 1Favoriete contacten ■ Spraaklabel toevoegen aan opgeslagen Modellen zonder spraakbedieningssysteem favoriete contacten Vermijd het gebruik van dubbele spraaklabels. 1. Selecteer Telefoon. Vermijd het gebruik van "Home" als spraaklabel. Het is voor het systeem eenvoudiger om een langere naam te 2.
Pagina 399
uuDisplay AudiouHandsfree telefoonsysteem ■ 1Bellen Bellen Zodra een oproep is verbonden, kunt u de stem van de U kunt bellen door een telefoonnummer in te persoon die u belt via de audiospeakers horen. voeren of door gebruik te maken van geïmporteerde Recente oproepen, Favoriete Wanneer er een actieve verbinding is met Apple CarPlay, kunt u niet bellen met het handsfree telefoonsysteem (HFT),...
Pagina 400
uuDisplay AudiouHandsfree telefoonsysteem ■ Bellen via Favoriete contacten 1Bellen via Favoriete contacten 1. Selecteer Telefoon. Modellen zonder spraakbedieningssysteem 2. Selecteer Favoriete contacten. Druk als een spraaklabel is opgeslagen op de knop U kunt de volgorde van favoriete contacten wijzigen door Opn.sort. te selecteren. het nummer te bellen met gebruik van het spraaklabel.
Pagina 401
uuDisplay AudiouHandsfree telefoonsysteem ■ 1Een gesprek aannemen Een gesprek aannemen Oproep in wachtstand Wanneer er een inkomend gesprek is, klinkt er een Selecteer (Opnemen) om het huidige gesprek in de geluidsmelding (indien geactiveerd) en het scherm wacht te zetten en het inkomende gesprek te Inkomend gesprek...
Pagina 402
uuDisplay AudiouHandsfree telefoonsysteem ■ 1Opties tijdens het bellen Opties tijdens het bellen U kunt de pictogrammen op het audio-/informatiescherm selecteren. De volgende opties zijn beschikbaar tijdens het bellen. Toetsenblok: Nummers versturen tijdens een gesprek. Dit is handig als u bijvoorbeeld een menugestuurd telefoonsysteem belt.
Pagina 403
Audio-foutmeldingen iPod/USB-flashdrive Als een fout optreedt tijdens het afspelen van een iPod of USB-flashdrive, dan kunnen de volgende foutmeldingen worden getoond. Neem contact op met een dealer wanneer de foutmelding niet kan worden gewist. Foutmelding Oplossing Verbinden opnieuw proberen Verschijnt wanneer het systeem de iPod niet herkent. Sluit de iPod opnieuw aan. Verschijnt wanneer de bestanden op de USB-flashdrive auteursrechtelijk zijn beschermd of een Onafspeelbaar bestand niet-ondersteunde indeling hebben.
Pagina 404
Algemene informatie over het audiosysteem Compatibele iPod, iPhone en USB-flashdrives ■ 1Compatibiliteit van iPod- en iPhone-modellen Compatibiliteit van iPod- en iPhone-modellen Dit systeem werkt wellicht niet met alle softwareversies van deze apparaten. Model Gemaakt voor iPod touch (5e t/m 6e generatie) die is uitgebracht tussen 2012 en 2015 De Lightning-stekker werkt met iPhone 5, iPhone 5s, iPhone Gemaakt voor 4s/iPhone 5/iPhone 5s/iPhone 5c/iPhone 6/iPhone 6 Plus/iPhone 6S/iPhone 6S 5c, iPhone 6, iPhone 6 Plus, iPhone 6S, iPhone 6S Plus,...
Pagina 406
uuAlgemene informatie over het audiosysteemuCompatibele iPod, iPhone en USB-flashdrives ■ MKV-bestand Media USB-flashdrive BaselineProfile/Level 3, MailProfile/ AdvancedProfile/Level 2, MainProfile/ Profile (MKV-versie) Level 3.1 SimpleProfile/Level 5 (MPEG4) Level Medium, SimpleProfile/Level (MPEG4-AVC) Medium (VC-1) Bestandsextensie (MKV-versie) .mkv Compatibele audio-codec AAC, MP3 Compatibele video-codec MPEG4-AVC (H.264) MPEG4 (ISO/IEC 14496 Part.2) VC-1...
Pagina 407
uuAlgemene informatie over het audiosysteemuOver Open Source-licenties Over Open Source-licenties Volg deze stappen om de informatie over de open source-licentie te zien. 1. Selecteer Algemene instellingen. 2. Selecteer Systeem. 3. Selecteer Info. 4. Selecteer Juridische informatie. 5. Selecteer Licentie.
Pagina 408
uuAlgemene informatie over het audiosysteemuJuridische informatie met betrekking tot Apple CarPlay/Android Auto Juridische informatie met betrekking tot Apple CarPlay/Android Auto ■ LICENTIE-/AANSPRAKELIJKHEIDSINFORMATIE BIJ GEBRUIKERSHANDLEIDING HET GEBRUIK VAN APPLE CARPLAY IS ONDERWORPEN AAN UW INSTEMMING MET DE GEBRUIKSVOORWAARDEN VAN CARPLAY, DIE ZIJN OPGENOMEN ALS ONDERDEEL VAN DE ALGEMENE VOORWAARDEN VAN APPLE iOS.
Pagina 409
ZOVER TOEGESTAAN DOOR DE TOEPASSELIJKE WETGEVING, BIJ U LIGT, EN DAT DE TOEPASSINGEN EN INFORMATIE OVER DE TOEPASSINGEN "ALS ZODANIG" EN "ZOALS BESCHIKBAAR" WORDEN GELEVERD, MET ALLE FOUTEN EN ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE. HONDA WIJST HIERBIJ ELKE VORM VAN GARANTIES EN/OF CONDITIES VAN DE HAND MET BETREKKING TOT DE TOEPASSINGEN EN INFORMATIE OVER DE TOEPASSINGEN, ZOWEL...
Pagina 410
uuAlgemene informatie over het audiosysteemuLicentie-informatie Licentie-informatie ■ Bluetooth Het woordmerk en de logo's van Bluetooth® zijn gedeponeerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van deze merken door Panasonic Automotive Systems Co., Ltd. geschiedt onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn die van hun respectievelijke eigenaars.
Pagina 411
uuAlgemene informatie over het audiosysteemuLicentie-informatie ■ Apple "Made for iPod" en "Made for iPhone" betekenen dat een elektronisch accessoire is ontworpen om te worden aangesloten op respectievelijk een iPod of iPhone en door de ontwikkelaar is gecertificeerd en aan de prestatiestandaarden van Apple voldoet. Apple is niet verantwoordelijk voor het gebruik van dit apparaat of voor de naleving van de veiligheids- en wettelijke normen.
Pagina 412
uuAlgemene informatie over het audiosysteemuLicentie-informatie ■ MPEG Mpeg4 Visual DIT PRODUCT IS IN LICENTIE GEGEVEN ONDER DE MPEG-4 VISUAL PATENT PORTFOLIO- LICENTIE VOOR PERSOONLIJK EN NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK VAN EEN KLANT OM (i) VIDEO TE CODEREN IN OVEREENSTEMMING MET DE MPEG-4 VISUAL-STANDAARD (“MPEG- 4 VIDEO”) EN/OF (ii) MPEG-4 VIDEO TE DECODEREN DIE DOOR EEN CONSUMENT IS GECODEERD IN HET KADER VAN EEN PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN/ OF VERKREGEN IS VAN EEN VIDEOLEVERANCIER AAN WIE EEN LICENTIE IS VERLEEND DOOR...
Pagina 413
uuAlgemene informatie over het audiosysteemuLicentie-informatie AVC/H.264 Dit PRODUCT IS IN LICENTIE GEGEVEN ONDER DE AVC PATENT PORTFOLIO-LICENTIE VOOR PERSOONLIJK EN NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK VAN EEN KLANT OM (i) VIDEO TE CODEREN IN OVEREENSTEMMING MET DE AVC-STANDAARD ("AVC VIDEO") EN/OF (ii) AVC-VIDEO TE DECODEREN DIE DOOR EEN CONSUMENT IS GECODEERD IN HET KADER VAN EEN PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN/OF VERKREGEN IS VAN EEN VIDEOLEVERANCIER AAN WIE EEN LICENTIE IS VERLEEND VOOR HET VERSTREKKEN VAN...
Pagina 414
Noodoproep (eCall) Automatische noodoproep Als uw voertuig bij een botsing betrokken is, 1Noodoproep (eCall) probeert het voertuig een verbinding tot stand te Uw voertuig is uitgerust met het op 112 gebaseerde eCall- brengen met een medewerker van een Public Safety servicesysteem.
Pagina 415
uuNoodoproep (eCall) uAutomatische noodoproep Als het eCall-systeem goed werkt, brandt het controlelampje groen. 1Noodoproep (eCall) • Groen: eCall-systeem is gereed. Ontvangers van gegevens die door het op 112 gebaseerde • Knippert groen: eCall-systeem is verbonden en voert een eCall-met een PSAP-medewerker. eCall-systeem in het voertuig zijn verwerkt, zijn de relevante •...
Pagina 416
uuNoodoproep (eCall) uHandmatige noodoproep Handmatige noodoproep Als u een noodoproep moet doen, kunt u 1Handmatige noodoproep handmatig een verbinding tot stand brengen: Druk Druk NIET op de knop terwijl u rijdt. Als u contact met een op de knop SOS en houd deze meer dan 0,5 medewerker wilt, parkeert u het voertuig op een veilige plek seconden ingedrukt.
Pagina 417
uuNoodoproep (eCall) uHandmatige noodoproep 1Noodoproep (eCall) Gegevensbescherming Het op 112 gebaseerde eCall-systeem in het voertuig is ontworpen met de zekerheid dat: • Gegevens in het systeemgeheugen niet buiten het systeem beschikbaar zijn voordat een eCall wordt geactiveerd. • De gegevens niet kunnen worden getraceerd en niet blootgesteld zijn aan constante tracering tijdens de normale werking.
Pagina 418
Als u vragen hebt over eCall, neem dan contact op met het kantoor in het land waar u woonachtig bent. Raadpleeg het onderhoudsboekje of de website van de plaatselijke Honda- dealer voor een lijst met kantoren. * Niet beschikbaar op alle modellen...
Pagina 419
Aanbeveling tanken Uw voertuig is uitgerust met een functie die automatisch berekent wanneer u moet tanken. 1Aanbeveling tanken Deze functie waarschuwt u wanneer tanken wordt aanbevolen en geeft u de mogelijkheid om U kunt de functie Aanbeveling tanken in- en uitschakelen. te zoeken naar tankstations in de buurt van uw voertuig.
Pagina 421
Voeding inschakelen ......431 Hoogspanningsaccu......478 Antiblokkeersysteem (ABS) ....581 Beeld koplampen afstellen ....479 Voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden ..434 Remondersteuningssysteem....582 Honda Sensing ........481 Transmissie .......... 436 Noodstopsignaal........583 Botsingsbeperkingssysteem (CMBS) ....486 Schakelen ..........437 Uw voertuig parkeren Remregeling lage snelheid ....499 Flipper voor vertraging ......
Pagina 422
Vóór het rijden Voorbereidingen voor het rijden Controleer de volgende items voordat u gaat rijden. ■ 1Controles buitenkant Controles buitenkant ATTENTIE • Controleer of er obstakels op de ruiten, buitenspiegels, buitenverlichting of andere Wanneer de portieren dichtgevroren zijn, gebruikt u warm onderdelen van het voertuig zitten.
Pagina 423
uuVóór het rijdenuVoorbereidingen voor het rijden ■ 1Controles binnenkant Controles binnenkant De lichtbundel van de koplampen is door de fabrikant • Berg alle voorwerpen aan boord zorgvuldig op of sjor ze zorgvuldig vast. afgesteld en hoeft niet bijgesteld te worden. Vervoert u Te veel bagage vervoeren, of bagage verkeerd laden, kan de rijeigenschappen, de echter regelmatig zware voorwerpen in de bagageruimte of stabiliteit, het remvermogen en de levensduur van uw voertuigbanden nadelig...
Pagina 424
uuVóór het rijdenuVoorbereidingen voor het rijden • Controleer of voorwerpen die achter de voorstoelen op de vloer zijn gelegd niet onder de voorstoelen kunnen doorrollen. Ze kunnen de bestuurder hinderen bij de bediening van de pedalen, het afstellen van de stoelen of de bediening van de sensoren onder de stoelen.
Pagina 425
uuVóór het rijdenuMaximum laadgewicht Maximum laadgewicht Wanneer u bagage inlaadt, mag het totale gewicht van het voertuig, alle passagiers en bagage 1Maximum laadgewicht niet het toegestane maximumgewicht overschrijden. WAARSCHUWING 2 Specificaties BLZ. 712 Overladen of onjuist laden kan de wegligging en De belasting voor de voor- en achterassen mag evenmin het toegestane maximumgewicht van de stabiliteit nadelig beïnvloeden en kan leiden de as overschrijden.
Pagina 426
Aanhanger/caravan trekken Voorbereiding voor trekken ■ 1Maximumtrekgewichten Maximumtrekgewichten WAARSCHUWING Uw voertuig kan een aanhanger/caravan trekken als u de maximumlaadgewichten zorgvuldig naleeft, de juiste uitrusting gebruikt en de richtlijnen voor het trekken opvolgt. Controleer vóór Overschrijding van het maximum laadgewicht of het rijden het maximumlaadgewicht.
Pagina 427
uuAanhanger/caravan trekkenuVoorbereiding voor trekken ■ Kogeldruk van de aanhanger/caravan 1Maximumtrekgewichten De kogeldruk van de aanhanger/caravan mag nooit Als u een aanhanger in de bergen trekt, dient u de meer dan 100 kg bedragen. Dit is de hoeveelheid gezamenlijke gewichten van het voertuig en de aanhanger gewicht die de aanhanger/caravan op de trekhaak met 10% van het maximumtrekgewicht te verminderen voor elke 1000 meter verhoging.
Pagina 428
uuAanhanger/caravan trekkenuVoorbereiding voor trekken ■ 1Trekuitrusting en accessoires Trekuitrusting en accessoires Controleer of alle uitrusting goed is geïnstalleerd en De trekuitrusting verschilt afhankelijk van de afmetingen van uw aanhanger/caravan, hoeveel onderhouden en dat deze voldoet aan de wet- en lading u vervoert en waar u met uw aanhanger/caravan rijdt. regelgeving van het land waar u rijdt.
Pagina 429
uuAanhanger/caravan trekkenuVeilig rijden met een aanhanger/caravan Veilig rijden met een aanhanger/caravan ■ 1Veilig rijden met een aanhanger/caravan Wat u moet weten voordat u een aanhanger/caravan gaat trekken De rijsnelheid bij het slepen van een aanhanger/caravan is • Laat de aanhanger/caravan op de juiste wijze onderhouden en houd de aanhanger/caravan beperkt tot 100 km/h.
Pagina 430
uuAanhanger/caravan trekkenuVeilig rijden met een aanhanger/caravan ■ 1Treksnelheden en -versnellingen Treksnelheden en -versnellingen Rijd niet sneller dan 88 km/h wanneer u een aanhanger met • Rijd langzamer dan gewoonlijk. vaste zijkanten (bijv. een caravan) trekt. Bij hogere snelheden • Houd de aangegeven snelheidslimieten voor voertuigen met aanhanger/caravan in acht. kan de aanhanger gaan slingeren of het rijgedrag van de •...
Pagina 431
Richtlijnen voor off-road Algemene informatie Uw voertuig is in eerste instantie ontworpen voor gebruik op verharde wegen, maar door de 1Richtlijnen voor off-road hogere grondspeling kunt u er zo nu en dan mee op onverharde wegen rijden. Het voertuig is WAARSCHUWING niet ontworpen voor trail-blazing (paden banen) of andere uitdagende off-road-activiteiten.
Pagina 432
uuRichtlijnen voor off-roaduProblemen vermijden Problemen vermijden • Controleer uw voertuig voordat u de verharde weg verlaat en verzeker u ervan dat al het geplande onderhoud is voltooid. Let in het bijzonder op de conditie van de banden en controleer de bandenspanning. •...
Pagina 433
Tijdens het rijden Voeding inschakelen 1. Controleer of de parkeerrem is ingeschakeld. 1Voeding inschakelen Het controlelampje van de parkeerrem en het Houd uw voet stevig op het rempedaal wanneer u het remsysteem (rood) gaat gedurende 30 voedingssysteem start. seconden branden wanneer u de schakelaar De motor start moeizamer in koud weer en in dunnere lucht van de elektronische parkeerrem omhoog op hoogten boven 2400 meter.
Pagina 434
uuTijdens het rijdenuVoeding inschakelen 3. Druk zonder het gaspedaal in te trappen op de 1Voeding inschakelen knop POWER terwijl u het rempedaal intrapt. De motor loopt mogelijk niet als het voertuig klaar is om te rijden. U kunt beginnen met rijden als het controlelampje brandt.
Pagina 435
uuTijdens het rijdenuVoeding inschakelen ■ 1Vanuit stilstand wegrijden Vanuit stilstand wegrijden U kunt de parkeerrem ook vrijzetten door op de schakelaar 1. Houd uw rechtervoet op het rempedaal, controleer of het controlelampje brandt en zet van de elektronische parkeerrem te drukken terwijl u het vervolgens de transmissie in .
Pagina 436
uuTijdens het rijdenuVoorzorgsmaatregelen tijdens het rijden Voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden ■ 1Voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden Richtlijnen voor het rijden met uw SUV LET OP: Rijd niet op een wegdek waar het water diep is. Het SUV's slaan aanmerkelijk vaker over de kop dan andere voertuigtypen. Om verlies van de rijden door diep water veroorzaakt schade aan de motor en controle over het voertuig of over de kop slaan te voorkomen: elektrische uitrusting en het voertuig gaat kapot.
Pagina 437
uuTijdens het rijdenuVoorzorgsmaatregelen tijdens het rijden ■ 1Voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden In de regen Vermijd tijdens de eerste 1000 km plotselinge acceleratie of Bij regen is de weg glad. Vermijd hard remmen, snelle acceleratie en abrupt sturen en rijd extra volgas om schade aan de motor of de aandrijflijn te voorzichtig.
Pagina 438
uuTijdens het rijdenuTransmissie Transmissie ■ Kruipen Net als bij een conventioneel benzine-aangedreven voertuig met een automatische transmissie, kruipt dit voertuig. Houd het rempedaal goed ingetrapt wanneer u bent gestopt. ■ Kickdown Het gaspedaal snel intrappen bij het rijden op een helling kan tot gevolg hebben dat het voertuig op een wijze reageert die vergelijkbaar is met een voertuig met automatische transmissie, waardoor de voertuigsnelheid onverwacht kan toenemen.
