CMBS Aan en Uit
● Wanneer een mogelijke botsing vermoedelijk
onvermijdelijk is, kan het CMBS u helpen bij het
verlagen van de voertuigsnelheid en van de
hevigheid van de botsing.
● Het CMBS wordt telkens ingeschakeld wanneer
u het voedingssysteem start.
● Om het CMBS in of uit te schakelen, gebruikt u
de schakelaar voor veiligheidsondersteuning.
VSA Aan en Uit
● Het voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA)
helpt bij het stabiliseren van het voertuig
tijdens bochten en helpt bij het handhaven van
tractie tijdens het versnellen op los of glad
wegdek.
● VSA wordt automatisch ingeschakeld telkens
wanneer u het voedingssysteem start.
● Druk op de knop en houd deze ingedrukt tot u
een piepsignaal hoort om de VSA-functie
gedeeltelijk uit te schakelen of terug te zetten
naar volledig ingeschakeld.
28
Waarschuwingssysteem
(B439)
voor bandenspanning
(B423)
● Detecteert een verandering in de conditie en
algehele afmetingen van de banden als gevolg
van een afname van de bandenspanning.
● Het waarschuwingssysteem voor
bandenspanning wordt automatisch
ingeschakeld telkens wanneer u het
(B421)
voedingssysteem inschakelt.
● Er moet een initialisatieprocedure worden
uitgevoerd wanneer bepaalde omstandigheden
optreden.
Instelbare
snelheidsbegrenzer
Dit systeem laat u een maximumsnelheid instellen,
die niet kan worden overschreden, zelfs al trapt u
het gaspedaal in.
● Druk op de knop
snelheidsbegrenzer te gebruiken. Selecteer de
instelbare snelheidsbegrenzer door op de knop
LIM te drukken en druk vervolgens op de knop
SET/− wanneer het voertuig de gewenste
snelheid bereikt.
● De snelheidslimiet van het voertuig kan worden
ingesteld tussen 30 km/h en 250 km/h.
(B407)
om de instelbare