Advertenties
In dit hoofdstuk wordt de werking uitgelegd van de verschillende bedieningselementen voor het rijden.
Klok ........................................................ 166
De portieren vergrendelen en ontgrendelen
Sleutel.................................................. 167
Lage signaalsterkte afstandsbediening ..... 169
Portieren van buitenaf vergrendelen/
ontgrendelen ..................................... 170
Portieren van binnenuit vergrendelen/
ontgrendelen ..................................... 176
Kinderslot ............................................ 178
Achterklep ............................................. 179
Beveiligingssysteem
Startblokkeringssysteem....................... 181
Beveiligingssysteemalarm
*
................... 182
* Niet beschikbaar op alle modellen
Bedieningselementen
Supervergrendeling
*
............................ 183
De ruiten openen en sluiten .................... 184
De schakelaars rondom het stuurwiel
bedienen
Knop POWER....................................... 188
Verlichting ........................................... 191
Koplampverstelling .............................. 198
Automatisch grootlicht ........................ 199
Ruitenwissers en ruitensproeiers .......... 202
Helderheidsregeling ............................. 206
Knop achterruitverwarming/verwarmde
buitenspiegel .......................................... 205
Het stuurwiel verstellen........................ 207
De spiegels verstellen
Achteruitkijkspiegel ..............................208
Elektrisch bediende buitenspiegels........209
De stoelen verstellen ............................211
Comfortvoorzieningen interieur ..........222
Klimaatregelsysteem.............................233
165
Advertenties