Pagina 439
uuTijdens het rijdenuSchakelen Schakelen Pas de versnelling aan overeenkomstig uw rijomstandigheden. 1Schakelen ■ WAARSCHUWING Schakelknopposities Parkeren Het voertuig kan wegrollen als het onbeheerd Wordt gebruikt tijdens het parkeren of bij het in/ wordt achtergelaten zonder te bevestigen dat uitschakelen van de voeding. de parkeerstand is ingeschakeld.
Pagina 440
uuTijdens het rijdenuSchakelen ■ Knop (parkeren) 1Schakelen De gekozen versnelling wordt gewijzigd in De zoemer klinkt en er verschijnt een bericht op de interface wanneer u op de knop drukt terwijl het voertuig voor bestuurdersinformatie als u het gaspedaal intrapt met is geparkeerd met de voedingsmodus in de stand de schakelhendel in de stand Waarschuwings- en informatiemeldingen...
Pagina 441
uuTijdens het rijdenuSchakelen ■ 1Schakelen Schakelen ATTENTIE Als u de transmissie van naar schakelt en omgekeerd, dient u het voertuig volledig te stoppen en het rempedaal ingetrapt te houden. Door te schakelen voordat het voertuig volledig stilstaat, kan schade aan de transmissie ontstaan. Houd tijdens het schakelen naar altijd uw voet op het rempedaal totdat u hebt gezien dat...
Pagina 442
uuTijdens het rijdenuSchakelen ■ Openen van het bestuurdersportier 1Openen van het bestuurdersportier Als u het bestuurdersportier opent onder de volgende omstandigheden, wordt de transmissie Het systeem is ontworpen om automatisch te schakelen naar automatisch in de stand gezet. de stand onder de beschreven omstandigheden, maar Als u de schakelstand handmatig wijzigt vanuit de stand met het rempedaal...
Pagina 443
uuTijdens het rijdenuSchakelen ■ Restricties bij het selecteren van een schakelstand U kunt een schakelstand niet selecteren onder bepaalde omstandigheden die kunnen leiden tot een ongeval. Wanneer de 3. De schakelstand 1. Onder de volgende 2. Als u het volgende probeert De schakelstand transmissie staat in blijft/wordt gewijzigd...
Pagina 444
uuTijdens het rijdenuFlipper voor vertraging Flipper voor vertraging Zodra u het gaspedaal loslaat, kunt u de mate van vertraging regelen zonder uw handen van 1Flipper voor vertraging het stuurwiel te halen. Met behulp van de flipper voor vertraging op het stuurwiel kunt u LET OP achtereenvolgens door vier vertragingsfasen schakelen.
Pagina 445
uuTijdens het rijdenuFlipper voor vertraging Wanneer gebruiken WORDT VERVOLGD...
Pagina 446
uuTijdens het rijdenuFlipper voor vertraging Schakelstand is in Als de SPORT-modus UIT is, verschijnt de vertragingsfase. Vertragingsfase Als de SPORT-modus AAN is, verschijnen de vertragingsfase en M. Flipper Vergroot de vertragingsfase door aan de flipper (linkerkant) te trekken Verklein de vertragingsfase door aan de flipper (rechterkant) te trekken Modellen met meter type A Modellen met meter type B...
Pagina 447
uuTijdens het rijdenuFlipper voor vertraging ■ Als de SPORT-modus UIT is Als u aan de flipper trekt, verandert de mate van vertraging tijdelijk, en verschijnt de fase op de meter. Wanneer u de flipper voor vertraging wilt annuleren, trek dan gedurende enkele seconden aan de knop (rechterkant).
Pagina 448
uuTijdens het rijdenuAkoestisch voertuigwaarschuwingssysteem Akoestisch voertuigwaarschuwingssysteem Waarschuwt voetgangers wanneer een voertuig uitsluitend door elektriciteit wordt aangedreven en met een snelheid nadert van circa 25 km/h of minder.
Pagina 449
uuTijdens het rijdenuRijmodusschakelaar Rijmodusschakelaar Druk op de rijmodusschakelaar om de juiste modus te selecteren. De modus die u selecteert 1Rijmodusschakelaar verschijnt op de interface voor bestuurdersinformatie. De modus kan onder bepaalde rijomstandigheden niet worden gewijzigd. ■ Als er een storing in het voertuigsysteem optreedt, verschijnt De rijmodus selecteren het volgende bericht ook op de interface voor bestuurdersinformatie en kunt u geen andere modus...
Pagina 450
uuTijdens het rijdenuRijmodusschakelaar SPORT-modus NORMAAL-modus ECON-modus SNEEUW-modus Rijmodusschakelaar ■ SPORT-modus Verbetert de reactiesnelheid op de input van de bestuurder. ■ NORMAAL-modus Optimaliseert de balans tussen rijprestaties en comfort.
Pagina 451
uuTijdens het rijdenuRijmodusschakelaar ■ ECON-modus 1ECON-modus In de ECON-modus is het klimaatregelsysteem minder Helpt om zuinig te rijden. effectief en accelereert het voertuig minder snel. ■ 1SNEEUW-modus SNEEUW-modus ATTENTIE Maximaliseert de bestuurbaarheid op besneeuwde De SNEEUW-modus betekent niet dat u in alle wegen door de instellingen van de aandrijflijn.
Pagina 452
uuTijdens het rijdenuRijmodusschakelaar ■ Modus volgende start De modus voor de volgende start wordt opgeslagen volgens de volgende tabel. Modellen met rijpositiegeheugensysteem Op elke afstandsbediening wordt een eigen modus opgeslagen. Laatste modus Volgende modus SPORT NORMAAL NORMAAL NORMAAL ECON ECON SNEEUW NORMAAL...
Pagina 453
uuTijdens het rijdenuHill Descent Control-systeem Hill Descent Control-systeem Bij het afrijden van hellingen waarbij het afremmen op de motor niet voldoende is om het 1Hill Descent Control-systeem voertuig af te remmen, helpt dit systeem om een constante voertuigsnelheid te handhaven WAARSCHUWING zonder dat u het rempedaal hoeft in te trappen.
Pagina 454
uuTijdens het rijdenuHill Descent Control-systeem ■ 1Hill Descent Control gebruiken Hill Descent Control gebruiken ■ Als u het systeem gedurende langere tijd herhaaldelijk Systeem inschakelen gebruikt, kunnen de remmen opwarmen en kan het systeem Wanneer de voertuigsnelheid lager is dan ongeveer tijdelijk in de stand-bymodus worden gezet.
Pagina 455
uuTijdens het rijdenuInstelbare snelheidsbegrenzer Instelbare snelheidsbegrenzer Dit systeem laat u een maximumsnelheid instellen, die niet kan worden overschreden, zelfs al 1Instelbare snelheidsbegrenzer trapt u het gaspedaal in. WAARSCHUWING De snelheidslimiet van het voertuig kan worden ingesteld tussen ongeveer 30 km/h en ongeveer 250 km/h.
Pagina 456
uuTijdens het rijdenuInstelbare snelheidsbegrenzer ■ 1De snelheidslimiet instellen De snelheidslimiet instellen Als u de snelheidslimiet instelt terwijl u minder dan 30 km/h rijdt, wordt de snelheidslimiet ingesteld op 30 km/h. De instelbare snelheidsbegrenzer wordt op de huidige snelheid ingesteld als deze hoger is dan de eerder ingestelde snelheidslimiet, wanneer u de schakelaar RES/+/SET/- omhoog drukt.
Pagina 457
uuTijdens het rijdenuInstelbare snelheidsbegrenzer ■ De snelheidslimiet aanpassen Verhoog of verlaag de snelheidslimiet met de schakelaar RES/+/SET/- op het stuurwiel. Snelheid verhogen Snelheid verlagen • Telkens wanneer u op de schakelaar RES/+/SET/- drukt, wordt de snelheidslimiet met ongeveer 1 km/h verhoogd of verlaagd. •...
Pagina 458
uuTijdens het rijdenuInstelbare snelheidsbegrenzer ■ 1Tijdelijk de snelheidslimiet overschrijden Tijdelijk de snelheidslimiet overschrijden De zoemer klinkt als de voertuigsnelheid hoger wordt dan de De snelheidslimiet kan worden overschreden door het gaspedaal volledig in te trappen. ingestelde snelheidslimiet wanneer het gaspedaal volledig De weergegeven snelheidslimiet knippert.
Pagina 459
uuTijdens het rijdenuInstelbare snelheidsbegrenzer ■ 1Annuleren Annuleren De instelbare snelheidsbegrenzer schakelt over naar Adaptive Voor het annuleren van de instelbare Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow of intelligente snelheidsbegrenzer gaat u op een van de volgende snelheidsbegrenzer als de knop LIM wordt ingedrukt. manieren te werk: Hervatten van de vooraf ingestelde snelheid: •...
Pagina 460
uuTijdens het rijdenuInstelbare snelheidsbegrenzer 1Annuleren Modellen met meter type B Controlelampje van de instelbare snelheidsbegrenzer (wit) Eerder ingestelde snelheid (grijs) Als er een probleem met het systeem optreedt wanneer u de instelbare snelheidsbegrenzer gebruikt, klinkt de zoemer en gaat OFF aan. De instelbare snelheidsbegrenzer wordt uitgezet. Modellen met meter type A Controlelampje van de instelbare snelheidsbegrenzer (wit)
Pagina 461
uuTijdens het rijdenuInstelbare snelheidsbegrenzer 1Annuleren Modellen met meter type B Controlelampje van de instelbare snelheidsbegrenzer (wit)
Pagina 462
uuTijdens het rijdenuIntelligente snelheidsbegrenzer Intelligente snelheidsbegrenzer Stelt automatisch de snelheidslimiet in die gedetecteerd wordt door het 1Intelligente snelheidsbegrenzer verkeersbordenherkenningssysteem. De snelheidslimiet kan niet worden overschreden, zelfs WAARSCHUWING niet als u het gaspedaal intrapt. Als u het gaspedaal volledig intrapt, kan de snelheidslimiet worden overschreden.
Pagina 463
uuTijdens het rijdenuIntelligente snelheidsbegrenzer 1Intelligente snelheidsbegrenzer Het systeem is ontworpen om borden te detecteren die voldoen aan de normen van de Weense Conventie. Mogelijk worden niet alle verkeersborden gedetecteerd, maar alle verkeersborden aan de rand van de weg zouden niet mogen worden genegeerd.
Pagina 464
uuTijdens het rijdenuIntelligente snelheidsbegrenzer ■ 1Intelligente snelheidsbegrenzer De snelheidslimiet instellen Gebruik de intelligente snelheidsbegrenzer niet in gebieden van andere eenheden dan de display-eenheid van de intelligente snelheidsbegrenzer. Verander de weergegeven meting van de ingestelde voertuigsnelheid in dezelfde eenheden als de rijgebieden. Eenheden snelheid/afstand BLZ.
Pagina 465
uuTijdens het rijdenuIntelligente snelheidsbegrenzer ■ Wanneer het verkeersbordenherkenningssysteem het nieuwe verkeersbord met 1De snelheidslimiet instellen een snelheidslimiet detecteert De intelligente snelheidsbegrenzer kan ook in pauze De intelligente snelheidsbegrenzer wordt ingesteld op de snelheidslimiet die gedetecteerd geschakeld worden wanneer het wordt door het verkeersbordenherkenningssysteem. verkeersbordenherkenningssysteem alleen extra verkeersborden met een snelheidslimiet detecteert.
Pagina 466
uuTijdens het rijdenuIntelligente snelheidsbegrenzer ■ De snelheidsbegrenzingsfunctie wordt mogelijk gepauzeerd als er geen verkeersbord met een snelheidslimiet wordt weergegeven op het scherm van het verkeersbordenherkenningssysteem wanneer: • Het einde van een snelheidslimiet of andere limiet is gedetecteerd. • Uw voertuig een weg met een andere snelheidslimiet in of uit rijdt. •...
Pagina 467
uuTijdens het rijdenuIntelligente snelheidsbegrenzer ■ Wanneer het verkeersbordenherkenningssysteem het verkeersbord met de snelheidslimiet detecteert terwijl de intelligente snelheidsbegrenzer in pauze staat De snelheidsbegrenzingsfunctie en de waarschuwingsfunctie worden automatisch hervat. Modellen met meter type A Modellen met meter type B WORDT VERVOLGD...
Pagina 468
uuTijdens het rijdenuIntelligente snelheidsbegrenzer ■ 1Tijdelijk de snelheidslimiet overschrijden Tijdelijk de snelheidslimiet overschrijden De zoemer klinkt als de voertuigsnelheid hoger wordt dan de De snelheidslimiet kan worden overschreden door het gaspedaal volledig in te trappen. ingestelde snelheidslimiet wanneer het gaspedaal volledig De weergegeven snelheidslimiet knippert.
Pagina 469
uuTijdens het rijdenuIntelligente snelheidsbegrenzer 1Annuleren Modellen met meter type B Controlelampje intelligente snelheidsbegrenzer (wit) Als er een probleem met het systeem of het verkeersbordenherkenningssysteem optreedt wanneer u de intelligente snelheidsbegrenzer gebruikt, klinkt de zoemer en gaat OFF aan. De intelligente snelheidsbegrenzer wordt uitgeschakeld.
Pagina 470
uuTijdens het rijdenuVoertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA) Voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA) VSA helpt het voertuig in bochten te stabiliseren indien het voertuig meer of minder draait dan 1Voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA) was bedoeld. Het helpt ook bij het handhaven van tractie op gladde wegdekken. Dit gebeurt Het is mogelijk dat het VSA-systeem niet goed functioneert door regeling van het vermogen van benzinemotor en elektromotor en selectieve toepassing bij gemengde bandtypes en bandmaten.
Pagina 471
uuTijdens het rijdenuVoertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA) ■ 1Voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA) VSA Aan en Uit Onder bepaalde ongewone omstandigheden, bijv. wanneer Deze knop bevindt zich op het instrumentenpaneel uw voertuig vastraakt in ondiepe modder of verse sneeuw, aan bestuurderszijde. Als u VSA-functies kan het eenvoudiger zijn het voertuig los te krijgen met VSA gedeeltelijk wilt in- en uitschakelen, houdt u deze tijdelijk uitgeschakeld.
Pagina 472
uuTijdens het rijdenuAgile Handling Assist Agile Handling Assist Remt, indien nodig, licht op de voorwielen als u aan het stuurwiel draait en helpt de stabiliteit 1Agile Handling Assist en prestaties van het voertuig tijdens het nemen van bochten te ondersteunen. Het Agile Handling Assist-systeem kan niet in alle rijsituaties de stabiliteit verbeteren.
Pagina 473
uuTijdens het rijdenuWaarschuwingssysteem voor bandenspanning Waarschuwingssysteem voor bandenspanning Het waarschuwingssysteem voor bandenspanning van dit voertuig meet niet rechtstreeks de 1Waarschuwingssysteem voor bandenspanning bandenspanning, maar controleert en vergelijkt de afrolradius en Het systeem controleert de banden niet tijdens het rijden bij omwentelingseigenschappen van elk wiel en elke band tijdens het rijden om te bepalen of één lage snelheid.
Pagina 474
uuTijdens het rijdenuWaarschuwingssysteem voor bandenspanning Ga als volgt te werk wanneer u het 1Waarschuwingssysteem voor bandenspanning waarschuwingssysteem voor bandenspanning Het controlelampje lage bandenspanning/waarschuwing kalibreert. bandenspanning kan vertraagd gaan branden of helemaal 2 Instelbare functies BLZ. 365 niet gaan branden als: •...
Pagina 475
uuTijdens het rijdenuDode hoek-informatiesysteem Dode hoek-informatiesysteem Als het systeem detecteert dat er voertuigen in de aangrenzende rijstroken uw voertuig van 1Dode hoek-informatiesysteem achteren naderen, gaat het betreffende controlelampje branden wanneer u van rijstrook Belangrijke veiligheidsherinnering verandert. Net als alle assistentiesystemen heeft het dode hoek- informatiesysteem beperkingen.
Pagina 476
uuTijdens het rijdenuDode hoek-informatiesysteem ■ 1Hoe het systeem werkt Hoe het systeem werkt Schakel het systeem uit wanneer u een aanhanger/caravan Het systeem wordt geactiveerd wanneer het voertuig met een snelheid van ongeveer 20 km/h trekt. of hoger vooruit rijdt. Het is mogelijk dat het systeem niet goed werkt wanneer: •...
Pagina 477
uuTijdens het rijdenuDode hoek-informatiesysteem ■ Wanneer het systeem een voertuig detecteert 1Dode hoek-informatiesysteem Waarschuwingslampje dode hoek- Voor een juiste werking van het dode hoek- informatiesysteem: informatiesysteem: • Bevindt zich op de buitenspiegels aan beide zijden. Houd de achterbumper en het gebied rond de radarsensoren altijd schoon.
Pagina 478
uuTijdens het rijdenuDode hoek-informatiesysteem ■ 1Dode hoek-informatiesysteem Dode hoek-informatiesysteem aan en uit U kunt de instelling van het dode hoek-informatiesysteem U kunt het systeem in- en uitschakelen met behulp van de interface voor wijzigen. bestuurdersinformatie. Instelbare functies BLZ. 365 2 Display wijzigen BLZ. 146, 168 2 Veiligheidsondersteuning BLZ.
Pagina 479
uuTijdens het rijdenuDode hoek-informatiesysteem ■ Omstandigheden en beperkingen van het dode hoek- informatiesysteem Het controlelampje van het dode hoek-informatiesysteem kan onder de volgende omstandigheden mogelijk niet gaan branden: • Er is een groot snelheidsverschil tussen uw voertuig en het voertuig op de naastgelegen rijstrook.
Pagina 480
uuTijdens het rijdenuHoogspanningsaccu Hoogspanningsaccu De hoogspanningsaccu loopt geleidelijk leeg, zelfs als het voertuig niet in gebruik is. Als gevolg 1Hoogspanningsaccu hiervan wordt, als uw voertuig gedurende een langere periode staat geparkeerd, het Let erop dat u de hoogspanningsaccu niet te veel ontlaadt. laadniveau van de accu laag.
Pagina 481
uuTijdens het rijdenuBeeld koplampen afstellen Beeld koplampen afstellen Het besturen van een voertuig met het stuur rechts in rechts verkeer of een voertuig met het 1Beeld koplampen afstellen stuur links in links verkeer veroorzaakt schittering van koplampen bij tegenliggers. U dient met Zorgt dat u de tape niet op de verkeerde plek aanbrengt.
Pagina 482
uuTijdens het rijdenuBeeld koplampen afstellen Type met stuur rechts Middelpunt 10 mm 40 mm 58,5 mm 43 mm 10 mm 40 mm 58,5 mm 24,5 mm 1. Maak twee stukken afdektape klaar, zoals afgebeeld. Gebruik verduisterend afdektape, zoals waterdicht afdichttape. 2.
Pagina 483
Honda Sensing Honda Sensing is een bestuurdersondersteuningssysteem dat gebruik maakt van twee verschillende sensoren: De sonarsensoren in de voor- en achterbumper en in de voorgrille, en een groothoekcamera die aan de binnenkant van de voorruit, achter de achteruitkijkspiegel is gemonteerd.
