Antiblokkeersysteem (ABS)
■
ABS
Helpt te voorkomen dat de wielen blokkeren en helpt u de controle over de besturing te
behouden door de remmen - veel sneller dan u dat kunt - pompend te bedienen.
Het elektronisch remkrachtverdeelsysteem (EBD-systeem), dat deel uitmaakt van het ABS,
brengt de remkrachtverdeling tussen voor- en achterwielen in evenwicht afhankelijk van de
beladingstoestand van het voertuig.
U dient het rempedaal nooit pompend te bedienen. Laat het ABS dit voor u doen door het
rempedaal altijd stevig en gelijkmatig in te trappen. Men noemt dit soms "stamp en stuur".
■
Werking van ABS
Het rempedaal kan licht pulseren wanneer het ABS in werking is. Trap het rempedaal in en
houd het pedaal stevig ingetrapt. Op droog wegdek moet u het rempedaal zeer stevig
intrappen voordat het ABS wordt geactiveerd. Het is echter mogelijk dat het ABS onmiddellijk
geactiveerd wordt indien u probeert op sneeuw of ijs te stoppen.
Het ABS-systeem kan worden geactiveerd wanneer u het rempedaal intrapt tijdens het rijden
op:
•
Natte of besneeuwde wegen.
•
Verharde wegen met stenen.
•
Wegen met oneffenheden in het wegdek, zoals gaten, scheuren, putdeksels enz.
Wanneer de voertuigsnelheid tot minder dan 10 km/h daalt, stopt het ABS.
uuRemmenuAntiblokkeersysteem (ABS)
1Antiblokkeersysteem (ABS)
ATTENTIE
Het is mogelijk dat het ABS niet correct functioneert als u
onjuiste bandentypen of -maten gebruikt.
Als het ABS-controlelampje tijdens het rijden gaat branden,
is het mogelijk dat er een probleem in het systeem is.
Hoewel het normale remvermogen niet zal worden
beïnvloed, is het mogelijk dat het ABS niet werkt. Laat uw
voertuig onmiddellijk door een dealer controleren.
Het ABS is niet ontworpen om het voertuig sneller of binnen
een kortere afstand tot stilstand te brengen: het doel van het
ABS is het beperken van blokkering van de remmen,
waardoor het voertuig kan gaan slippen en de bestuurder de
controle over het stuur kan verliezen.
In de volgende gevallen is het mogelijk dat uw voertuig een
langere remweg nodig heeft dan een voertuig zonder ABS:
•
U rijdt op slecht of oneffen wegdek, zoals grind of
sneeuw.
•
De banden zijn voorzien van sneeuwkettingen.
Het volgende kan voorkomen bij het ABS-systeem:
•
Geluiden afkomstig uit het motorcompartiment wanneer
de remmen worden ingeschakeld, of wanneer
systeemcontroles worden uitgevoerd nadat het
voedingssysteem is gestart en terwijl het voertuig versnelt.
•
Trilling van het rempedaal en/of de carrosserie wanneer
het ABS-systeem wordt geactiveerd.
Deze trillingen en geluiden zijn normaal bij ABS-systemen en
zijn geen reden tot zorg.
503