uuUw voertuig parkerenuUitparkeermonitor
■
Hoe het systeem werkt
Radarsensoren:
a
Onder de hoeken van de
achterbumper.
Wanneer een voertuig wordt gedetecteerd dat nadert vanuit een van de achterhoeken,
waarschuwt de uitparkeermonitor u met een zoemer en een visuele waarschuwing.
* Niet beschikbaar op alle modellen
514
*
Het systeem wordt ingeschakeld wanneer:
•
De voedingsmodus op AAN staat.
•
De uitparkeermonitor is ingeschakeld.
2 Uitparkeermonitor aan en uit BLZ. 517
2 Instelbare functies BLZ. 345
•
De transmissie in de stand
(
R
•
De snelheid van uw voertuig 5 km/h of
langzamer is.
1Uitparkeermonitor
Onder de volgende omstandigheden detecteert de
uitparkeermonitor een naderend voertuig mogelijk niet of
met vertraging, of wordt u gewaarschuwd zonder dat er een
voertuig nadert:
•
Een obstakel, zoals een ander voertuig of een muur, in de
buurt van de achterbumper van uw voertuig, blokkeert het
bereik van de radarsensor.
staat.
•
De snelheid van uw voertuig is ongeveer 5 km/h of hoger.
•
Een voertuig nadert met een andere snelheid dan tussen
ongeveer 10 km/h en 25 km/h.
•
Het systeem neemt externe interferentie waar zoals de
radarsensoren van een ander voertuig of vangt sterke
radiogolven op van een locatie in de buurt.
•
Een van de hoeken van de achterbumper is bedekt met
sneeuw, ijs, modder of vuil.
•
Als er sprake is van slechte weersomstandigheden.
•
Uw voertuig staat op een helling.
•
Uw voertuig helt naar achteren door een zware lading aan
de achterzijde.
•
Uw voertuig rijdt achteruit in de richting van een muur,
een paal, een voertuig, enz.
•
De achterbumper of sensoren zijn niet goed gerepareerd
of de achterbumper is vervormd.
u
Laat het voertuig door een dealer controleren.
*