Pagina 484
uuHonda Sensingu ■ Bedieningsschakelaars voor Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow/Lane Keeping Assist System (LKAS)/Traffic Jam Assist Modellen met meter type A Knop Druk hierop om de stand-bymodus voor ACC met Low Speed Follow te activeren. Of druk hierop om het systeem te annuleren. Knop LKAS Druk hierop om de stand-bymodus voor LKAS en Traffic Jam Assist te activeren.
Pagina 485
uuHonda Sensingu Modellen met meter type B WORDT VERVOLGD...
Pagina 486
uuHonda Sensingu ■ 1Informatie op meter Informatie op meter Modellen met head-updisplay U kunt de huidige status van de Adaptive Cruise Modellen met meter type A Op het head-updisplay kan de huidige status van elke functie Control (ACC) met Low Speed Follow, het Lane worden weergegeven.
Pagina 487
uuHonda Sensingu Geeft aan of er wel of geen voorliggend voertuig Modellen met meter type B wordt gedetecteerd. Modellen met meter type B • Doelvoertuig voor regeling: Wit en groen omlijnd • Doelvoertuig buiten regeling: Grijs Geeft aan dat ACC met Low Speed Follow de ingestelde voertuigsnelheid toont.
Pagina 488
uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) Botsingsbeperkingssysteem (CMBS) Het systeem kan u helpen wanneer het bepaalt dat een risico bestaat dat uw voertuig botst 1Botsingsbeperkingssysteem (CMBS) tegen een voorligger (ook motorfietsen), een tegenligger, een voertuig dat nadert aan de Belangrijke veiligheidsherinnering zijkant, voetgangers of een fiets (rijdende fiets). Het CMBS is ontwikkeld om de ernst van een onvermijdbare Het CMBS is ontwikkeld om u te waarschuwen wanneer de kans op een botsing bestaat en om botsing te verminderen.
Pagina 489
uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ Hoe het systeem werkt 1Hoe het systeem werkt De groothoekcamera aan de voorzijde in het CMBS is tevens ontworpen om voetgangers te detecteren. Onder bepaalde omstandigheden is het echter mogelijk dat deze functie voor voetgangersdetectie niet wordt geactiveerd of een voetganger vóór uw voertuig niet detecteert.
Pagina 490
uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) Het CMBS wordt geannuleerd wanneer uw voertuig stopt of het systeem vaststelt dat er geen kans meer is op een aanrijding. Het CMBS kan ook worden geannuleerd wanneer een bestuurder het stuurwiel en het rem- of gaspedaal bedient om een botsing te voorkomen. ■...
Pagina 491
uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ Waarschuwingsfasen bij botsingen Het systeem heeft drie waarschuwingsfasen voor een mogelijke botsing. Afhankelijk van de omstandigheden kan het echter gebeuren dat het CMBS niet alle fasen doorloopt voordat de laatste fase begint. CMBS Afstand tussen voertuigen De sensoren detecteren Hoorbare en visuele WAARSCHUWINGEN Remmen...
Pagina 492
uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ 1Botsingsbeperkingssysteem (CMBS) CMBS Aan en Uit U kunt het CMBS niet uitschakelen tijdens het rijden. U kunt het systeem in- en uitschakelen met behulp van de interface voor bestuurdersinformatie. Het CMBS wordt mogelijk automatisch uitgeschakeld en het 2 Display wijzigen BLZ.
Pagina 493
uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ CMBS-omstandigheden en -beperkingen In de volgende situaties kan de groothoekcamera aan de voorzijde de voertuigen, voetgangers, rijdende fietsen of wegomstandigheden mogelijk niet goed detecteren, waardoor het CMBS mogelijk niet goed werkt. 2 Groothoekcamera voorzijde BLZ. 570 ■...
Pagina 494
uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ Staat van het voertuig 1Botsingsbeperkingssysteem (CMBS) • Rijden in de nacht of onder donkere omstandigheden (zoals in tunnels) met de koplampen Zorg ervoor dat alle banden van dezelfde maat en hetzelfde uitgeschakeld. type en merk zijn en dat deze gelijkmatig zijn versleten. •...
Pagina 495
uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ Voorbeelden van beperkingen met betrekking tot de juiste detectie door de groothoekcamera aan de voorzijde als gevolg van de toestand van de voorligger, tegenliggers, een voertuig dat u van opzij nadert, voetgangers of rijdende fietsen • De afstand tussen uw voertuig en de voorligger (inclusief motorfietsen), tegenligger, het voertuig dat u van opzij nadert, voetganger of de rijdende fiets vóór u is te klein.
Pagina 496
uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ Voorbeelden van andere beperkingen met betrekking tot detectie of werking van het systeem • Wanneer de voorligger (inclusief motorfietsen) een kleine motorfiets, een motorfiets met een zijspan, een rolstoel of ander voertuig met een speciale vorm is. •...
Pagina 497
uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ Automatische uitschakeling Het CMBS wordt mogelijk automatisch uitgeschakeld en het controlelampje van de veiligheidsondersteuning (amber) en het controlelampje van het botsingsbeperkingssysteem (amber) gaan branden en blijven branden wanneer: • U gedurende een lange periode offroad of op een bergweg of een bochtige of slingerende weg rijdt.
Pagina 498
uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) ■ Met kleine kans op een botsing Zelfs als de kans op een botsing gering is, wordt het CMBS onder de volgende omstandigheden mogelijk toch geactiveerd. Het systeem kan ook worden geactiveerd als het een kans op een botsing met voetgangers, rijdende fietsen of voertuigen detecteert.
Pagina 499
uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) • Wanneer uw voertuig voertuigen, voetgangers of rijdende fietsen nadert. • Wanneer voertuigen, voetgangers of rijdende fietsen voor u langskomen. • Wanneer u met hoge snelheid onder een lage overdekking of door een smalle poort rijdt. • Als er verkeersborden of constructies zoals vangrails naast de weg langs een bocht staan.
Pagina 500
uuHonda SensinguBotsingsbeperkingssysteem (CMBS) • Bij het naderen van stilstaande voertuigen of muren, zoals bij het parkeren. • Er nadert een voertuig vanaf de zijkant terwijl het door een bocht rijdt. • U passeert een voertuig (inclusief motorfietsen), voetganger of fiets die naar links of rechts afslaat.
Pagina 501
uuHonda SensinguRemregeling lage snelheid Remregeling lage snelheid De radarsensoren van het systeem op de voor- en achterbumper en de voorgrille van het 1Remregeling lage snelheid voertuig detecteren de kans op een botsing met een muur of andere obstakels tijdens normaal WAARSCHUWING rijden of wanneer het gaspedaal met te veel kracht wordt ingetrapt.
Pagina 502
uuHonda SensinguRemregeling lage snelheid ■ 1Remregeling lage snelheid Hoe het systeem werkt Zie de volgende pagina voor informatie over de juiste ■ Remregeling lage snelheid hantering van de sonarsensoren. De remregeling lage snelheid geeft zichtbare en hoorbare waarschuwingen wanneer de Sonarsensoren BLZ.
Pagina 503
uuHonda SensinguRemregeling lage snelheid ■ Gasklepregeling botsingsbeperking en gasklepregeling botsingsbeperking achter Wanneer het voertuig stilstaat of de snelheid lager dan 10 km/h is en zich in de buurt van de voor- of achterkant een obstakel zoals een muur bevindt of wanneer het gaspedaal te hard wordt ingetrapt, geeft het systeem een zichtbare en hoorbare waarschuwing.
Pagina 504
uuHonda SensinguRemregeling lage snelheid Wanneer alleen de sensoren achter worden uitgeschakeld met behulp van het parkeersensorsysteem, werken de gasklepregeling botsingsbeperking en gasklepregeling botsingsbeperking achter niet tijdens het achteruitrijden. 2 Parkeersensorsysteem aan en uit BLZ. 587 ■ 1Het systeem in- en uitschakelen Het systeem in- en uitschakelen De remregeling lage snelheid wordt mogelijk tijdelijk U kunt het systeem in- en uitschakelen met behulp van de interface voor...
Pagina 505
uuHonda SensinguRemregeling lage snelheid ■ 1Voorwaarden voor annuleren Voorwaarden voor annuleren Zodra de remregeling lage snelheid en gasklepregeling Voorwaarden voor gasklepregeling botsingsbeperking en gasklepregeling botsingsbeperking botsingsbeperking voor een obstakel zijn geactiveerd, achter. worden ze niet nogmaals voor hetzelfde obstakel • Het gaspedaal wordt niet langer ingedrukt.
Pagina 506
uuHonda SensinguRemregeling lage snelheid ■ Voorbeelden van situaties waarin de sonarsensor geen obstakels kan detecteren • De sonarsensor is vuil (bedekt met sneeuw, water, modder, enz.). • Het voertuig is te warm of te koud. • Er wordt snel aan het stuurwiel gedraaid wanneer het voertuig een obstakel onder een hoek nadert.
Pagina 507
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow Dit systeem helpt bij het handhaven van een constante snelheid van het voertuig en een 1Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow ingestelde afstand tussen uw voertuig en een voertuig dat voor u is gedetecteerd.
Pagina 508
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow ■ Het systeem inschakelen 1Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow WAARSCHUWING Het verlaten van een voertuig dat tot stilstand is gebracht terwijl ACC met Low Speed Follow actief is, kan ertoe leiden dat het voertuig wegrijdt zonder bestuurder.
Pagina 509
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow 1Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow Er is meer informatie beschikbaar over het omgaan met de groothoekcamera aan de voorzijde waarmee dit systeem is uitgerust. Groothoekcamera voorzijde BLZ. 570 Gebruik ACC met Low Speed Follow niet onder de volgende omstandigheden: •...
Pagina 510
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow ■ 1Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow De voertuigsnelheid instellen De controlelampjes van het systeem van de voertuigstabiliteitsregeling (VSA), de Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow, het remsysteem (oranje), de veiligheidsondersteuning en voor lage bandenspanning/ waarschuwingssysteem voor bandenspanning gaan mogelijk oranje branden en er wordt een bericht op de interface voor...
Pagina 511
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow Wanneer u met een snelheid van ongeveer 30 km/h of hoger rijdt: Haal uw voet van het pedaal en druk de schakelaar RES/+/SET/− omhoog of omlaag wanneer u de gewenste snelheid hebt bereikt. Op het moment dat u de schakelaar loslaat, wordt de ingestelde snelheid vastgelegd en treedt ACC met Low Speed Follow in werking.
Pagina 512
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow Wanneer ACC met Low Speed Follow in werking Modellen met meter type A treedt, verschijnen het voertuigpictogram, de afstandsbalken en de ingestelde snelheid op de interface voor bestuurdersinformatie. Ingestelde voertuigsnelheid Ingestelde voertuigafstand Modellen met meter type B Ingestelde voertuigsnelheid Ingestelde voertuigafstand...
Pagina 513
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow ■ 1Wanneer in bedrijf Wanneer in bedrijf Als het voertuig voor u plotseling vertraagt of een ander ■ Er is een voorliggend voertuig voertuig snijdt u af, weerklinkt de zoemer en verschijnt er ACC met Low Speed Follow controleert of een voorliggend voertuig binnen het bereik van een melding op de interface voor bestuurdersinformatie.
Pagina 514
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow Wanneer een voertuig waarvan de snelheid lager is Modellen met meter type A dan uw ingestelde snelheid vóór u gaat rijden of u afsnijdt en wordt gedetecteerd door de groothoekcamera aan de voorzijde, begint uw voertuig snelheid te verminderen.
Pagina 515
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow ■ Er is geen voertuig voor u 1Wanneer in bedrijf Uw voertuig handhaaft de ingestelde snelheid, Modellen met meter type A Zelfs als het interval tussen uw voertuig en het voertuig dat zonder dat u uw voet op het rempedaal of vóór u wordt gedetecteerd kort is, kan ACC met Low Speed gaspedaal hoeft te houden.
Pagina 516
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow ■ Wanneer u het gaspedaal intrapt 1Wanneer in bedrijf U kunt de voertuigsnelheid tijdelijk verhogen. In dat geval is er geen hoorbare of visuele • ACC met Low Speed Follow kan tijdelijk de afstand tussen waarschuwing, zelfs niet als een voertuig zich binnen het bereik van ACC met Low Speed uw voertuig en het voertuig in de naastgelegen rijstrook of Follow bevindt.
Pagina 517
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow ■ Een voertuig dat vóór u wordt gedetecteerd, is binnen bereik van ACC met Low Speed Follow en komt tot stilstand Uw voertuig wordt automatisch ook afgeremd tot Modellen met meter type A stilstand.
Pagina 518
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow Als er geen voertuig voor u is voordat u verder gaat Modellen met meter type A rijden, trapt u het gaspedaal in; ACC met Low Speed Follow werkt dan weer binnen de eerder ingestelde snelheid.
Pagina 519
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow ■ Omstandigheden en beperkingen van ACC met Low Speed Follow Het systeem kan onder bepaalde omstandigheden automatisch worden uitgeschakeld. Onderstaand vindt u enkele voorbeelden van deze omstandigheden. Andere omstandigheden kunnen sommige functies van ACC met Low Speed Follow beperken. 2 Groothoekcamera voorzijde BLZ.
Pagina 520
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow ■ Staat van het wegdek • Rijden op bochtige, slingerende, golvende of hellende wegen. • Rijden op hobbelige wegen (besneeuwde of onverharde wegen, etc.). • Plassen of een laagje water op het wegdek. •...
Pagina 521
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow ■ Voorbeelden van omstandigheden waarbij de groothoekcamera aan de voorzijde de voorligger mogelijk niet correct detecteert • Er steekt plotseling een voertuig voor u over. • De afstand tussen uw voertuig en het voertuig voor u is te kort. •...
Pagina 522
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow ■ Voorbeelden van omstandigheden waaronder het systeem mogelijk niet goed werkt • Een voorligger stopt en het snelheidsverschil tussen uw voertuig en de voorligger is aanzienlijk groot. • Wanneer de voorligger plotseling vertraagt. •...
Pagina 523
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow ■ 1Voertuigsnelheid instellen Voertuigsnelheid instellen Als een voertuig dat vóór u wordt gedetecteerd, langzamer Verhoog of verlaag de voertuigsnelheid met de schakelaar RES/+/SET/− op het stuurwiel. rijdt dan uw verhoogde ingestelde snelheid, versnelt ACC met Low Speed Follow uw voertuig wellicht niet.
Pagina 524
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow ■ De volgafstand instellen of wijzigen Druk op de afstandsknop om de volgafstand van Modellen met meter type A ACC met Low Speed Follow te wijzigen. Telkens wanneer u op de knop drukt, wordt geschakeld tussen de volgende instellingen voor de volgafstand (de afstand tussen uw voertuig en het voertuig vóór u): extra lang, lang, middellang en...
Pagina 525
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow Hoe hoger de voertuigsnelheid is, hoe groter de korte, middellange, lange of extra lange 1De volgafstand instellen of wijzigen volgafstand wordt. Zie de volgende voorbeelden ter referentie. De bestuurder dient in alle gevallen een voldoende remafstand aan te houden ten opzichte van het voertuig Bij de volgende ingestelde vóór hem/haar.
Pagina 526
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow ■ 1Annuleren Annuleren Hervatten van de vooraf ingestelde snelheid: Nadat u ACC Om ACC met Low Speed Follow te annuleren, kunt met Low Speed Follow hebt geannuleerd, kunt u de ACC u het volgende doen: met Low Speed Follow activeren met de eerder ingestelde •...
Pagina 527
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow 1Annuleren Modellen met meter type A Controlelampje (wit) Eerder ingestelde snelheid (grijs) Modellen met meter type B Controlelampje (wit) Eerder ingestelde snelheid (grijs) WORDT VERVOLGD...
Pagina 528
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow ■ Automatisch annuleren 1Annuleren De zoemer klinkt en er verschijnt een melding op de meter wanneer ACC met Low Speed De ingestelde snelheid kan niet worden ingesteld of hervat Follow automatisch wordt geannuleerd. Elke van de volgende omstandigheden kan ertoe wanneer ACC met Low Speed Follow is uitgeschakeld met de leiden dat ACC met Low Speed Follow automatisch wordt geannuleerd: knop...
Pagina 529
uuHonda SensinguAdaptive Cruise Control (ACC) met Low Speed Follow Automatische annulering van ACC met Low Speed Follow kan ook worden veroorzaakt door de volgende omstandigheden. In deze gevallen wordt de parkeerrem automatisch ingeschakeld. • De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt terwijl het voertuig stilstaat. •...
Pagina 530
uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) Lane Keeping Assist-systeem (LKAS) Helpt bij het sturen om te zorgen dat het voertuig in het midden van de gedetecteerde rijstrook 1Lane Keeping Assist-systeem (LKAS) blijft en waarschuwt via voelbare, hoorbare en visuele waarschuwingen dat het voertuig de Belangrijke veiligheidsinformatie rijstrook dreigt te verlaten.
Pagina 531
uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) Het systeem wordt uitgeschakeld wanneer u de richtingaanwijzer aanzet om van rijstrook te 1Lane Keeping Assist-systeem (LKAS) veranderen en weer ingeschakeld zodra de richtingaanwijzer uit staat. Als het systeem geen rijstroken detecteert, zal het tijdelijk Als u van rijstrook verandert zonder de richtingaanwijzer aan te zetten, gaat het LKAS-alarm af worden uitgeschakeld.
Pagina 532
uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) ■ Rijbaanassistentiefunctie Wanneer het voertuig de waarschuwingszone binnenkomt, waarschuwt het LKAS u via een lichte trilling van het stuurwiel en hoorbare en visuele waarschuwingen. Waarschuwingszone LKAS-controlelampje (groen) Amber lijnen Modellen met meter type A Modellen met meter type B...
Pagina 533
uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) ■ 1Wanneer kan het systeem worden gebruikt? Wanneer kan het systeem worden gebruikt? Als het voertuig naar de linker- of rechterrijstrook afwijkt Het systeem kan worden gebruikt wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan. doordat het systeem koppel overbrengt, dient u het LKAS uit •...
Pagina 534
uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) ■ Het systeem inschakelen 1. Druk op de knop LKAS. Modellen met meter type A Het LKAS-controlelampje (wit) verschijnt op de meter. Het systeem is stand-by. Als er rijstrookmarkeringen worden gedetecteerd, verschijnen er witte lijnen op de meter.
Pagina 535
uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) Modellen met meter type B Knop LKAS Witte lijnen Controlelampje LKAS (wit) WORDT VERVOLGD...
Pagina 536
uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) 2. Houd uw voertuig tijdens het rijden in het Modellen met meter type A midden van de rijstrook. Het LKAS-controlelampje verandert van wit in groen en witte lijnen worden groen zodra het systeem begint te werken nadat het rijstrookmarkeringen aan de linker- en rechterkant heeft gedetecteerd.
