Wi-Fi-verbinding
U kunt het audiosysteem verbinden met het internet via Wi-Fi op het audio-/informatiescherm. Als
uw telefoon beschikt over draadloze hotspotmogelijkheden, kan het systeem door middel van
"tethering" worden aangesloten op uw telefoon. Ga als volgt te werk om Wi-Fi in te stellen.
■
Verbinding maken met een Wi-Fi-hotspot
1. Druk op de knop
.
2. Selecteer Algemene instellingen.
3. Selecteer Verbindingen.
4. Selecteer Wi-Fi.
5. Selecteer OK.
6. Selecteer Modus wijzigen.
7. Selecteer Netwerk.
u
Indien de instelling van gegevens delen op
UIT staat, wordt het bericht weergegeven op
het scherm. U moet overschakelen naar AAN.
2 Systeem BLZ. 346
u
Als u de Wi-Fi-modus wilt uitschakelen,
selecteert u UIT.
8. Selecteer het toegangspunt dat u wilt verbinden
met het systeem.
u
Als u een nieuw netwerk wilt toevoegen of de
opgeslagen netwerken wilt selecteren,
selecteert u Opties.
u
Als u Opties selecteert, kunt u Netwerk
toevoegen en Opgeslagen netwerken
selecteren.
WORDT VERVOLGD
uuDisplay AudiouWi-Fi-verbinding
1Wi-Fi-verbinding
Wi-Fi en Wi-Fi Direct zijn gedeponeerde handelsmerken van
Wi-Fi Alliance®.
1Verbinding maken met een Wi-Fi-hotspot
U kunt de instelprocedure niet uitvoeren terwijl het voertuig
rijdt. Parkeer op een veilige plek om het audiosysteem in te
stellen in de Wi-Fi-modus.
Sommige mobiele-telefoonproviders brengen kosten in
rekening voor tethering en gegevensgebruik op de
smartphone. Controleer uw gegevensabonnement voor de
telefoon.
Controleer de handleiding van uw telefoon om vast te stellen
of uw telefoon beschikt over Wi-Fi-connectiviteit.
U kunt met het pictogram
in het systeemstatusgebied
controleren of de Wi-Fi-verbinding in- of uitgeschakeld is.
Transmissietoerental en andere gegevens worden niet op dit
scherm weergegeven.
Statusgedeelte
2
BLZ. 302
In geval van Wi-Fi-verbinding met uw telefoon moet u ervoor
zorgen dat de Wi-Fi-instelling van uw telefoon in de
toegangspuntmodus (tethering-modus) staat.
335