Tanken
Druk op
a
Brandstoftankklep
b
Dop
a
1. Breng uw voertuig tot stilstand met de
linkerachterzijde langs de brandstofpomp.
2. Schakel het voedingssysteem uit.
3. Ontgrendel het bestuurdersportier met behulp
van de hoofdschakelaar portiervergrendeling of
de vergrendelknop.
u
De brandstoftankklep aan de buitenste zijde
van de auto wordt ontgrendeld.
4. Druk op de rand van de brandstoftankklep om
deze te openen.
5. Verwijder de brandstofvuldop langzaam. Hoort u
lucht ontsnappen, wacht dan totdat dit stopt en
draai vervolgens de brandstofvuldop langzaam
open.
WORDT VERVOLGD
1Tanken
WAARSCHUWING
3
Benzine is bijzonder brandbaar en explosief. U
kunt brandwonden oplopen of ernstig gewond
raken als u met brandstof omgaat.
•
Schakel het voedingssysteem uit en houd
warmte, vonken en open vuur uit de buurt.
•
Werk uitsluitend in de buitenlucht met
brandstof.
•
Veeg gemorste brandstof meteen op.
Het vulpistool stopt automatisch om ruimte in de
brandstoftank te laten zodat de brandstof niet kan
overstromen als gevolg van veranderingen in de
luchttemperatuur.
Probeer niet meer brandstof bij te vullen nadat het vulpistool
automatisch is uitgeschakeld. Extra brandstof kan de
vulcapaciteit van de tank overschrijden.
De brandstoftankklep en het vergrendelingsmechanisme
kunnen permanent beschadigd raken indien de klep
geforceerd gesloten wordt terwijl het bestuurdersportier
vergrendeld is.
Gebruik de vergrendellip of de hoofdportierslotschakelaar
om de brandstoftankklep te openen. De portieren en de
brandstoftankklep van de auto worden automatisch
vergrendeld indien de ontgrendelfunctie van de
afstandsbediening wordt gebruikt. Deze functie kan worden
gedeactiveerd door het bestuurdersportier kort te openen en
weer te sluiten.
uuTankenuTanken
521