Pagina 537
uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) ■ Annuleren Druk op de knop LKAS. Modellen met meter type A Het LKAS wordt uitgeschakeld telkens wanneer u het voedingssysteem uitschakelt, zelfs als u het tijdens de laatste rit met uw voertuig hebt ingeschakeld. Knop LKAS Modellen met meter type B Knop LKAS...
Pagina 538
uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) ■ Het systeem wordt uitgeschakeld als u: Modellen met meter type A 1Het systeem wordt uitgeschakeld als u: • De voertuigsnelheid verlaagd tot 64 km/h of lager. U kunt de instelling voor het LKAS wijzigen. Wanneer de voertuigsnelheid wordt verhoogd De pieptoon voor onderbroken LKAS kan worden in- en tot ongeveer 72 km/h, wordt het LKAS weer...
Pagina 539
uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) Modellen met meter type B Controlelampje LKAS (wit) Witte lijnen Wanneer het LKAS wordt uitgeschakeld, worden de rijstrookmarkeringen wit en klinkt de zoemer (indien ingeschakeld). WORDT VERVOLGD...
Pagina 540
uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) ■ Het LKAS wordt automatisch uitgeschakeld wanneer: • Het systeem geen rijstrookmarkeringen detecteert. • Het stuurwiel snel wordt gedraaid. • U het voertuig niet stuurt. • Door een scherpe bocht wordt gereden. • Met een snelheid van meer dan ongeveer 185 km/h wordt gereden. •...
Pagina 541
uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) ■ LKAS-omstandigheden en -beperkingen Het systeem kan onder bijvoorbeeld de volgende omstandigheden rijstrookmarkeringen mogelijk niet detecteren en daardoor het voertuig niet in het midden van de rijstrook houden: ■ Omgevingsomstandigheden • Er is weinig contrast tussen de rijstrookmarkeringen en de rijbaan. •...
Pagina 542
uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) ■ Staat van het wegdek • Bij het rijden op een weg met tijdelijke rijstrookmarkeringen. • Wanneer onduidelijke, meerdere of wisselende rijstrookmarkeringen zichtbaar zijn op het wegdek als gevolg van wegwerkzaamheden of oude rijstrookmarkeringen. Vervaagde markering Dubbele strepen Bandensporen •...
Pagina 543
uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) • Tijdens het rijden op wegen met dubbele strepen. • Bij het rijden op besneeuwde of gladde wegen. • Het wegdek is slechts deels zichtbaar vanwege sneeuw of plassen op de weg. • Er bevindt zich een laagje water of er zijn plassen op het wegdek. •...
Pagina 544
uuHonda SensinguLane Keeping Assist-systeem (LKAS) ■ Staat van het voertuig • Als de verlichting zwak is door vuil op de koplamplenzen of als het zicht in het donker slecht is doordat de koplampen niet goed zijn afgesteld. • De voorkant van de groothoekcamera aan de voorzijde is bedekt met vuil, mist, regen, modder, natte sneeuw, afdichtingen, accessoires, stickers, of een laagje op de voorruit.
Pagina 545
uuHonda SensinguTraffic Jam Assist Traffic Jam Assist Het Traffic Jam Assist-systeem maakt gebruik van een groothoekcamera aan de voorzijde die 1Traffic Jam Assist is gemonteerd op het bovenste gedeelte van de voorruit om witte (of gele) rijstrookstrepen Belangrijke veiligheidsinformatie links en rechts te detecteren en te bewaken. Traffic Jam Assist is alleen voor uw gemak.
Pagina 546
uuHonda SensinguTraffic Jam Assist Wanneer de bestuurder de volledige controle over het stuur heeft, wordt de stuurassistentiefunctie tijdelijk uitgeschakeld. Het koppel dat op de stuurinrichting wordt toegepast is mogelijk niet merkbaar wanneer de bestuurder de volledige controle heeft over het stuur of wanneer het wegdek ruw of ongelijk is. ■...
Pagina 547
uuHonda SensinguTraffic Jam Assist Waarschuwingszone LKAS-controlelampje (groen) Amber lijnen Modellen met meter type A Modellen met meter type B WORDT VERVOLGD...
Pagina 548
uuHonda SensinguTraffic Jam Assist ■ 1Activering Traffic Jam Assist Activering Traffic Jam Assist Raadpleeg de volgende pagina voor het juiste gebruik van Traffic Jam Assist wordt geactiveerd wanneer aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan: het Lane Keeping Assist System (LKAS): •...
Pagina 549
uuHonda SensinguTraffic Jam Assist ■ 1Hoe werkt Traffic Jam Assist Hoe werkt Traffic Jam Assist Als uw voertuig te ver naar rechts of links van de witte (of Houd uw voertuig tijdens het rijden in het midden Modellen met meter type A gele) rijstrookstrepen rijdt terwijl Traffic Jam Assist actief is, van de rijstrook.
Pagina 550
uuHonda SensinguTraffic Jam Assist ■ Traffic Jam Assist annuleren Druk op de knop Lane Keeping Assist System (LKAS) om Traffic Jam Assist te annuleren. ■ Traffic Jam Assist kan automatisch worden uitgeschakeld wanneer: 1Traffic Jam Assist kan automatisch worden uitgeschakeld Het systeem onder de volgende omstandigheden automatisch tijdelijk wordt uitgeschakeld.
Pagina 551
uuHonda SensinguTraffic Jam Assist ■ Voorwaarden en beperkingen van Traffic Jam Assist Het systeem kan onder bijvoorbeeld de volgende omstandigheden rijstrookmarkeringen mogelijk niet detecteren en daardoor het voertuig niet in het midden van de rijstrook houden: ■ Omgevingsomstandigheden • Er is weinig contrast tussen de rijstrookmarkeringen en de rijbaan. •...
Pagina 552
uuHonda SensinguTraffic Jam Assist ■ Staat van het wegdek • Bij het rijden op een weg met tijdelijke rijstrookmarkeringen. • Wanneer onduidelijke, meerdere of wisselende rijstrookmarkeringen zichtbaar zijn op het wegdek als gevolg van wegwerkzaamheden of oude rijstrookmarkeringen. Vervaagde markering Dubbele strepen Bandensporen •...
Pagina 553
uuHonda SensinguTraffic Jam Assist • Rijden op ruwe of onverharde wegen of op slecht wegdek. • Tijdens het rijden op wegen met dubbele strepen. • Bij het rijden op besneeuwde of gladde wegen. • Het wegdek is slechts deels zichtbaar vanwege sneeuw of plassen op de weg. •...
Pagina 554
uuHonda SensinguTraffic Jam Assist ■ Staat van het voertuig • Als de verlichting zwak is door vuil op de koplamplenzen of als het zicht in het donker slecht is doordat de koplampen niet goed zijn afgesteld. • De voorkant van de groothoekcamera aan de voorzijde is bedekt met vuil, mist, regen, modder, natte sneeuw, afdichtingen, accessoires, stickers, of een laagje op de voorruit.
Pagina 555
uuHonda SensinguRoad Departure Mitigation-systeem Road Departure Mitigation-systeem Waarschuwt en assisteert u wanneer het systeem vaststelt dat het risico bestaat dat uw 1Road Departure Mitigation-systeem voertuig per ongeluk over gedetecteerde rijstrookmarkeringen of de buitenste rand van het Belangrijke veiligheidsherinnering wegdek rijdt (tot in de gras- of grindrand) of een naderende tegenligger is gedetecteerd. Net als alle assistentiesystemen kent het Road Departure Mitigation-systeem beperkingen.
Pagina 556
uuHonda SensinguRoad Departure Mitigation-systeem Het systeem annuleert de assistentiefuncties als u aan het stuur draait om te voorkomen dat u 1Road Departure Mitigation-systeem over gedetecteerde rijstrookmarkeringen of de buitenste rand van het wegdek (tot in de gras- Het Road Departure Mitigation-systeem werkt mogelijk niet of grindrand) of een tegenligger nadert.
Pagina 557
uuHonda SensinguRoad Departure Mitigation-systeem ■ 1Hoe het systeem wordt geactiveerd Hoe het systeem wordt geactiveerd Het Road Departure Mitigation-systeem wordt mogelijk Het systeem wordt geactiveerd wanneer aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan: automatisch uitgeschakeld en het controlelampje van • De rijstrookmarkeringen zijn wit (geel). veiligheidsondersteuning (amber) en het controlelampje Het voertuig rijdt met een snelheid tussen 72 en 180 km/h.
Pagina 558
uuHonda SensinguRoad Departure Mitigation-systeem ■ 1Road Departure Mitigation-systeem aan en uit Road Departure Mitigation-systeem aan en uit De controlelampjes van het systeem van de U kunt het systeem in- en uitschakelen met behulp van de interface voor voertuigstabiliteitsregeling (VSA), de Adaptive Cruise Control bestuurdersinformatie.
Pagina 559
uuHonda SensinguRoad Departure Mitigation-systeem ■ Omstandigheden en beperkingen van het Road Departure Mitigation-systeem Het systeem detecteert rijstrookmarkeringen (in wit of geel), de buitenste rand van het wegdek (tot in de gras- of grindrand) of een tegenligger mogelijk niet goed onder bepaalde omstandigheden.
Pagina 560
uuHonda SensinguRoad Departure Mitigation-systeem ■ Staat van het wegdek • Bij het rijden op een weg met tijdelijke rijstrookmarkeringen. • Wanneer onduidelijke, meerdere of wisselende rijstrookmarkeringen zichtbaar zijn op het wegdek als gevolg van wegwerkzaamheden of oude rijstrookmarkeringen. • Er zijn samenkomende, afsplitsende of elkaar kruisende strepen op het wegdek, bijvoorbeeld bij een kruising of oversteekplaats.
Pagina 561
uuHonda SensinguRoad Departure Mitigation-systeem ■ Staat van het voertuig • Als de verlichting zwak is door vuil op de koplamplenzen of als het zicht in het donker slecht is doordat de koplampen niet goed zijn afgesteld. • De voorkant van de groothoekcamera aan de voorzijde is bedekt met vuil, mist, regen, modder, natte sneeuw, afdichtingen, accessoires, stickers, of een laagje op de voorruit.
Pagina 562
uuHonda SensinguRoad Departure Mitigation-systeem ■ Voorbeelden van andere beperkingen met betrekking tot detectie of werking van het systeem • Wanneer de tegenligger een speciale vorm heeft. • Wanneer de groothoekcamera aan de voorzijde de vorm van de tegenligger niet correct kan identificeren.
Pagina 563
In dat geval raden wij aan de voorruit te vervangen door een originele voorruit van Honda. Ook hele kleine reparaties binnen het gezichtsveld van de groothoekcamera aan de voorzijde of een niet-originele voorruit kunnen een abnormale werking van het systeem veroorzaken.
Pagina 564
uuHonda SensinguVerkeersbordenherkenningssysteem 1Verkeersbordenherkenningssysteem Het verkeersbordenherkenningssysteem wordt gedurende circa 15 seconden niet geactiveerd nadat het voedingssysteem is ingeschakeld. U kunt het verkeersbordenherkenningssysteem in- en uitschakelen. Als Geen is geselecteerd, wordt (grijs) weergegeven. Instelbare functies BLZ. 365 Om het risico te verkleinen dat een hoge binnentemperatuur het sensorsysteem van de groothoekcamera aan de voorzijde uitschakelt, dient u bij het parkeren te kiezen voor een schaduwrijke plek of de voorzijde van het voertuig uit direct...
Pagina 565
uuHonda SensinguVerkeersbordenherkenningssysteem Het verkeersbordpictogram kan veranderen in een ander pictogram of verdwijnen wanneer: 1Verkeersbordenherkenningssysteem • Het einde van een snelheidslimiet of andere limiet is gedetecteerd. U kunt de instellingen wijzigingen voor de geluidsmelding • Uw voertuig rijdt een weg met een andere snelheidslimiet in of uit. die wordt afgespeeld wanneer de gedetecteerde •...
Pagina 566
uuHonda SensinguVerkeersbordenherkenningssysteem ■ Omstandigheden en beperkingen van het 1Omstandigheden en beperkingen van het verkeersbordenherkenningssysteem verkeersbordenherkenningssysteem Het verkeersbordenherkenningssysteem kan het verkeersbord in de volgende gevallen Wanneer het verkeersbordenherkenningssysteem niet werkt, mogelijk incorrect, traag of niet herkennen. verschijnt (amber) op de meter in de volgende gevallen. Als dit bericht niet verdwijnt, laat u het voertuig door een ■...
Pagina 567
uuHonda SensinguVerkeersbordenherkenningssysteem ■ De positie of de staat van het verkeersbord • Het bord bevindt zich op een plaats die het moeilijk maakt om het bord te detecteren. • Het bord staat op grote afstand vanaf uw voertuig. • Het bord bevindt zich op een plaats die de koplampen moeilijk kunnen bereiken. •...
Pagina 568
uuHonda SensinguVerkeersbordenherkenningssysteem Het verkeersbordenherkenningssysteem werkt mogelijk niet altijd correct – zoals bijvoorbeeld weergave van verkeersborden die niet overeenkomen met de huidige regels voor deze weg of die in het geheel niet bestaan – in de volgende gevallen: Een snelheidslimiet-pictogram kan bij een hogere of lagere snelheid worden weergegeven dan de huidige snelheidslimiet.
Pagina 569
uuHonda SensinguVerkeersbordenherkenningssysteem ■ Situaties waarin voor het desbetreffende gebied geen correcte informatie over de snelheidslimietborden kan worden verstrekt In de volgende situaties kan het display afwijken van de voorschriften van de weg waarop u rijdt en/of is het display niet up-to-date: •...
Pagina 570
uuHonda SensinguVerkeersbordenherkenningssysteem ■ Borden die op de meter worden weergegeven Er kunnen twee verkeersborden gelijktijdig naast elkaar worden weergegeven wanneer ze gedetecteerd worden. Het snelheidslimiet-pictogram wordt weergegeven op de rechterhelft van het scherm. Het inhaalverbod-pictogram verschijnt aan de linkerkant. Een eventueel extra pictogram dat de snelheidslimiet op basis van het weer (sneeuw, e.d.) of specifieke periode aangeeft, wordt aan de linkerzijde weergegeven.
Pagina 571
uuHonda SensinguVerkeersbordenherkenningssysteem Modellen met meter type B Pictogram Inhaalverbod Pictogram Snelheidslimiet Extra snelheidslimiet-pictogram op basis van omstandigheden Head-updisplay * Niet beschikbaar op alle modellen...
Pagina 572
In dat geval raden wij aan de voorruit te De groothoekcamera aan de voorzijde bevindt zich vervangen door een originele voorruit van Honda. Ook hele achter de achteruitkijkspiegel. kleine reparaties binnen het gezichtsveld van de...
Pagina 573
uuHonda SensinguGroothoekcamera voorzijde 1Groothoekcamera voorzijde Als het bericht Bepaalde bestuurdersassistentiesystemen werken niet: Cameratemperatuur te hoog wordt weergegeven: • Gebruik het klimaatregelsysteem om het interieur te koelen en gebruik zo nodig ook de ontdooiingsmodus met de luchtstroom naar de groothoekcamera aan de voorzijde gericht.
Pagina 574
uuHonda SensinguSonarsensoren Sonarsensoren ■ Locatie en bereik van de sensoren 1Sonarsensoren De sonarsensoren bevinden zich in de voor- en achterbumper, en in de voorgrille. Om een juiste werking van de sonarsensoren te garanderen: • Breng geen stickers of andere voorwerpen op of rond de sensoren aan.
Pagina 575
Remmen Remsysteem ■ 1Remsysteem Parkeerrem Als u het rempedaal intrapt, hoort u mogelijk een wervelend Gebruik de parkeerrem om te voorkomen dat het voertuig kan wegrollen als het is geparkeerd. geluid uit het motorcompartiment. Dit komt doordat het Wanneer de parkeerrem is ingeschakeld, kunt u deze handmatig of automatisch vrijzetten. remsysteem in werking is en is normaal.
Pagina 576
uuRemmenuRemsysteem ■ Werking van de functie automatische parkeerrem 1Parkeerrem Als de functie automatische parkeerrem is geactiveerd: In de volgende situaties wordt de parkeerrem automatisch • De parkeerrem wordt automatisch ingeschakeld wanneer u de voedingsmodus op UIT zet. bediend. • • Om te bevestigen dat de parkeerrem is ingeschakeld, controleert u of het controlelampje Wanneer het voertuig langer dan 10 minuten stilstaat terwijl ACC met Low Speed Follow is geactiveerd.
Pagina 577
uuRemmenuRemsysteem ■ Activeren en deactiveren van de functie automatische parkeerrem 1Parkeerrem Voer, met de voedingsmodus in de stand AAN, de volgende stappen uit om de functie De parkeerrem kan niet automatisch worden uitgeschakeld automatische parkeerrem in of uit te schakelen. wanneer de volgende controlelampjes branden: •...
Pagina 578
uuRemmenuRemsysteem ■ 1Voetrem Voetrem Controleer de remmen nadat u door diep water bent Uw voertuig is uitgerust met schijfremmen op alle vier de wielen. Het gereden of indien er veel water op het wegdek staat. Droog remondersteuningssysteem vergroot de remkracht wanneer u het rempedaal in een de remmen indien nodig door het rempedaal enkele malen noodsituatie hard intrapt.
Pagina 579
uuRemmenuRemsysteem ■ 1Automatic Brake Hold Automatic Brake Hold WAARSCHUWING Dit systeem houdt de rem ingeschakeld nadat de voet van het rempedaal is gehaald, totdat het gaspedaal wordt ingetrapt. U kunt dit systeem gebruiken wanneer het voertuig tijdelijk Wanneer Automatic Brake Hold is geactiveerd stilstaat, bijvoorbeeld voor een stoplicht en in druk verkeer.
Pagina 580
uuRemmenuRemsysteem ■ Het systeem activeren 1Automatic Brake Hold Trap het rempedaal in om volledig tot stilstand te WAARSCHUWING komen. De transmissie mag niet in de stand staan. Houd bij gebruik van Automatic Brake Hold uw Het controlelampje van de Automatic Brake voet op het rempedaal totdat het Hold gaat branden.
Pagina 581
uuRemmenuRemsysteem ■ Het systeem annuleren Trap het gaspedaal in terwijl de transmissie in een andere stand staat dan . Het systeem wordt geannuleerd en het voertuig begint te rijden. Het controlelampje van de Automatic Brake Hold gaat uit. Het systeem blijft ingeschakeld. Gaspedaal Controlelampje van het Automatic Brake Hold-systeem brandt...
Pagina 582
uuRemmenuRemsysteem ■ De Automatic Brake Hold uitschakelen 1De Automatic Brake Hold uitschakelen Alleen het controlelampje van Automatic Brake Zorg ervoor dat de Automatic Brake Hold wordt Hold gaat branden: uitgeschakeld alvorens een automatische autowasstraat te • Druk op de knop Automatic Brake Hold. gebruiken.
Pagina 583
uuRemmenuAntiblokkeersysteem (ABS) Antiblokkeersysteem (ABS) ■ 1Antiblokkeersysteem (ABS) ATTENTIE Helpt te voorkomen dat de wielen blokkeren en helpt u de controle over de besturing te Het is mogelijk dat het ABS niet correct functioneert als u behouden door de remmen - veel sneller dan u dat kunt - pompend te bedienen. onjuiste bandentypen of -maten gebruikt.
Pagina 584
uuRemmenuRemondersteuningssysteem Remondersteuningssysteem Is ontworpen om de bestuurder te helpen door meer remvermogen te genereren wanneer het rempedaal hard wordt ingetrapt tijdens een noodstop. ■ Werking van remondersteuningssysteem Trap het rempedaal stevig in voor krachtiger remmen. Wanneer remassistentie in werking is, kan het pedaal enigszins wiebelen en kan een werkingsgeluid hoorbaar zijn.
Pagina 585
uuRemmenuNoodstopsignaal Noodstopsignaal Wordt ingeschakeld wanneer u hard remt bij een snelheid van ten minste 60 km/h, om 1Noodstopsignaal achteropkomende bestuurders via snel knipperende alarmknipperlichten te waarschuwen voor Het noodstopsignaal is geen systeem dat een botsing van onverwachts remmen. Dit kan helpen om achteropkomende bestuurders erop te attenderen achteren door te hard remmen kan voorkomen.
Pagina 586
Uw voertuig parkeren Bij stilstand 1. Trap het rempedaal stevig in en kom volledig tot stilstand. 1Uw voertuig parkeren 2. Trek terwijl het rempedaal is ingetrapt de schakelaar van de elektronische parkeerrem WAARSCHUWING langzaam omhoog, maar niet helemaal. 3. Zet de schakelselectie in de stand Het voertuig kan wegrollen als het onbeheerd Laat het rempedaal niet los totdat u hebt gezien dat wordt weergegeven in de...
Pagina 587
uuUw voertuig parkerenuBij stilstand 1Bij stilstand ATTENTIE Het volgende kan schade toebrengen aan de aandrijflijn: • Gelijktijdig het gaspedaal en het rempedaal intrappen. • Naar schakelen voordat het voertuig volledig tot stilstand is gekomen. Als u bergopwaarts staat, houd het voertuig dan niet op zijn plaats door het gaspedaal in te trappen.
Pagina 588
uuUw voertuig parkerenuParkeersensorsysteem Parkeersensorsysteem De hoek- en middensensoren controleren op obstakels rond uw voertuig en de zoemer, de 1Parkeersensorsysteem interface voor bestuurdersinformatie en het audio-/informatiescherm informeren u over de Zelfs wanneer het systeem aan is, dient u voor het parkeren geschatte afstand tussen uw voertuig en het obstakel.
Pagina 589
uuUw voertuig parkerenuParkeersensorsysteem ■ 1Parkeersensorsysteem aan en uit Parkeersensorsysteem aan en uit Wanneer u de voedingsmodus in de stand AAN zet, staat het U kunt het systeem in- en uitschakelen met behulp van de interface voor systeem in de eerder geselecteerde conditie. bestuurdersinformatie.
Pagina 590
uuUw voertuig parkerenuParkeersensorsysteem ■ Werking scherm U kunt schakelen tussen gedeeld scherm uit en gedeeld scherm aan door de tab gedeeld scherm aan te raken. Gedeeld scherm uit Gedeeld scherm aan Tab met gedeeld scherm...
Pagina 591
uuUw voertuig parkerenuParkeersensorsysteem ■ Wanneer de afstand tussen uw voertuig en obstakels kleiner wordt Controlelampje parkeersensor Het controlelampje van de parkeersensor knippert. Als het systeem wordt uitgeschakeld, knippert alleen het controlelampje van de parkeersensor wanneer een obstakel wordt gedetecteerd. Interval Afstand tussen de bumper en het obstakel Interface voor tussen...
Pagina 592
uuUw voertuig parkerenuParkeersensorsysteem Om de zoemer tijdelijk uit te schakelen, drukt u op het linker /rechter selectiewieltje terwijl de zoemer klinkt. Tijdelijk UIT wordt geannuleerd wanneer u met de schakelhendel schakelt of wanneer het voertuig een snelheid bereikt van meer dan 14 km/h. *1: Modellen met meter type A *2: Modellen met meter type B...
Pagina 593
uuUw voertuig parkerenuUitparkeermonitor Uitparkeermonitor Controleert bij het achteruitrijden het gebied rondom de achterhoeken met behulp van de 1Uitparkeermonitor radarsensoren en waarschuwt als een naderend voertuig wordt gedetecteerd in het gebied WAARSCHUWING rondom een van de achterhoeken. De uitparkeermonitor kan niet alle naderende Het systeem is handig wanneer u achteruit uit een parkeerruimte wilt wegrijden.
Pagina 594
uuUw voertuig parkerenuUitparkeermonitor ■ 1Uitparkeermonitor Hoe het systeem werkt Onder de volgende omstandigheden detecteert de Het systeem wordt ingeschakeld wanneer: uitparkeermonitor een naderend voertuig mogelijk niet of • De voedingsmodus op AAN staat. met vertraging of wordt u gewaarschuwd zonder dat er een •...
Pagina 595
uuUw voertuig parkerenuUitparkeermonitor ■ 1Wanneer het systeem een voertuig detecteert Wanneer het systeem een voertuig detecteert Als de rechtsonder verandert in in amber wanneer de Een pijlpictogram verschijnt op het audio-/informatiescherm aan de kant waar een voertuig transmissie in de stand staat, heeft er zich mogelijk nadert.
Pagina 596
uuUw voertuig parkerenuUitparkeermonitor ■ Uitparkeermonitor aan en uit Het systeem kan worden in- en uitgeschakeld op het audio-/informatiescherm door het pictogram Cross Traffic Monitor te selecteren. U kunt het systeem ook in- en uitschakelen met de aangepaste functie in het audio-/informatiescherm. 2 Instelbare functies BLZ.
Pagina 597
Achteruitrijcamera voor multi-weergave Over uw achteruitrijcamera voor multi-weergave Het audio-/informatiescherm kan het achteruitzicht van uw voertuig weergeven. Het display 1Over uw achteruitrijcamera voor multi-weergave geeft automatisch het achteruitzicht weer wanneer de transmissie in de stand wordt gezet. Het zicht van de achteruitrijcamera is beperkt. U kunt niet de hoekuiteinden van de bumper zien of wat er onder de ■...
Pagina 598
uuAchteruitrijcamera voor multi-weergaveuOver uw achteruitrijcamera voor multi-weergave U kunt drie verschillende cameramodi bekijken op het audio-/informatiescherm. 1Over uw achteruitrijcamera voor multi-weergave Raak het gewenste pictogram aan om een andere modus te kiezen. Als het achteruitzicht van het voertuig niet op het audio-/ informatiescherm wordt weergegeven terwijl de schakelhendel in de stand staat, is er mogelijk een...
Pagina 599
De brandstofkwaliteit varieert per regio. Voeg originele injectorreiniger toe volgens de instructies voor tijd en afstand in het onderhoudsschema. Geoxygeneerde brandstoffen Gebruik een originele Honda injectorreiniger. Gebruik als deze niet beschikbaar is een Geoxygeneerde brandstoffen zijn gemengd met benzine en reinigingsmiddel op basis van PEA (polyetheramine).
Pagina 600
uuTankenuTanken Tanken 1. Breng uw voertuig tot stilstand met de 1Tanken linkerachterzijde langs de brandstofpomp. WAARSCHUWING 2. Schakel het voedingssysteem uit. 3. Ontgrendel het bestuurdersportier. Benzine is bijzonder brandbaar en explosief. U De brandstoftankklep aan de buitenste zijde kunt brandwonden oplopen of ernstig gewond van de auto wordt ontgrendeld.
Pagina 601
uuTankenuTanken 7. Plaats de brandstofvuldop in de houder. 1Tanken 8. Steek het vulpistool volledig in de vulhals. Het vulpistool stopt automatisch om ruimte in de Wanneer de tank vol is, wordt het vulpistool brandstoftank te laten zodat de brandstof niet kan automatisch uitgeschakeld met een klik.
Pagina 602
Brandstofverbruik en CO -uitstoot Verbetering van het brandstofverbruik en verlaging van de CO -uitstoot Verbetering van het brandstofverbruik en verlaging van de CO -uitstoot De aanbevolen methode om het werkelijke brandstofverbruik Het bereiken van een goed brandstofverbruik en het verlagen van de CO -uitstoot is tijdens het rijden te bepalen is directe berekening.
Pagina 603
Onderhoud In dit hoofdstuk wordt basisonderhoud beschreven. Voordat onderhoud wordt verricht Motorolie bijvullen ....... 627 Bandenlevensduur ........645 Inspectie en onderhoud......602 Motorkoelvloeistof....... 628 Banden en wiel vervangen....646 Veilig onderhoud ......... 603 Koelvloeistof van hoogspanningsaccusysteem ..631 Banden wisselen........647 Onderdelen en vloeistoffen die bij Transmissievloeistof ......
Pagina 604
Voordat onderhoud wordt verricht Inspectie en onderhoud Voer alle opgesomde inspecties en onderhoud uit om uw voertuig in het belang van uw veiligheid in een goede staat te houden. Ontdekt u ongebruikelijke geluiden of geuren, onvoldoende remvloeistof, olieresten op de grond, enz., laat uw voertuig dan door een dealer inspecteren.
Pagina 605
uuVoordat onderhoud wordt verrichtuVeilig onderhoud Veilig onderhoud Enkele van de belangrijkste veiligheidsmaatregelen volgen hierna. We kunnen u echter niet 1Veilig onderhoud voor elk denkbaar gevaar waarschuwen dat zich bij het uitvoeren van onderhoud kan WAARSCHUWING voordoen. Alleen uzelf kunt bepalen of u een bepaalde taak al dan niet zelf kunt uitvoeren. Verkeerd onderhoud aan uw voertuig of ■...
Pagina 606
Onderdelen en vloeistoffen die bij onderhoudsbeurten worden gebruikt Voor het onderhoud van uw voertuig wordt het gebruik van originele onderdelen en ATTENTIE vloeistoffen van Honda aanbevolen. Originele Honda-onderdelen worden volgens dezelfde Oefen geen druk uit bij het sluiten van de motorafdekking. Hierdoor kunnen de motorafdekking en onderdelen hoge kwaliteitsnormen geproduceerd als Honda-voertuigen.
Pagina 607
uuVoordat onderhoud wordt verrichtuOver uw onderhoudsbeurt Over uw onderhoudsbeurt Als het onderhoudsherinneringssysteem in uw voertuig beschikbaar is, wordt u door de 1Over uw onderhoudsbeurt interface voor bestuurdersinformatie geïnformeerd wanneer uw voertuig toe is aan een Modellen met onderhoudsherinneringssysteem onderhoudsbeurt. Raadpleeg de service-informatie die beschikbaar is voor uw voertuig voor Als u van plan bent om uw voertuig mee te nemen naar uitleg over de codes van de onderhoudspunten die op het display worden weergegeven.
Pagina 608
Onderhoudsherinneringssysteem Geeft informatie over de onderhoudspunten die moeten worden uitgevoerd. 1Onderhoudsherinneringssysteem Onderhoudspunten worden met een code en pictogram weergegeven. Het systeem meldt u U kunt ervoor kiezen om een overeenkomstig via de resterende dagen wanneer u het voertuig naar een dealer moet brengen. waarschuwingsbericht met het waarschuwingspictogram op de interface voor bestuurdersinformatie te laten weergeven.
Pagina 609
uuOnderhoudsherinneringssysteem ■ 1Onderhoudsherinneringsinformatie weergeven Onderhoudsherinneringsinformatie weergeven Op basis van de bedrijfstoestand van de motor en de staat Modellen met meter type A van de motorolie berekent het systeem de resterende dagen 1. Stel de voedingsmodus in op AAN. voordat de volgende service moet worden uitgevoerd. 2.
Pagina 610
uuOnderhoudsherinneringssysteem Modellen met meter type B 1. Stel de voedingsmodus in op AAN. 2. Draai aan het rechter selectiewieltje totdat het informatiescherm voor de onderhoudsherinnering wordt weergegeven. Het/de onderhoudsitem(s) verschijnt/ verschijnen op de interface voor bestuurdersinformatie samen met de onderhoudsitems die binnenkort moeten worden uitgevoerd.
Pagina 611
uuOnderhoudsherinneringssysteem ■ Waarschuwingspictogrammen en onderhoudsherinneringsinformatie op de interface voor bestuurdersinformatie Waarschuwingspictogram Onderhoudsherinneringsinformatie Uitleg Informatie Service spoedig nodig Een of meer punten vergen De resterende dagen worden per dag binnen 30 dagen onderhoud. afgeteld. De resterende dagen worden geschat op basis van uw rijomstandigheden.
Pagina 612
uuOnderhoudsherinneringssysteem ■ Onderhoudsherinneringspunten De onderhoudspunten op de interface voor bestuurdersinformatie worden als codes en pictogrammen weergegeven. Raadpleeg de service-informatie die beschikbaar is voor uw voertuig voor uitleg over de onderhoudsherinneringscodes en -pictogrammen. ■ 1Beschikbaarheid van het onderhoudsherinneringssysteem Beschikbaarheid van het onderhoudsherinneringssysteem Zelfs als de onderhoudsherinneringsinformatie op de interface voor bestuurdersinformatie Als u van plan bent om uw voertuig mee te nemen naar landen waar geen onderhoudsherinneringssysteem is, vraag...
Pagina 613
uuOnderhoudsherinneringssysteem ■ 1Display resetten Display resetten ATTENTIE Reset het informatiedisplay van de onderhoudsherinnering als u de onderhoudsbeurt hebt Het niet resetten van de onderhoudsherinneringsinformatie uitgevoerd. na een onderhoudsbeurt leidt tot onjuiste Modellen met meter type A onderhoudsintervallen in het systeem. Dit kan ernstige 1.
Pagina 614
uuOnderhoudsherinneringssysteem Modellen met meter type B 1. Stel de voedingsmodus in op AAN. 2. Draai aan het rechter selectiewieltje totdat het informatiescherm van de onderhoudsherinnering wordt weergegeven. 3. Houd het rechter selectiewieltje ongeveer 10 seconden ingedrukt om naar de resetmodus te gaan.
Pagina 615
Onderhoudsschema Onderhoudsinformatie voor uw voertuig vindt u in de service-informatie voor uw voertuig (indien beschikbaar). Als er geen service-informatie beschikbaar is, raadpleegt u de volgende onderhoudsschema's. Het onderhoudsschema geeft het minimaal vereiste onderhoud aan dat u moet uitvoeren om ervoor te zorgen dat uw voertuig zonder problemen werkt. Als gevolg van regionale en klimatologische verschillen kan er extra onderhoud vereist zijn.
Pagina 616
uuOnderhoudsschema Behalve modellen voor Oekraïne km x 1000 Onderhoud na de aangegeven afstand of tijd - wat zich het eerst voordoet. maanden Motorolie verversen Normaal Iedere 10.000 km of ieder jaar Zware Iedere 5000 km of 6 maanden omstandigheden Motoroliefilter vervangen Normaal Iedere 20.000 km of iedere 2 jaar Zware...
Pagina 617
uuOnderhoudsschema km x 1000 Onderhoud na de aangegeven afstand of tijd - wat zich het eerst voordoet. maanden Transmissievloeistof vervangen Normaal Iedere 150.000 km of 6 jaar Zware Iedere 75.000 km of 3 jaar omstandigheden Stof- en pollenfilter vervangen • •...
Pagina 618
uuOnderhoudsschema Modellen voor Oekraïne km x 1000 Onderhoud na de aangegeven afstand of tijd - wat zich het eerst voordoet. maanden Motorolie verversen Normaal • • • • • • • • • • • • • Zware Iedere 7500 km of 6 maanden omstandigheden Motoroliefilter vervangen Normaal...
Pagina 619
uuOnderhoudsschema km x 1000 Onderhoud na de aangegeven afstand of tijd - wat zich het eerst voordoet. maanden De volgende dingen visueel controleren: Aandrijfas Spoorstangkogel, stuurhuis en stuurhuishoes Onderdelen wielophanging • • • • • • • • • • •...
Pagina 620
uuOnderhoudsschema uZware rijomstandigheden Zware rijomstandigheden Volg het onderhoudsschema voor zware rijomstandigheden als u de auto VOORNAMELIJK gebruikt onder een of meer van de volgende omstandigheden: • Per rit minder dan 8 km of, bij temperaturen onder nul, per rit minder dan 16 km rijden. •...
Pagina 621
uuOnderhoudsschema uOnderhoudsregistratie (voor voertuigen zonder afzonderlijke onderhoudsregistratie) Onderhoudsregistratie (voor voertuigen zonder afzonderlijke onderhoudsregistratie) Laat de dealer die uw onderhoud uitvoert alle vereiste onderhoudswerkzaamheden hieronder registreren. Bewaar de kwitanties van alle onderhoudswerkzaamheden die aan uw voertuig verricht zijn. Behalve modellen voor Oekraïne Km of maanden Datum Handtekening of stempel...
Pagina 622
uuOnderhoudsschema uOnderhoudsregistratie (voor voertuigen zonder afzonderlijke onderhoudsregistratie) Modellen voor Oekraïne Km of maanden Datum Handtekening of stempel 15.000 km (of 12 mnd.) 30.000 km (of 24 mnd.) 45.000 km (of 36 mnd.) 60.000 km (of 48 mnd.) 75.000 km (of 60 mnd.) 90.000 km (of 72 mnd.) 105.000 km (of 84 mnd.) 120.000 km (of 96 mnd.)
Pagina 623
Onderhoud onder de motorkap Onderhoudspunten onder de motorkap Remvloeistof (zwarte dop) (stuur rechts) 12V-accu Remvloeistof (zwarte dop) (stuur links) Expansietank motorkoelvloeistof Reservetank koelvloeistof hoogspanningsaccu Radiateurdop Motoroliepeilstok (oranje) Sproeiervloeistof (blauwe dop) Motorolievuldop...
Pagina 624
uuOnderhoud onder de motorkapuMotorkap openen Motorkap openen 1. Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond 1Motorkap openen en schakel de parkeerrem in. WAARSCHUWING 2. Trek aan de hendel van de motorkapontgrendeling onder het dashboard De motorkapsteun kan door de hitte van de aan de bestuurderszijde.
Pagina 625
uuOnderhoud onder de motorkapuMotorkap openen 4. Verwijder de motorkapsteun met behulp van de 1Motorkap openen greep uit de klem. Bevestig de motorkapsteun in de motorkap. Verwijder voor het sluiten de motorkapsteun en bevestig deze in de klem; laat de motorkap vervolgens voorzichtig zakken.
Pagina 626
Modellen voor Europa en Oekraïne Originele motorolie Commerciële motorolie ● ACEA C5 ● Honda-motorolie type 2.0 ● Originele Honda-motorolie Omgevingstemperatuur Omgevingstemperatuur *1: Samengesteld om de brandstofzuinigheid te verbeteren.
Pagina 627
Uitgezonderd modellen voor Europa en Oekraïne Originele motorolie Commerciële motorolie ● Originele Honda-motorolie ● ACEA C5 Omgevingstemperatuur Omgevingstemperatuur *1: Samengesteld om de brandstofzuinigheid te verbeteren.
Pagina 628
uuOnderhoud onder de motorkapuOliecontrole Oliecontrole We adviseren u het motoroliepeil telkens te controleren wanneer u tankt. 1Oliecontrole Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond. Als het oliepeil vlak bij of onder de onderste markering staat, vul dan langzaam olie bij en let op dat u niet te veel vult. Schakel het voedingssysteem uit.
Pagina 629
uuOnderhoud onder de motorkapuMotorolie bijvullen Motorolie bijvullen 1. Draai de motorolievuldop los en verwijder deze. 1Motorolie bijvullen 2. Vul langzaam olie bij. ATTENTIE 3. Zet de motorolievuldop terug en draai deze goed Vul de motorolie niet boven de bovenste markering bij. Het vast.
Pagina 630
Motorkoelvloeistof 1Motorkoelvloeistof Gespecificeerde koelvloeistof: Antivries/koelvloeistof type 2 Honda alle seizoenen WAARSCHUWING Deze koelvloeistof is voorgemengd met 50% antivries en 50% water. Voeg geen onverdunde antivries of puur water toe. Door de radiateurdop bij een hete motor te verwijderen, kan koelvloeistof naar buiten We adviseren het motorkoelvloeistofpeil telkens te controleren wanneer u tankt.
Pagina 631
uuOnderhoud onder de motorkapuMotorkoelvloeistof 3. Inspecteer het koelsysteem op lekkages. WORDT VERVOLGD...
Pagina 632
uuOnderhoud onder de motorkapuMotorkoelvloeistof ■ 1Radiateur Radiateur ATTENTIE 1. Zorg ervoor dat de motor en de radiateur Giet de vloeistof zonder te morsen langzaam en voorzichtig afgekoeld zijn. in het gat. Veeg gemorste vloeistof direct op; deze kan 2. Draai de dop van de radiateur 1/8 slag linksom en componenten in het motorcompartiment beschadigen.
Pagina 633
uuOnderhoud onder de motorkapuKoelvloeistof van hoogspanningsaccusysteem Koelvloeistof van hoogspanningsaccusysteem Koelvloeistof wordt gebruikt om de temperatuur van de hoogspanningsaccu, de 1Koelvloeistof van hoogspanningsaccusysteem voedingsregeleenheid en bijbehorende onderdelen te verlagen. Volg de onderstaande Voeg geen roestwerende middelen of andere additieven aan procedure bij het controleren van het koelvloeistofpeil. Als het koelvloeistofpeil tot onder het het koelsysteem van uw voertuig toe.
Pagina 634
uuOnderhoud onder de motorkapuKoelvloeistof van hoogspanningsaccusysteem ■ Dop van koelvloeistofreservetank hoogspanningsaccusysteem • Open de dop nooit wanneer de koelvloeistof heet is. • Door de hete koelvloeistof zult u brandwonden oplopen. • De overdrukklep gaat open bij 49 kPa.
Pagina 635
Probeer niet zelf de transmissievloeistof te controleren of verversen. transmissie beschadigen. Schade die is veroorzaakt door een transmissievloeistof die niet gelijkwaardig is aan Honda HEVF-Type 1 wordt niet gedekt door de beperkte Honda-garantie voor nieuwe voertuigen. * Niet beschikbaar op alle modellen...
Pagina 636
uuOnderhoud onder de motorkapuRemvloeistof Remvloeistof 1Remvloeistof Gespecificeerde vloeistof: Remvloeistof met DOT 3 of DOT 4 ATTENTIE ■ Remvloeistof controleren Remvloeistof aangeduid als DOT 5 is niet geschikt voor het remsysteem van uw voertuig en kan ernstige schade De vloeistof dient tussen de MIN- en MAX- Type met het stuur links veroorzaken.
Pagina 637
uuOnderhoud onder de motorkapuRemvloeistof Type met het stuur rechts Expansietank...
Pagina 638
uuOnderhoud onder de motorkapuRuitensproeiervloeistof bijvullen Ruitensproeiervloeistof bijvullen Controleer het peil van de ruitensproeiervloeistof. 1Ruitensproeiervloeistof bijvullen ATTENTIE Staat het peil te laag, vul dan het sproeierreservoir. Gebruik geen motorantivries of een azijn-wateroplossing in het voorruitsproeierreservoir. Antivries kan de lak van uw voertuig beschadigen. Een azijn- wateroplossing kan de voorruitsproeierpomp beschadigen.
Pagina 639
Lampen vervangen Koplampen De koplampen zijn van het LED-type. Laat een geautoriseerde Honda-dealer de lampen 1Koplampen inspecteren en vervangen. De lichtbundel van de koplampen is door de fabrikant afgesteld en hoeft niet bijgesteld te worden. Vervoert u echter regelmatig zware voorwerpen in de bagageruimte of Richtingaanwijzers vóór, parkeerverlichting/...
Pagina 640
Honda-dealer de lampen inspecteren en vervangen. Achterlichten, mistlamp achter en achteruitrijlichten De lampen van de achterlichten, mistlamp achter en achteruitrijlichten zijn LED-lampen. Laat een geautoriseerde Honda-dealer de lampen inspecteren en vervangen. Kentekenplaatverlichting achter De lampen van de kentekenplaatverlichting achter zijn van het LED-type. Laat een geautoriseerde Honda-dealer de lampen inspecteren en vervangen.
Pagina 641
uuLampen vervangenuAndere lampen Andere lampen ■ Lampen make-upspiegelverlichting Gebruik bij vervanging de volgende lampen. Make-upspiegelverlichting: 2 W Lamp 2. Verwijder de oude lamp en breng de nieuwe lamp aan. 1. Wrik met behulp van een platte schroevendraaier aan de rand van de afdekking om deze te verwijderen.
Pagina 642
Wisserbladen controleren en onderhouden Wisserbladen controleren Als het wisserbladrubber versleten is, laat dit strepen achter en maakt dit geluid en kunnen de harde oppervlakken van het blad krassen op de ruit veroorzaken. Wisserbladrubber van voorruit 1Wisserbladrubber van voorruit ATTENTIE 1. Zet de voedingsmodus in de stand AAN, en Volg bij het optillen van de wisserarmen altijd de vervolgens in de stand VOERTUIG UIT.
Pagina 643
uuWisserbladen controleren en onderhoudenuWisserbladrubber van voorruit 4. Duw het borglipje omlaag en schuif het wisserblad van de wisserarm af. 5. Schuif het nieuwe wisserblad op de wisserarm totdat het op zijn plaats klikt. 6. Zet beide wisserarmen weer omlaag. 7. Zet de voedingsmodus in de stand AAN en zet vervolgens de wisserschakelaar één keer in de stand MIST.
Pagina 644
uuWisserbladen controleren en onderhoudenuWisserbladrubber achter vervangen Wisserbladrubber achter vervangen 1. Til de wisserarm van de ruit. 1Wisserbladrubber achter vervangen 2. Draai de onderkant van het wisserblad omhoog ATTENTIE tot deze los komt van de ruitenwisserarm. Til de wisserarm niet met kracht omhoog. De wisserarm kan beschadigd raken als deze te hoog wordt opgetild.
Pagina 645
uuWisserbladen controleren en onderhoudenuWisserbladrubber achter vervangen 4. Verwijder de houders van het wisserblad en monteer deze op een nieuw rubberen blad. Houder 5. Schuif het nieuwe wisserblad op de houder. Verzeker u ervan dat het geheel goed vastzit en monteer vervolgens het gemonteerde wisserblad op de wisserarm.
Pagina 646
Banden controleren en onderhouden Banden controleren Voor een veilig gebruik van het voertuig dienen de banden van het juiste type en de juiste maat 1Banden controleren en in goede staat te zijn, met voldoende profiel en de juiste spanning. WAARSCHUWING ■...
Pagina 647
uuBanden controleren en onderhoudenuSlijtage-indicatoren Slijtage-indicatoren De groef is ter plaatse van de slijtage-indicator 1Banden controleren 1,6 mm minder diep dan elders op de band. Is het Laat een dealer de banden controleren als u tijdens het rijden loopvlak zodanig versleten dat de slijtage-indicator een voortdurende trilling voelt.
Pagina 648
uuBanden controleren en onderhoudenuBanden en wiel vervangen Banden en wiel vervangen Vervang uw banden door radiaalbanden van dezelfde maat, dezelfde belastings- en 1Banden en wiel vervangen snelheidskwalificatie en met dezelfde maximumwaarde voor koude bandenspanning (zoals WAARSCHUWING aangegeven op de zijkant van de band). Wanneer banden met een afwijkende maat of constructie worden gemonteerd, kan dat ertoe leiden dat bepaalde voertuigsystemen zoals het Verkeerde banden op uw voertuig monteren ABS-systeem en voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA) niet naar behoren werken.
Pagina 649
uuBanden controleren en onderhoudenuBanden wisselen Banden wisselen Het wisselen van banden volgens het onderhoudsschema helpt de bandenslijtage gelijkmatiger 1Banden wisselen te verdelen en de levensduur van de banden te verlengen. Banden met een loopvlak met voorgeschreven draairichting mogen alleen van voor naar achter gewisseld worden (niet ■...
Pagina 650
uuBanden controleren en onderhoudenuTractiehulpvoorzieningen voor sneeuw Tractiehulpvoorzieningen voor sneeuw Monteer voor het rijden op besneeuwde of bevroren wegen winterbanden of 1Tractiehulpvoorzieningen voor sneeuw sneeuwkettingen; pas uw snelheid aan en houd tijdens het rijden voldoende afstand tot de WAARSCHUWING overige verkeersdeelnemers. Gebruik van de verkeerde kettingen of niet correct Bedien het stuurwiel en de remmen met de grootste zorgvuldigheid om slippen te voorkomen.
Pagina 651
12V-accu 12V-accu controleren De toestand van de accu wordt gecontroleerd door 112V-accu een sensor op de minpool van de accu. Als er een WAARSCHUWING probleem is met deze sensor, wordt op de interface voor bestuurdersinformatie een De accu stoot explosief waterstofgas uit tijdens waarschuwingsbericht weergegeven.
Pagina 652
uu12V-accuu12V-accu opladen 12V-accu opladen Koppel de beide accukabels los om schade aan het elektrisch systeem van uw voertuig te 112V-accu voorkomen. Koppel altijd eerst de kabel aan de minpool (−) los en sluit deze als laatste weer aan. Noodprocedures Ogen: Ten minste 15 minuten spoelen met water uit een kop of ander type container.
Pagina 653
uu12V-accuu12V-accu vervangen 12V-accu vervangen Wanneer u de 12V-accu verwijdert en vervangt, dient u altijd de veiligheid bij onderhoud en 112V-accu vervangen de waarschuwingen bij het controleren van de accu in acht te nemen om mogelijke gevaren te ATTENTIE voorkomen. Een onjuist afgevoerde accu kan zeer schadelijk zijn voor het 2 Veilig onderhoud BLZ.
Pagina 654
uu12V-accuu12V-accu vervangen 6. Verwijder het accudeksel. 7. Haal de accu er voorzichtig uit. Accudeksel...
Pagina 655
uu12V-accuuAcculabel Acculabel Voorbeeld 1Acculabel GEVAAR • Houd vuur en vonken uit de buurt van de accu. Accu's produceren explosief gas dat explosies kan veroorzaken. • Draag een veiligheidsbril en rubberhandschoenen bij het hanteren van de accu; door blootstelling aan de accu- elektrolyt kunt u verbranden of blind worden.
Pagina 656
Verzorging van de afstandsbediening De batterij van de afstandsbediening vervangen Als de indicator niet gaat branden wanneer op de knop wordt gedrukt, vervang dan de 1De batterij van de afstandsbediening vervangen batterij. WAARSCHUWING Batterijtype: CR2032 RISICO OP CHEMISCHE BRANDWONDEN 1. Verwijder de geïntegreerde sleutel. Bij inslikken kan de batterij van de afstandsbediening ernstige interne brandwonden en zelfs dodelijk letsel...
Pagina 657
uuVerzorging van de afstandsbedieninguDe batterij van de afstandsbediening vervangen 3. Verwijder de batterij door de rand los te wrikken 1De batterij van de afstandsbediening vervangen met een platte schroevendraaier. Let bij het ATTENTIE vervangen van de batterij op de juiste polariteit. Een onjuist afgevoerde batterij kan milieuschade Omwikkel een platte schroevendraaier met veroorzaken.
Pagina 658
Onderhoud van klimaatregelsysteem Airconditioning Om een goede en veilige werking van het klimaatregelsysteem te garanderen, mag het 1Onderhoud van klimaatregelsysteem koelsysteem alleen door een gekwalificeerde monteur worden onderhouden. ATTENTIE Uitgestoten koelmiddel is schadelijk voor het milieu. Repareer de verdamper (koelspiraal) van de airconditioning nooit en vervang deze nooit door Om de uitstoot van koelmiddel te voorkomen, mag u de een verdamper die is verwijderd uit een gebruikt of hergebruikt voertuig.
Pagina 659
uuOnderhoud van klimaatregelsysteemuStof- en pollenfilter Stof- en pollenfilter ■ 1Stof- en pollenfilter Wanneer het stof- en pollenfilter moet worden vervangen Als de luchtstroom van het klimaatregelsysteem duidelijk Vervang het stof- en pollenfilter volgens het aanbevolen onderhoudsschema van uw voertuig. afneemt en de ramen makkelijk beslaan, dient het filter Het is raadzaam om het filter zelfs eerder te vervangen als het voertuig in een stoffige wellicht te worden vervangen.
Pagina 660
uuOnderhoud van klimaatregelsysteemuStof- en pollenfilter 2. Druk op de aanslag aan de passagierszijde van het handschoenenkastje om deze los te maken van het handschoenenkastje. 3. Maak de twee lipjes los door op elk zijpaneel te drukken. 4. Draai het handschoenenkastje opzij. Aanslag Lipjes 5.
Pagina 661
Reinigen Interieurverzorging Gebruik een stofzuiger om stof te verwijderen voordat u dat met een doek doet. 1Interieurverzorging Gebruik een vochtige doek met een mengsel van een mild reinigingsmiddel en warm water om Mors geen vloeistoffen in het interieur van het voertuig. vuil te verwijderen.
Pagina 662
uuReinigenuInterieurverzorging ■ 1Ruiten reinigen Ruiten reinigen Aan de binnenzijde van de achterruit zijn draden Gebruik hierbij een glasreinigingsmiddel. aangebracht. Wrijf met een zachte doek in dezelfde richting als de draden om beschadiging van de draden te voorkomen. Zorg dat u geen vloeistoffen, zoals water of glasreinigingsmiddel, morst op of rondom de afdekking van ■...
Pagina 663
uuReinigenuInterieurverzorging ■ 1Leren bekleding onderhouden Leren bekleding onderhouden Het is belangrijk dat vuil of stof zo snel mogelijk wordt Voor een goede reiniging van leer: verwijderd of weggeveegd. Gemorste vloeistof kan 1. Gebruikt u eerst een stofzuiger of zachte droge doek om vuil of stof te verwijderen. doordringen in leer en vlekken veroorzaken.
Pagina 664
uuReinigenuExterieurverzorging Exterieurverzorging Verwijder na iedere rit het stof van de carrosserie. Inspecteer uw voertuig regelmatig op krassen in gelakte oppervlakken. Een kras in een gelakt oppervlak kan carrosserieroest tot 1Voertuig wassen gevolg hebben. Ontdekt u een kras, repareer deze dan zo snel mogelijk. Spuit geen water in de luchtinlaatroosters.
Pagina 665
uuReinigenuExterieurverzorging ■ 1Was aanbrengen Was aanbrengen ATTENTIE Een zorgvuldig aangebrachte autocarrosseriewaslaag helpt de lak van uw voertuig tegen de Chemische oplosmiddelen en krachtige reinigingsmiddelen elementen te beschermen. Was verdwijnt na verloop van tijd en na blootstelling van de autolak kunnen schade aan de lak en aan metalen en kunststoffen aan de elementen;...
Pagina 666
uuReinigenuExterieurverzorging ■ Beslagen lenzen van de buitenverlichting De binnenzijde van de lenzen van de buitenverlichting (koplampen, remlichten, enz.) kan tijdelijk beslaan wanneer u in de regen hebt gereden of nadat het voertuig is gewassen in een wasstraat. In de lenzen kan ook condensatie ophopen als er een groot genoeg verschil is tussen de omgevingstemperatuur en de temperatuur in de lens (zoals ook de ruiten van het voertuig beslaan in regenachtige omstandigheden).
Pagina 667
• Breng geen andere accessoires aan dan originele Honda-accessoires op de gebieden die Onjuiste accessoires of modificaties kunnen van voor uw voertuig zijn gemarkeerd met SRS AIRBAG, op de zijkant of de rugleuning van de...
Pagina 668
Als u uw hoogspanningsaccu ooit moet vervangen als de garantie niet meer geldig is, gebruik dan alleen een originele hoogspanningsaccu van Honda. Een originele hoogspanningsaccu van Honda is speciaal ontworpen om te werken met het hybride voedingssysteem van uw voertuig en is dusdanig ontworpen, ontwikkeld en gefabriceerd dat situaties met te hoge ladingen worden voorkomen.
Pagina 669
Onverwachte gebeurtenissen In dit hoofdstuk worden problemen beschreven die soms kunnen optreden en maatregelen die u kunt nemen om de problemen te verhelpen. Bij een lekke band Controlelampje gaat branden/knipperen Als het controlelampje lage bandenspanning/ Lekke band tijdelijk repareren....668 Als de waarschuwing Motoroliedruk laag verschijnt ...692 waarschuwingssysteem bandenspanning gaat Hanteren van de krik ......
Pagina 670
Bij een lekke band Lekke band tijdelijk repareren Als de band een grote snee of een andere ernstige beschadiging heeft, moet u het voertuig 1Lekke band tijdelijk repareren laten wegslepen. Alleen als de band een kleine lekkage vertoont, bijvoorbeeld door een spijker, Gebruik de set niet in de volgende omstandigheden.
Pagina 671
uuBij een lekke banduLekke band tijdelijk repareren ■ 1Voorbereidingen voor tijdelijke reparatie van lekke band Voorbereidingen voor tijdelijke reparatie van lekke band Lees aandachtig het label met instructies dat op de set is aangebracht als u een band tijdelijk wilt repareren. Luchtcompressor Knop voor aflaten van druk Schakelaar luchtcompressor...
Pagina 672
uuBij een lekke banduLekke band tijdelijk repareren 1. Open de achterklep. 2. Trek aan de hendel om de compartimentafdekking te verwijderen die zich links in de bagageruimte bevindt. 3. Neem de kit uit het compartiment. 4. Plaats de kit rechtop op een vlakke ondergrond in de buurt van de lekke band, uit de buurt van verkeer.
Pagina 673
uuBij een lekke banduLekke band tijdelijk repareren ■ 1Dichtingsmiddel en lucht injecteren Dichtingsmiddel en lucht injecteren WAARSCHUWING 1. Verwijder de ventieldop van de ventielstift van de band. Het bandendichtingsmiddel bevat schadelijke bestanddelen die dodelijk kunnen zijn bij inslikken. Indien het middel per ongeluk toch wordt ingeslikt, moet overgeven worden vermeden.
Pagina 674
uuBij een lekke banduLekke band tijdelijk repareren 4. Houd de fles met het dichtingsmiddel ondersteboven en bevestig de verpakking vervolgens in de uitsparing van de luchtcompressor. 5. Bevestig de slang voor dichtingsmiddel/lucht op de ventielstift van de band. Schroef de bevestiging vast tot deze goed vast zit.
Pagina 675
uuBij een lekke banduLekke band tijdelijk repareren 6. Sluit de compressor aan op de 1Dichtingsmiddel en lucht injecteren accessoirevoeding. WAARSCHUWING Zorg dat het snoer niet klem komt te zitten in een portier of raam. Door de motor te laten draaien in een (deels) 2 Accessoirevoedingen BLZ.
Pagina 676
12. Koppel de fles los van de luchtcompressor. Bezoek een Honda-dealer voor een nieuwe fles met 13. Druk op de knop voor het aflaten van druk tot dichtingsmiddel en een juiste afvoer van de lege fles.
Pagina 677
uuBij een lekke banduLekke band tijdelijk repareren ■ Het dichtingsmiddel in de band verdelen 1. Plak het label met de snelheidsbeperking op de aangegeven locatie. 2. Rijd ongeveer 10 minuten met het voertuig. Rijd niet sneller dan 80 km/h. 3. Parkeer het voertuig op een veilige plek. Label met snelheidsbeperking WORDT VERVOLGD...
Pagina 678
uuBij een lekke banduLekke band tijdelijk repareren 4. Controleer de bandenspanning opnieuw met de meter op de luchtcompressor. Schakel de luchtcompressor niet in om de druk te controleren. 5. Als de bandenspanning: • Minder is dan 130 kPa (1,3 bar): Niet oppompen of doorrijden.
Pagina 679
uuBij een lekke banduLekke band tijdelijk repareren • Hoger dan 130 kPa (1,3 bar), maar lager dan 1Het dichtingsmiddel in de band verdelen voor: 230 kPa (2,3 bar)/achter: 220 kPa WAARSCHUWING (2,2 bar): Schakel de luchtcompressor in om de band op Door de motor te laten draaien in een (deels) te pompen tot de bandenspanning voor: afgesloten ruimte ontstaat er mogelijk een...
Pagina 680
uuBij een lekke banduLekke band tijdelijk repareren ■ 1Een zachte band oppompen Een zachte band oppompen WAARSCHUWING U kunt de kit gebruiken om een niet-lekke band met een te lage bandspanning op te pompen. 1. Neem de kit uit de bagageruimte. Door de motor te laten draaien in een (deels) 2 Voorbereidingen voor tijdelijke afgesloten ruimte ontstaat er mogelijk een...
Pagina 681
uuBij een lekke banduLekke band tijdelijk repareren 5. Bevestig de luchtslang op het ventiel van de band. Schroef de bevestiging vast tot deze goed vast zit. Ventielstift van band Luchtslang 6. Sluit de compressor aan op de accessoirevoeding. Zorg dat het snoer niet klem komt te zitten in een portier of raam.
Pagina 682
uuBij een lekke banduLekke band tijdelijk repareren 8. Schakel de luchtcompressor in om de band op te pompen. De compressor pompt lucht in de band. Als u de motor gestart hebt, laat deze dan draaien tijdens het pompen. 9. Pomp de band op tot de opgegeven luchtdruk is bereikt.
Pagina 683
Hanteren van de krik Uw voertuig heeft krikpunten zoals afgebeeld. Neem bij het vervangen van de banden contact op met een dealer. Krikpunten...
Pagina 684
Voedingssysteem start niet De procedure controleren Als het voedingssysteem niet start, controleert u de volgende punten en onderneemt u de juiste actie. Controlelijst Conditie Wat te doen ● Controleer of het Het bericht Temperatuur te laag voor werking van voertuig Wacht totdat de omgevingstemperatuur hoger wordt of verplaats het voertuig naar een plaats die warmer is.
Pagina 685
uuVoedingssysteem start nietuDe procedure controleren Wanneer de motor onmiddellijk moet worden gestart, gebruik dan een ander voertuig of hulpaccu om de motor met startkabels te starten. 2 Als de 12V-accu leeg is BLZ. 687 Afhankelijk van de situatie kan het mogelijk zijn om het voedingssysteem tijdelijk te starten met behulp van de noodstartprocedure.
Pagina 686
uuVoedingssysteem start nietuBij een zwakke batterij van de sleutelloze afstandsbediening Bij een zwakke batterij van de sleutelloze afstandsbediening Als de zoemer klinkt, wordt het bericht Raak startknop aan met embleemzijde van afstandsbediening om te starten weergegeven op de interface voor bestuurdersinformatie, de knop POWER knippert en het controlelampje (Gereed) niet gaat branden, schakelt u het voedingssysteem als volgt in:...
Pagina 687
uuVoedingssysteem start nietuVoedingssysteem aan in geval van nood Voedingssysteem aan in geval van nood Als het voedingssysteem niet kan worden ingeschakeld met de normale startprocedure, kunt u het mogelijk inschakelen met de onderstaande noodstartprocedure. Gebruik deze procedure niet als er geen sprake is van een noodgeval. 1.
Pagina 688
uuVoedingssysteem start nietuVoedingssysteem uit in geval van nood Voedingssysteem uit in geval van nood De knop POWER kan worden gebruikt om het voedingssysteem vanwege een noodsituatie uit 1Voedingssysteem uit in geval van nood te schakelen, zelfs tijdens het rijden. Als u het voedingssysteem moet uitschakelen, voer dan ATTENTIE een van de volgende acties uit: Druk tijdens het rijden de knop POWER niet in, tenzij het...
Pagina 689
Als de 12V-accu leeg is Procedure voor starten met startkabels Schakel de stroomtoevoer uit naar elektrische apparaten zoals het audiosysteem en de 1Procedure voor starten met startkabels verlichting. Schakel het voedingssysteem uit en open vervolgens de motorkap. WAARSCHUWING 1. Open de afdekking op de pluspool + van de 12V-accu.
Pagina 690
uuAls de 12V-accu leeg isuProcedure voor starten met startkabels 5. Sluit het andere uiteinde van de tweede 1Procedure voor starten met startkabels startkabel aan op de bout, zoals aangegeven. De capaciteit van een 12V-accu neemt af in koude Sluit deze hulpstartkabel niet op een ander weersomstandigheden, zodanig dat de motor mogelijk niet onderdeel aan.
Pagina 691
uuAls de 12V-accu leeg isuProcedure voor starten met startkabels ■ 1Procedure voor starten met startkabels Als het voedingssysteem eenmaal is ingeschakeld De controlelampjes van het systeem van de Als het voedingssysteem van uw voertuig eenmaal is ingeschakeld, verwijder de startkabels voertuigstabiliteitsregeling (VSA), de Adaptive Cruise Control dan in de onderstaande volgorde.
Pagina 692
Oververhitting Wat te doen bij oververhitting Symptomen van oververhitting: 1Wat te doen bij oververhitting • Als de melding Temperatuur voedingssysteem hoog. Vermogen mogelijk WAARSCHUWING verminderd. wordt weergegeven op de interface voor bestuurdersinformatie. • De melding Motortemperatuur te hoog. Rijd niet. Laat de motor afkoelen. Stoom en spuitende vloeistof uit een verschijnt op de interface voor bestuurdersinformatie.
Pagina 693
uuOververhittinguWat te doen bij oververhitting ■ Wat vervolgens te doen 1Wat te doen bij oververhitting 1. Controleer of de koelventilator werkt en schakel WAARSCHUWING het voedingssysteem uit zodra de melding Motortemperatuur te hoog. Rijd niet. Laat Door de radiateurdop bij een hete motor te de motor afkoelen.
Pagina 694
Controlelampje gaat branden/knipperen Als de waarschuwing Motoroliedruk laag verschijnt ■ Redenen waarom de waarschuwing verschijnt 1Als de waarschuwing Motoroliedruk laag verschijnt Verschijnt wanneer de motoroliedruk te laag is. ATTENTIE ■ Wat te doen wanneer de waarschuwing verschijnt Wanneer de motor blijft draaien bij een te lage oliedruk, 1.
Pagina 695
uuControlelampje gaat branden/knipperenuAls de waarschuwing Verminderde stopkracht wordt weergegeven Als de waarschuwing Verminderde stopkracht wordt weergegeven ■ Redenen waarom de waarschuwing verschijnt Verschijnt wanneer het remvermogen is beperkt. ■ Wat te doen wanneer de waarschuwing verschijnt Rem af en rijd voorzichtig. Laat het voertuig door een dealer controleren. Storingsindicatielampje brandt of knippert ■...
Pagina 696
uuControlelampje gaat branden/knipperenuAls het rode controlelampje van het remsysteem gaat branden of knipperen Als het rode controlelampje van het remsysteem gaat branden of knipperen 1Als het rode controlelampje van het remsysteem gaat branden of ■ knipperen Redenen voor branden van controlelampje •...
Pagina 697
uuControlelampje gaat branden/knipperenuAls het controlelampje van het elektrisch stuurbekrachtigingssysteem (EPS) gaat branden Als het controlelampje van het elektrisch stuurbekrachtigingssysteem (EPS) gaat branden ■ Redenen voor branden van controlelampje Gaat branden wanneer er een probleem is met het EPS-systeem of de monitor bestuurdersaandacht.
Pagina 698
uuControlelampje gaat branden/knipperenuAls het rode remsysteemcontrolelampje brandt/knippert en het amber controlelampje brandt Als het rode remsysteemcontrolelampje brandt/knippert en het amber controlelampje brandt ■ Als het controlelampje van het remsysteem (rood) gaat branden of 1Als het rode remsysteemcontrolelampje brandt/knippert en het knippert terwijl tegelijkertijd het controlelampje van het remsysteem amber controlelampje brandt (amber) gaat branden, zet u de parkeerrem handmatig of automatisch...
Pagina 699
uuControlelampje gaat branden/knipperenuAls het controlelampje lage bandenspanning/waarschuwingssysteem bandenspanning gaat branden of knippert Als het controlelampje lage bandenspanning/ waarschuwingssysteem bandenspanning gaat branden of knippert ■ Redenen voor branden of knipperen van controlelampje 1Als het controlelampje lage bandenspanning/ Eén van de banden heeft een zeer lage bandenspanning of het waarschuwingssysteem bandenspanning gaat branden of waarschuwingssysteem voor bandenspanning is niet gekalibreerd.
Pagina 700
uuControlelampje gaat branden/knipperenuAls het controlelampje van het transmissiesysteem knippert naast het waarschuwingsbericht Als het controlelampje van het transmissiesysteem knippert naast het waarschuwingsbericht ■ 1Als het controlelampje van het transmissiesysteem knippert naast Redenen voor het knipperen van het controlelampje het waarschuwingsbericht Er is een storing in de transmissie.
Pagina 701
Zekeringen Locaties van zekeringen Als er elektrische apparaten zijn die niet werken, zet de voedingsmodus dan op VOERTUIG UIT (STUURSLOT) en controleer of er een bijbehorende zekering is doorgebrand. ■ Zekeringenkast in motorcompartiment Bevindt zich bij de 12V-accu. Druk op de lipjes om de kast te openen. De locaties van de zekeringen worden weergegeven in onderstaande afbeelding.
Pagina 702
uuZekeringenuLocaties van zekeringen ■ Beschermd circuit en ampèrage zekering Beschermd circuit Ampère Beschermd circuit Ampère − 30 A 20 A Beschermd circuit Ampère WISSER 30 A STOP 10 A ACCU 175 A 70 A LCM R 20 A A/C PTC1 40 A IG MAIN2 30 A...
Pagina 703
uuZekeringenuLocaties van zekeringen ■ Zekeringenkast interieur Bevindt zich onder het dashboard. De locaties van de zekeringen worden weergegeven in onderstaande afbeelding. Bepaal de locatie van de betreffende zekering aan de hand van het zekeringnummer in de afbeelding en de tabel. Zekeringkast (type met stuur links) Zekeringkast (type met stuur rechts) WORDT VERVOLGD...
Pagina 704
uuZekeringenuLocaties van zekeringen ■ Beschermd circuit en ampèrage zekering Beschermd circuit Ampère Beschermd circuit Ampère 10 A Beschermd circuit Ampère − − ABS/VSA 10 A P/W DR 20 A PAS.STOEL VERSCHUIVEN 20 A BRANDSTOFPOMP 20 A P/W AS 20 A OPTIE1 / BRANDSTOFKLEP 10 A ONTGRENDELING PORTIER L...
Pagina 705
uuZekeringenuZekeringen controleren en vervangen Zekeringen controleren en vervangen 1. Zet de voedingsmodus in de stand VOERTUIG UIT 1Zekeringen controleren en vervangen (STUURSLOT). Schakel de koplampen en ATTENTIE accessoires uit. Een zekering vervangen door een exemplaar met een hoger 2. Verwijder het deksel van de zekeringkast. ampèrage vergroot de kans op schade aan het elektrisch 3.
Pagina 706
uuZekeringenuZekeringen controleren en vervangen 4. Controleer de gecombineerde zekeringen in de zekeringkast in het motorcompartiment. Kijk in de ruimte tussen de zekeringen. Als de zekering is doorgebrand, laat u deze vervangen door een dealer. Doorgebrande zekering Gecombineerde zekering...
Pagina 707
uuZekeringenuZekeringen controleren en vervangen 5. Controleer de kleine zekeringen in het motorcompartiment en het interieur. Wanneer een zekering is doorgebrand, verwijder deze dan met behulp van een in de handel verkrijgbare zekeringtrekker en breng een nieuwe zekering aan.
Pagina 708
Slepen in noodsituaties Bel een professionele sleepdienst indien uw voertuig weggesleept moet worden. 1Slepen in noodsituaties ■ ATTENTIE Autotransporter Als u probeert uw voertuig aan de bumpers op te laten tillen De bestuurder laadt uw voertuig achter op een transportvoertuig. of te slepen, veroorzaakt dit ernstige beschadiging.
Pagina 709
Wanneer u de brandstoftankklep niet kunt ontgrendelen ■ 1Wat te doen wanneer de brandstoftankklep niet kan worden Wat te doen wanneer de brandstoftankklep niet kan worden ontgrendeld ontgrendeld Neem na het uitvoeren van deze stappen contact op met een Volg de onderstaande procedure wanneer de brandstoftankklep niet kan worden dealer om het voertuig te laten controleren.
Pagina 710
Wanneer u de achterklep niet kunt openen ■ 1Wat te doen wanneer de achterklep niet kan worden geopend Wat te doen wanneer de achterklep niet kan worden geopend Volgende: Volg de onderstaande procedure wanneer de achterklep niet kan worden geopend. Neem na het uitvoeren van deze stappen contact op met een 1.
Pagina 711
uuWanneer u de achterklep niet kunt openenu 2. Om de achterklep te openen, drukt u op de Modellen met elektrisch bediende achterklep achterklep terwijl u de hendel met de platte schroevendraaier naar rechts schuift. Hendel Modellen zonder elektrisch bediende achterklep Hendel...
Pagina 713
Informatie Dit hoofdstuk bevat informatie over voertuigspecificaties, locaties van identificatienummers en andere wettelijke vereisten. Specificaties ...........712 Identificatienummers Voertuigidentificatienummer (VIN), nummer benzinemotor, nummer elektromotor en transmissienummer ........715 Apparaten die radiogolven uitzenden ..716 Overzicht Conformiteitsverklaring ..761 Open Source-licentie Open Source-licentie meter ....763 Open Source-licentie TCU ....763 * Niet beschikbaar op alle modellen...
Pagina 714
Specificaties ■ ■ ■ Voertuigspecificaties Motorspecificaties Lampen Model ZR-V Type Watergekoeld, in-line 4-cilinder DOHC Koplampen (dimlicht) Rijklaar voertuiggewicht 1585 - 1635 kg Boring x slag 81,0 x 96,7 mm Koplampen (grootlicht) zonder lading Cilinderinhoud 1993 cm Richtingaanwijzers vóór, parkeerverlichting/ Zie het certificatielabel op de sponning voertuigverlichting overdag Compressieverhouding 13,9 : 1 Maximaal toegestane...
Pagina 715
■ ■ ■ Remvloeistof Motorkoelvloeistof Remmen Gespecificeerd Remvloeistof met DOT 3 of DOT 4 Honda antivries/koelvloeistof type 2 alle Type Rembekrachtiging Gespecificeerd seizoenen Voor Geventileerde remschijf ■ Verhouding 50/50 met gedistilleerd water Achter Massieve remschijf Airconditioning 5,73 l Elektronische...
Pagina 716
uuSpecificatiesu ■ Montagepunt/achteroverhang van de 716 mm trekhaak 652 mm 958 mm Afmetingen 1000 mm 1042 mm 1021 mm OPMERKING: -markeringen geven bevestigingspunten van trekhaak weer. -markering geeft koppelingspunt van trekhaak weer. ■ Max. trekgewicht Aanhanger/caravan met remmen 750 kg Aanhanger/caravan zonder remmen 700 kg Maximale toegestane verticale belasting...
Pagina 717
Identificatienummers Voertuigidentificatienummer (VIN), nummer benzinemotor, nummer elektromotor en transmissienummer 1Voertuigidentificatienummer (VIN), nummer benzinemotor, nummer elektromotor en transmissienummer Uw voertuig heeft een 17-cijferig voertuigidentificatienummer (VIN) dat wordt gebruikt voor Het voertuigidentificatienummer (VIN) in het interieur registratie voor garantiedoeleinden en het kentekennummer en het verzekeren van uw bevindt zich onder de afdekking.
Pagina 718
D-93055 Regensburg Duitsland Naam fabrikant: Continental Automotive GmbH Frequentieband: 125 kHz Maximaal verzonden vermogen: 10 mW Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België * Niet beschikbaar op alle modellen...
Pagina 719
Apparaat met klein bereik voor bediening op afstand Postadres: Siemensstrasse 12 D-93055 Regensburg Duitsland Naam fabrikant: Continental Automotive GmbH Frequentieband: 433,92 MHz Maximaal verzonden vermogen: 1 mW Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België WORDT VERVOLGD...
Pagina 720
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Turkije Sleutelloos toegangssysteem Instructies en veiligheidsinformatie: Apparaat met klein bereik voor bediening op afstand Postadres: Siemensstrasse 12 D-93055 Regensburg Duitsland Naam fabrikant: Continental Automotive GmbH Frequentieband: 125 kHz Maximaal verzonden vermogen: 10 mW Naam importeur: Postadres:...
Pagina 721
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Turkije Sleutelloos toegangssysteem Instructies en veiligheidsinformatie: Apparaat met klein bereik voor bediening op afstand Postadres: Siemensstrasse 12 D-93055 Regensburg Duitsland Naam fabrikant: Continental Automotive GmbH Frequentieband: 433,92 MHz Maximaal verzonden vermogen: 1 mW Naam importeur: Postadres: WORDT VERVOLGD...
Pagina 722
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Turkije Handsfree telefoonsysteem http://www.ptc.panasonic.eu/ Hierbij verklaart Panasonic Corporation dat het hierboven vermelde type radioapparaat voldoet aan richtlijn 2014/53/EU. Ga naar http:// www.ptc.panasonic.eu/, klik op "Declaration of Conformity" (Verklaring van conformiteit), typ het onderstaande trefwoord in het zoekveld om de meest recente "VERKLARING van CONFORMITEIT"...
Pagina 723
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Turkije Noodoproep (eCall) https://www.denso.com/global/en/contact-us/doc/ Hierbij verklaart DENSO CORPORATION dat het radioapparaattype voldoet aan richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-verklaring van conformiteit is beschikbaar op het volgende internetadres: https://www.denso.com/global/en/contact-us/doc/ Beoogd gebruik: eCall-apparaat voor voertuig Postadres: 1-1, Showa-cho, Kariya-shi, Aichi-ken, 448-8661, Japan Naam fabrikant: DENSO CORPORATION Frequentieband: Model: OGEY23...
Pagina 724
Modellen voor Turkije Externe tuner Digital Key http://www.ptc.panasonic.eu/ https://continental-homologation.com/honda Hierbij verklaart Panasonic Corporation dat het hierboven vermelde type Hierbij verklaart Continental dat het radioapparaat type A2C192350/ radioapparaat voldoet aan richtlijn 2014/53/EU. Ga naar http:// A2C192351 voldoet aan Richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU- www.ptc.panasonic.eu/, klik op "Declaration of Conformity"...
Pagina 725
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Turkije Draadloze oplader https://www.lg.com/global/support/cedoc/cedoc http://bhevs.co.kr/bbs/board.php?tbl=e_bbs42_2 Hierbij verklaart BH EVS Co.,Ltd. dat het radioapparaat type WC500HOCI21 voldoet aan richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-verklaring van conformiteit is beschikbaar op het volgende internetadres: Hierbij verklaart LG Electronics Inc. dat het radioapparaat type http://bhevs.co.kr/bbs/board.php?tbl=e_bbs42_2 WC500HOCI21 voldoet aan richtlijn 2014/53/EU.
Pagina 726
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Turkije Dode hoek-informatiesysteem /Uitparkeermonitor https://www.veoneer.com/en/regulatory Hierbij verklaart Venoneer US, Inc. dat het object van de verklaring zoals hierboven beschreven in overeenstemming is met de desbetreffende harmonisatiewetgeving van de Unie. https://www.veoneer.com/en/regulatory Beoogd gebruik: 24 GHz radarsensor met klein bereik Postadres: 26545 American Drive Southfield, Michigan, 48034 Verenigde Staten van Amerika...
Pagina 727
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Servië Sleutelloos toegangssysteem Sleutelloos toegangssysteem WORDT VERVOLGD...
Pagina 728
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Servië Draadloze oplader * Niet beschikbaar op alle modellen...
Pagina 729
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Servië Telematicaregeleenheid Dode hoek-informatiesysteem /Uitparkeermonitor https://www.denso.com/global/en/contact-us/doc/ * Niet beschikbaar op alle modellen WORDT VERVOLGD...
Pagina 730
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Servië Handsfree telefoonsysteem...
Pagina 731
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Oekraïne Sleutelloos toegangssysteem Postadres: Siemensstrasse 12 D-93055 Regensburg Duitsland Naam fabrikant: Continental Automotive GmbH Frequentieband: 125 kHz Maximaal verzonden vermogen: 10 mW Naam importeur: Pride Motor LLC Postadres: 12, Sagaydachnogo Str., Kyiv,04070, Oekraïne WORDT VERVOLGD...
Pagina 732
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Oekraïne Sleutelloos toegangssysteem Postadres: Siemensstrasse 12 D-93055 Regensburg Duitsland Naam fabrikant: Continental Automotive GmbH Frequentieband: 433,92 MHz Maximaal verzonden vermogen: 1 mW Naam importeur: Pride Motor LLC Postadres: 12, Sagaydachnogo Str., Kyiv,04070, Oekraïne...
Pagina 733
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Oekraïne Handsfree telefoonsysteem https://service.panasonic.ua/ Postadres: 4261 Ikonobe-cho, Tsuzuki-ku, Yokohama City, 224-8520, Japan Naam fabrikant: Panasonic Automotive Systems Co., Ltd. Frequentieband: Specificaties van Bluetooth Frequentieband: 2402-2480 MHz Specificaties van 2,4 GHz WLAN Frequentieband: 2412-2472 MHz Maximum uitgangsvermogen: Specificaties van Bluetooth Maximum uitgangsvermogen: 0,1 dBm...
Pagina 734
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Oekraïne Handsfree telefoonsysteem...
Pagina 735
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Oekraïne Dode hoek-informatiesysteem /Uitparkeermonitor Postadres: 26545 American Drive Southfield, Michigan, 48034 Verenigde Staten Naam fabrikant: Veoneer US, Inc. Frequentieband: 24,125 GHz Maximum uitgangsvermogen: 13 dBm Naam importeur: Pride Motor LLC Postadres: 12, Sagaydachnogo Str., Kyiv,04070, Oekraïne * Niet beschikbaar op alle modellen WORDT VERVOLGD...
Pagina 736
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Oekraïne Draadloze oplader http://bhevs.co.kr/bbs/board.php?tbl=e_bbs42_2 https://www.lg.com/global/support/cedoc/cedoc Postadres: Naam importeur: Pride Motor LLC Postadres: 12, Sagaydachnogo Str., Kyiv,04070, Oekraïne Naam fabrikant: BH EVS Co., Ltd. Frequentieband: 111 kHz Maximum uitgangsvermogen: 42 dBuA/m bij 10 m Naam importeur: Pride Motor LLC Postadres: 12, Sagaydachnogo Str., Kyiv,04070, Oekraïne...
Pagina 737
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Oekraïne Draadloze oplader * Niet beschikbaar op alle modellen WORDT VERVOLGD...
Pagina 738
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Draadloze oplader * Niet beschikbaar op alle modellen...
Pagina 739
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Oekraïne Digital Key Naam fabrikant: Continental Automotive GmbH Postadres: Frequentiebereik BLE: 2,402 GHz tot 2,48 GHz Maximum uitgangsvermogen BLE: +20 dBm Naam importeur: Pride Motor LLC Postadres: 12, Sagaydachnogo Str., Kyiv,04070, Oekraïne WORDT VERVOLGD...
Pagina 740
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Oekraïne Externe tuner...
Pagina 741
Apparaat met klein bereik voor bediening op afstand Postadres: Siemensstrasse 12 D-93055 Regensburg Duitsland Naam fabrikant: Continental Automotive GmbH Frequentieband: 125 kHz Maximaal verzonden vermogen: 10 mW Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België WORDT VERVOLGD...
Pagina 742
Apparaat met klein bereik voor bediening op afstand Postadres: Siemensstrasse 12 D-93055 Regensburg Duitsland Naam fabrikant: Continental Automotive GmbH Frequentieband: 433,92 MHz Maximaal verzonden vermogen: 1 mW Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België...
Pagina 743
Specificaties van 2,4 GHz WLAN Frequentieband: 2412 - 2472 MHz Maximaal verzonden vermogen: Specificaties van Bluetooth Maximum uitgangsvermogen: 0,1 dBm Specificaties van 2,4 GHz WLAN Maximum uitgangsvermogen: 11,9 dBm Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België WORDT VERVOLGD...
Pagina 744
1) 2 W 2) 1 W 3-4) 0,25 W 5)-9) 0,20 W 10) 0,032 W 11),12) 0,016 W Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België * Niet beschikbaar op alle modellen...
Pagina 745
Naam fabrikant: Frequentieband: Panasonic Corporation 24,05 – 24,25 GHz Naam importeur: Maximum uitgangsvermogen: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office 13 dBm piek Postadres: Naam importeur: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België...
Pagina 746
42 dBuA/m bij 10 m Frequentieband: Naam importeur: 111 kHz/max. vermogen: 42 dBuA/m bij 10 m Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Maximum uitgangsvermogen: Postadres: 111 kHz/max. vermogen: 42 dBuA/m bij 10 m Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België...
Pagina 747
Naam fabrikant: Continental Automotive GmbH Frequentieband: Frequentiebereik BLE: 2,402 GHz tot 2,48 GHz Maximum uitgangsvermogen: Maximum uitgangsvermogen BLE: +20 dBm Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België WORDT VERVOLGD...
Pagina 748
Apparaat met klein bereik voor bediening op afstand Postadres: Siemensstrasse 12 D-93055 Regensburg Duitsland Naam fabrikant: Continental Automotive GmbH Frequentieband: 125 kHz Maximaal verzonden vermogen: 10 mW Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België...
Pagina 749
Apparaat met klein bereik voor bediening op afstand Postadres: Siemensstrasse 12 D-93055 Regensburg Duitsland Naam fabrikant: Continental Automotive GmbH Frequentieband: 433,92 MHz Maximaal verzonden vermogen: 1 mW Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België WORDT VERVOLGD...
Pagina 750
Specificaties van 2,4 GHz WLAN Frequentieband: 2412-2472 MHz Maximum uitgangsvermogen: Specificaties van Bluetooth Maximum uitgangsvermogen: 0,1 dBm Specificaties van 2,4 GHz WLAN Maximum uitgangsvermogen: 11,9 dBm Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België...
Pagina 751
1) 2 W 2) 1 W 3-4) 0,25 W 5)-9) 0,20 W 10) 0,032 W 11),12) 0,016 W Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België * Niet beschikbaar op alle modellen...
Pagina 752
111 kHz/max. vermogen: 42 dBuA/m bij 10 m max. vermogen: 42 dBuA/m bij 10 m Maximum uitgangsvermogen: Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office 111 kHz/max. vermogen: 42 dBuA/m bij 10 m Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België...
Pagina 753
Naam fabrikant: Continental Automotive GmbH Frequentieband: Frequentiebereik BLE: 2,402 GHz tot 2,48 GHz Maximum uitgangsvermogen: Maximum uitgangsvermogen BLE: +20 dBm Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België WORDT VERVOLGD...
Pagina 754
4261 Ikonobe-cho, Tsuzuki-ku, Yokohama-shi, Kanagawa-ken, 13 dBm piek 224-8520, Japan Naam importeur: Naam fabrikant: Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Panasonic Corporation Postadres: Naam importeur: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België Honda Motor Europe Ltd - Aalst Office Postadres: Wijngaardveld 1 (Noord V) 9300 Aalst - België...
Pagina 755
De volledige tekst van de VK-verklaring van conformiteit is beschikbaar De volledige tekst van de VK-verklaring van conformiteit is beschikbaar op op het volgende internetadres: http://continental-homologation.com/ het volgende internetadres: http://continental-homologation.com/honda honda Beoogd gebruik: Beoogd gebruik: Apparaat met klein bereik voor bediening op afstand...
Pagina 756
Specificaties van 2,4 GHz WLAN Frequentieband: 2412-2472 MHz Maximum uitgangsvermogen: Specificaties van Bluetooth Maximum uitgangsvermogen: 0,1 dBm Specificaties van 2,4 GHz WLAN Maximum uitgangsvermogen: 11,9 dBm Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd. Postadres: Cain Road, Bracknell, Berkshire, RG12 1HL, Verenigd Koninkrijk...
Pagina 757
15) EGNOS (Rx: 1575,42 MHz) Maximum uitgangsvermogen: 1) 2 W 2) 1 W 3-4) 0,25 W 5)-9) 0,20 W 10) 0,032 W 11),12) 0,016 W Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd. Postadres: Cain Road, Bracknell, Berkshire, RG12 1HL, Verenigd Koninkrijk WORDT VERVOLGD...
Pagina 758
24,05 – 24,25 GHz Maximum uitgangsvermogen: Maximum uitgangsvermogen: Maximum uitgangsvermogen BLE: +20 dBm 13 dBm piek Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd. Naam importeur: Postadres: Cain Road, Bracknell, Berkshire, RG12 1HL, Verenigd Koninkrijk Honda Motor Europe Ltd. Postadres: Cain Road, Bracknell, Berkshire, RG12 1HL, Verenigd Koninkrijk...
Pagina 759
U ziet "Ref No" (Referentienummer) op het label van de eenheid. Beoogd gebruik: Radio-eenheid (autoradiotuner) Postadres: 4261 Ikonobe-cho, Tsuzuki-ku, Yokohama-shi, Kanagawa-ken, 224-8520, Japan Naam fabrikant: Panasonic Corporation Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd. Postadres: Cain Road, Bracknell, Berkshire, RG12 1HL, Verenigd Koninkrijk WORDT VERVOLGD...
Pagina 760
Maximum uitgangsvermogen: max. vermogen: 42 dBuA/m bij 10 m 111 kHz/max. vermogen: 42 dBuA/m bij 10 m Naam importeur: Naam importeur: Honda Motor Europe Ltd. Honda Motor Europe Ltd. Postadres: Postadres: Cain Road, Bracknell, Berkshire, RG12 1HL, Verenigd Koninkrijk Cain Road, Bracknell, Berkshire, RG12 1HL, Verenigd Koninkrijk...
Pagina 761
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Israël Sleutelloos toegangssysteem Sleutelloos toegangssysteem Handsfree telefoonsysteem Draadloze oplader 55-13657 55-13915 * Niet beschikbaar op alle modellen WORDT VERVOLGD...
Pagina 762
uuApparaten die radiogolven uitzenden Modellen voor Israël Dode hoek-informatiesysteem /Uitparkeermonitor * Niet beschikbaar op alle modellen...
Pagina 763
Overzicht Conformiteitsverklaring Britse modellen Compressor UKCA conformiteitsverklaring in overeenstemming met de General Product Safety Regulations 2005 (Algemene voorschriften voor productveiligheid) Wij, SAMITOMO RUBBER INDUSTRIES, LTD., 6-9, 3-chome, Wakinohama-cho, Kobe 651-0071, Japan, verklaren hierbij dat de hieronder beschreven machine voldoet aan de algemene gezondheids- en veiligheidseisen die zijn vastgelegd in de General Product Safety Regulations 2005 op grond van het ontwerp en de constructie en in de configuratie die door ons op de markt wordt gebracht.
Pagina 765
De software in dit product bevat open source-software. Raadpleeg de volgende website voor meer informatie over de open source-software. https://www.nippon-seiki.co.jp/business_ic_meter/ Open Source-licentie TCU Informatie vrije/open source-software Dit product bevat vrije/open source-software (FOSS). De licentiegegevens en/of broncode van dergelijke FOSS vindt u via de volgende URL. https://www.denso.com/global/en/opensource/tcu/honda/ * Niet beschikbaar op alle modellen...
Pagina 766
INDEX INDEX Getallen Adaptief rijlicht..........Recirculatie-/frisse-luchtmodus ..... Controlelampje..........Sensor ............12V-accu............Adaptive Cruise Control (ACC) met Low Stof- en pollenfilter ........Controlelampje laadsysteem....Speed Follow..........Voorruit en ruiten ontdooien ....... Onderhoud (12V-accu controleren) ..... Controlelampje (amber)....... Akoestisch voertuigwaarschuwingssysteem ... Onderhoud (vervangen)....... Controlelampje (wit/groen)......
Pagina 767
Diefstalpreventie.......... Banden............Botsingsbeperkingssysteem (CMBS) ..... Display instellen ........... Controleren en onderhouden....... Bougies ............Draadloos bijwerken ........Inspectie ............Brandstof ..........FLAC/PCM/WAVE/MP4/AVI/MKV/ASF/WMV ... Slijtage-indicatoren ........Aanbevolen........... Foutmeldingen ..........Sneeuwkettingen......... Actueel brandstofverbruik ....Gebruikershandleiding in het voertuig ..Spanning ............. Bereik ..........Geluid instellen..........
Pagina 768
Controlelampje NORMAAL-modus ..... Laadsysteem 12V-accu ......Controlelampje parkeersensor ....Laag brandstofpeil........DAB ..............Controlelampje SNEEUW-modus....Lage bandenspanning/waarschuwingssysteem Dagrijlicht ............Controlelampje SPORT-modus..... voor bandenspanning......Dagteller..........Controlelampje voedingssysteem....Lane Keeping Assist System (LKAS) Dagteller op nul zetten ....... Controlelampjes ........... (amber)............Diefstalpreventie audiosysteem....Aanvullend veiligheidssysteem....
Pagina 772
Richtlijnen voor het rijden met uw SUV ..Afstandsbediening........Stuurwiel Richtlijnen voor off-road ......Insluitpreventie ..........Afstellen ............Rijden ............Nummerplaatje..........Stuurwielverwarming ........Remmen ............. Typen en functies ........Supervergrendeling ........Schakelen............ Slijtage-indicatoren (band) ......Systeemupdates ..........Transmissie..........Snelheidsalarm........Rijmodusschakelaar........Snelheidsbegrenzer, instelbaar ....
Pagina 773
Uitschakelingssysteem van airbag van Van binnenuit ..........Vloerkastje bagageruimte ......voorpassagier ..........Van buitenaf..........Voeding inschakelen ........Ultrasone sensoren ........Verkeersbordenherkenningssysteem..Als de 12V-accu leeg is ........ USB-flashdrives........Verlichting ..........Voedingssysteem USB-poorten..........Controlelampje grootlicht ......Start niet............Controlelampje lichten aan ......Voertuig slepen Dagrijlicht ............
Pagina 774
Waarschuwings- en informatiemelding..Waarschuwingslampje aan/knippert... Zekeringen ............ Waarschuwingslampje systeemmelding ..Controleren en vervangen ......Waarschuwingsstickers ........ Locaties ..........Waarschuwingssysteem voor Zijairbags............bandenspanning......... Zijgordijnairbags..........Controlelampje ........Zittingen Kalibratie............. Waarschuwingslampje veiligheidsgordel ..Wasstraatmodus ........... Zitverhogers (voor kinderen) ....... Watt .............. Zonnebrilhouder........... Weergave buitentemperatuur ....Zonnescherm..........